Dunkelblum zwijgt : roman
Eva Menasse
Eva Menasse (Auteur), Annemarie Vlaming (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas Contact, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 10257 |
Filip Huysegems
em/ov/21 n
Filip Huysegems
Quasikristallen, leert Wikipedia ons, zijn kristallen 'zonder repetitief structureel gedeelte, die wel enige regelmaat in de structuur vertonen', mocht u zich daar iets bij kunnen voorstellen. Eva Menasse, alsnog Wikipedia, is een Oostenrijkse journaliste en schrijfster (1970), en de halfzus van Robert Menasse, gerenommeerd Oostenrijks schrijver en opiniemaker.Quasikristallen is de titel van haar nieuwste roman. Hoe komt ze er in godsnaam bij om een chemische structuur als model te nemen voor literatuur?
'De volgorde was net omgekeerd, hoor. Eerst was er het idee om in een roman iemand van verschillende kanten te belichten. Een titel had ik nog niet, en toen Daniel Schachtman in 2011 de Nobelprijs voor Chemie kreeg voor het ontdekken van de quasikristallen, dacht ik: dat is de perfecte vertaling voor wat ik op het spoor wil komen. Een quasikristal heeft geen centrum dat er altijd hetzelfde uitziet, het is anders naargelang van de hoek vanwaaruit je kijkt. Zo is het ook met deze roman. In het midden staat Xane, ze wordt vanuit dertien perspectieven bekeken, elke keer ziet ze er anders uit, en toch is het dezelfde persoon.
Er is in de sociologie een opvatting die zegt dat we alleen de rollen zijn die we spelen. Er is geen ongerept 'ik'. Ik is een ander.
'Zo ver ga ik niet. Ik denk dat er in elke persoon constanten zijn. Iemand is extravert of schuchter, mijdt risico's of zoekt ze juist op, dat soort dingen. Het klopt dat we in andere omstandigheden onszelf anders presenteren. Als je daarop doordenkt, betekent dit dat we een ander nooit helemaal kunnen kennen. Ook onze levenspartner niet.'
Elk hoofdstuk heeft een focus: vriendschap, kinderwens, ambitie, ontrouw... Uw roman 'Dagelijkse zonden' had ook zo'n stramien. Is dat uw programma? Een catalogus aanleggen van existentiële knelpunten?
'Niet bewust. Ik observeer graag mensen. Koppels, bijvoorbeeld, zijn dankbaar materiaal. Je ziet hen bezig in gezelschap en dan vraag je je af of ze thuis ook zo met elkaar omgaan, of misschien wel heel anders. Daaruit ontstaan mijn ideeën en verhalen. Als je mijn romans naast elkaar legt en er zitten overeenkomstige thema's in, dan is dat het gevolg van mijn waarnemingen, niet van een programma dat ik vooraf heb opgesteld.'
Hoe oefen je dat, je inleven in iemands psyche?
'Geen idee. Als kind haatte ik verkleedpartijtjes. Meisjes van een jaar of vijf willen per se een prinses zijn of een elf of een indiaan, je kent dat. Ik nooit. Maar ik ben wel dol op verkleedpartijtjes als het om schrijven gaat. Ik beleef onnoemelijk veel pret om te fantaseren hoe het is om iemand anders te zijn. Hoe, in de roman bijvoorbeeld, de licht fascistische huisbaas de dingen bekijkt, wat zijn blinde vlekken zijn, hoe hij voor zichzelf dingen uitlegt.'
Over identiteit gaat het ook. In het tweede hoofdstuk is Xane druk doende met haar gemengde afkomst.
'Daar zit een snufje autobiografie in. Ik kom uit een half joods, half katholiek gezin, en krijg al jarenlang de vraag wat ik nu eigenlijk ben. Ik woon bovendien al lang in Berlijn, maar voor Duitsers ben ik een Oostenrijkse, en in Oostenrijk vinden ze me behoorlijk Duits - en dat is niet als compliment bedoeld. Zo gaat dat dus voortdurend. Iemand opent een doosje en zegt: vooruit, spring erin.'
'Een Oostenrijkse filosoof die je beslist niet kent, Franz Schuh is zijn naam, heeft eens gezegd: men spreekt over een meervoudige identiteit alsof er een enkelvoudige bestaat. Dat is een wonderbaarlijk inzicht. Want niemand heeft een eenduidige identiteit. Ja, misschien een boer, geboren en getogen in de zeventiende eeuw in Noord-Hessen, die zijn hele leven zeugen heeft gevoederd zoals de zestien generaties voor hem. Maar in de huidige wereld: niemand.'
U wil zich niet in een hokje laten dwingen, maar de identiteisvraag houdt u nogal bezig. Uw roman 'Vienna' ging er ook al over.
'Nou ja, dat ik erover schrijf wil niet zeggen dat ik een antwoord klaar heb. Ik snijd de vraag aan, maar los ze niet op. Dat is net het nut van literatuur. Een non-fictieboek of een politiek programma wil duidelijkheid bieden: zo is het, of zo zal het zijn. Literatuur kan een thema omsingelend benaderen, en het dubbelzinnige het dubbelzinnige laten zijn.'
