Piet Mondriaan : een nieuwe kunst voor een ongekend leven : een biografie
Hans Janssen
Hans Janssen (Auteur), Sjoerd van Faassen (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Thoth, cop. 2014 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 700 MONDRIAAN |
15/09/2014
In het late najaar van 1911 verliet Piet Mondriaan Nederland om zich in Parijs te vestigen; hij zocht er contact met de kubistische avantgarde van toen en zou er twee-en-een-half jaar verblijven. Een paar maanden voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keerde hij terug naar Nederland en bracht een verrassende oogst aan kunstwerken met zich mee, die hij in Parijs geschilderd had. Bij Kunsthandel W. Walbrecht in Den Haag toonde hij in juni 1914 een ensemble van zeventien werken, op een na allemaal getiteld Composition [nrs. I-XVI]. Precies een eeuw later toont het Gemeentemuseum Den Haag (25.01 tot 11.05.2014) een complete reconstructie van die ‘historische’ tentoonstelling, wat onderhand wel een vrij unieke onderneming is gebleken. Het onderhavige boek is daarvan de tentoonstellingscatalogus. De inleidende tekst van H. Jansen, 'Chronologie 1911-1914', is uitgewerkt als een doorlopende tijdsbalk, in drie parallel lopende tekstbalken: bovenaan de Mondriaan-gegevens, in het midden de Parijse kunstscène en onderaan de situatie in Nederland. Een keur van illustraties vergezelt deze boeiende tijdsevocatie, waaruit een duidelijk beeld van Mondriaan in de eigentijdse (kunst)historische context te voorschijn komt. Er wordt ook ruim geciteerd uit brieven, kranten en kunstkritische teksten, wat voor een gewisse meerwaarde zorgt. Een tweede inleidende tekst — een buitenbeentje eigenlijk — is een kort essay van Keziah Goudsmit over algemene schoonheid in kunst en muziek, getiteld 'Piet Mondriaan en de eerste composities van Jakob van Domselaer'. Men kan, inderdaad, de Parijse Compositions van Mondriaan met enige goede wil ‘muzikaal’ noemen — wat uiteraard wel beeldspraak is — maar Goudsmits tekst leert dat men het gebruik van de term ‘muziek’ ook letterlijk kan nemen. Van Domselaer was de gelukkige bezitter van een van Mondriaans Parijse Compositions, dat hem inspireerde om een muziekstuk te schrijven, waarin het schilderstuk van Mondriaan in muziek tracht om te zetten: een balans tussen structuur en ontwikkeling, tussen een melodie (horizontaal) en de harmonie (verticaal). Als hij die balans vindt, straalt de compositie rust en evenwicht uit. Persoonlijke interpretatie, uiteraard! In het eigenlijke catalogusgedeelte wordt elk van de zeventien schilderijen op de volledige pagina afgebeeld, geanalyseerd en becommentarieerd: op een voorbeeldige manier overigens, wat een dieper inzicht in Mondriaans (nieuwe) beeldtaal bijbrengt. Een voortreffelijk werkstuk, allicht toch iets té gespecialiseerd voor de doorsnee tentoonstellingsbezoeker. Maar de echte Mondriaan-fan zal hier alvast een stevige kluif aan hebben en het werk ook anders leren bekijken. Ook over het kubisme zelf valt een en ander bij te leren. De fragmentatie van het beeld, waartoe de kubisten overgingen, maakte immers de weg vrij naar een bijzondere behandeling van de werkelijkheid, die vrij vlug tot het voorstellingloze (‘abstracte’) schilderij zou leiden. Deze Mondriaantentoonstelling laat zien hoe de Nederlandse schilder hierin eigenlijk een stuk verder durfde te gaan dan zijn Parijse voorbeelden… In dit ‘nieuwe’ werk liet Mondriaan zich voornamelijk leiden ‘door wat kleur en lijn zelf te vertellen hebben, door te luisteren naar wat een compositie onder zijn handen wilde worden’. Niet voor niets immers noemde hij deze doeken ‘composities’. Ritme en beweging, repetitie en spiegeling zijn daarvan de dragende elementen.
[Paul Huys]
Drs. Erik Kreytz
Mondriaans verblijf in Parijs, van mei 1911 tot januari '14, resulteerde destijds in een tentoonstelling bij een Haagse kunsthandel in juni-juli. Een eeuw later toont het Haags Gemeentemuseum die expositie opnieuw* met – in samenwerking met het moderne kunstmuseum in New York – het verslag van een nauwgezet onderzoek naar Mondriaans ontdekking van het 'voorstellingsloze' schilderij. De situatie in Parijs en Nederland wordt in chronologie van tekst en beeld gevolgd in relatie tot Mondriaans weg van figuratie naar abstractie, via getuigenissen in brieven, citaten en kleurbeelden. Stap-voor-stap groeit het inzicht in deze grote vernieuwing van de schilderkunst. Dan worden de zeventien composities van de tentoonstelling bij galerie Walrecht in 1914 in detail geanalyseerd naar beeld, drager, lijst, datering en collectiegeschiedenis. Dat alles levert een indrukwekkende uitgave op over kleur, lijn, ritme en zuivere schoonheid bij Mondriaan, onder invloed van Parijse tijdgenoten en als inspiratie voor de Nederlandse kunst. Een groots vervolg op publicaties over pioniers van De Stijl (1917-'22).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.