Xane gaat ten slotte van Berlijn terug naar Wenen. Helpt u mij even: wat is er fijn aan Oostenrijk?
'Ach, het is een klein, gelukkig, welvarend land, met weinig problemen, dus gezegend door het lot. En er is nog iets: de humor. We hebben een vrolijke, anarchistische humor die met geen andere te vergelijken valt. Politieke correctheid zal men de Oostenrijkers in dit tijdperk niet meer bijbrengen, daarop is het wachten tot de volgende oerknal. Dat creatief omspringen met de taal, met de grap, dat mis ik in Berlijn. Ik merk dat ik het ook wat kwijt speel, tot ik terug in Wenen kom en met vrienden op stap ga, dan is het in geen tijd terug.'
Ik zag u eens in een debat op de Oostenrijkse tv ter nagedachtenis van Jörg Haider, de in 2008 verongelukte rechts-radicale politicus. Hij werd daarin neergezet als politiek genie, u was de enige die tegengas gaf.
'O, dié verschrikkelijke uitzending? Daar heb ik toen wat gehoord, zeg. Dat Haider de meest getalenteerde politicus was sinds bondskanselier Kreisky en van die dingen. Nog tijdens de uitzending kwamen e-mails binnen om mij te beschimpen. Ik herinner me er een waarin ik symbolisch het concentratiekamp in werd gewenst. Zeer onaangenaam.'
Is Oostenrijk misschien een quasikristal, dat een ander gelaat toont naargelang de omstandigheden?
'Ik zou dan Oostenrijk veeleer tweepolig noemen dan veelkantig. Veel van wat ik waardeer aan Oostenrijk haat ik er ook aan. Oostenrijk kan vermoeiend zijn, lees ook maar eens Thomas Bernhard of Elfriede Jelinek, om nog te zwijgen van het nationale gekronkel om van Hitler een Duitser te maken en van Beethoven een Wener.'
Toen u de Heinrich Böll-prijs kreeg voor uw werk, werd 'Quasikristallen' in de lofrede geprezen als kritiek op de bewakingsstaat.
'Een verrassend perspectief, nietwaar? Al kan ik me er iets bij voorstellen. Je wil niet Xane zijn, het arme mens ploetert zich een weg door het leven en staat intussen helemaal bloot aan onze blikken. Wellicht kwam die vergelijking er ook omdat ik mee mijn schouders heb gezet onder Writers against Mass Surveillance, een actie tegen het bespieden van dataverkeer door geheime diensten. Vanuit Duitsland overtuigden we wereldwijd 560 schrijvers om advertenties te onderschrijven die in tientallen internationale kranten verschenen.'
Hebben privébedrijven onze privacy niet veel grondiger in hun grip dan spionagediensten?
'Daar hebt u een punt, en wel om twee redenen. Ten eerste besteden de geheime diensten het uitspitten van internet- en telefoonverkeer uit aan privébedrijven. Dat kwam in het geval van Edward Snowden heel duidelijk aan het licht'.
'Ten tweede trachten commerciële firma's ons profiel haarfijn in kaart te brengen op basis van aankoop- en surfgedrag, zonder dat we hen daarvoor toestemming geven. Ze vegen de vloer aan met ons recht te beslissen wat er met onze gegevens gebeurt.'
Wat hoopt u dat uw roman teweegbrengt?
'In eerste instantie hoop ik dat een lezer zich laat meeslepen door het verhaal, dat hij of zij plezier aan het lezen beleeft. Als iemand het boek dichtslaat met een verscherpt besef van hoe weinig we weten over onze medemens en hoeveel verschillende rollen we zélf spelen, elke dag weer, dan is dat een extra cadeau voor mij.'
Uw man is ook schrijver. Waarover praten jullie thuis?
'Vroeger kon ik zeggen: ik hoef geen schrijvers in mijn vriendenkring, aan mijn man en mijn broer heb ik genoeg. Maar goed, de jongste tijd heb ik dus wel vrienden die ook schrijvers zijn. Weet je wat het fijne is aan hen? Als we een avond samen doorbrengen, gaat het nooit over boeken of literaire prijzen of het uitgeversvak. We vertellen elkaar verhalen. Dat is prima zo. Want dat is wat schrijvers behoren te doen. Dan zijn ze gezond.'
Filip Huysegems ■
J. IJbema
Portret van een vrouwenleven, dat vorm krijgt doordat het vanuit het perspectief van de haar omringende relaties wordt opgebouwd. Dit multiperspectief leidt a.h.w. tot dertien vertellingen waarin vooral de omgeving van de vrouw– een intellectueel grotestadsmilieu met zijn eigen veelal relationele problematiek – gestalte krijgt. De meeste afzonderlijke hoofdstukken boeien en zijn goed geschreven met scherpe, satirische observaties over het vrouwzijn. Als roman blijft het geheel door de divergente structuur wat onaf en komt de hoofdpersoon ondanks de vele invalshoeken niet echt tot leven. In Duitsland een van de beter verkochte literaire romans uit 2013. De auteur (1970) is Oostenrijkse en woont in Berlijn. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.