De wereld
Paul Verrept
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2014 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : TELL |
30/06/2014
Het is bijna drie jaar geleden dat het monumentale portrettenboek Ik wou van Ingrid Godon, met teksten van Toon Tellegen verscheen. In De Leeswelp stond de recensie onder het kopje ‘eminent’ (2011, nr. 6). Want dat is het, een boek van een grote klasse, zoals je ze maar zeer uitzonderlijk ziet. En wat ook mooi is: het bleek een bestseller te zijn. Uitgeverij Lannoo zag dus brood in een opvolger en dat is Ik denk geworden. Godon benadrukt in het gesprek dat Karin Kustermans met haar had (zie p. 104 e.v.), dat ze geen ‘vervolg’ wilde maken op de portrettengalerij uit Ik wou, die is voor haar afgerond. Hoewel, ze kan aan de mensen niet voorbij en er staan dan ook heel wat portretten in. Van de vrouw bijvoorbeeld, vrijwel geheel gevangen in grijstinten, met een hoofd vol malende gedachten omdat ze denkt dat ze iets niet weet, wat ieder ander wel weet. Of dat intense beeld van het stugge meisje met borende blik, stevig in de schoenen zij het een tikje uit balans, handen op de rug, dat heel beslist wéét en tegelijk twijfelt (‘Ik denk dat ik gelukkig ben…’). Godon munt uit in de karakterisering van mensen, het was de fort van Ik wou, en de karakterprenten zijn ook mijn favorieten in dit boek. Maar denken is zoeken en Godon laat dat zien. Haar beelden zijn vrijer, ze heeft geëxperimenteerd met technieken, meer schetsen opgenomen, snelle krabbels en probeersels om een pose, een beweging, een gevoel vast te leggen. Met soms onverwacht felle effecten, zoals de over elkaar schuivende rode vlakken waartegen ze een bokser afbeeldt. En even verder heb je dan de fragiele figuur van een jongen, op de rug gezien, onvolledig bovendien, want zijn hoofd en bovenlichaam ontbreken. De tekst ernaast gaat als volgt: ‘Ik dacht, toen ik een jaar of tien was, dat mijn vader mij niet zou herkennen als hij mij op straat tegenkwam. Hij had wel wat anders aan zijn hoofd dan mij. […]’
Wat maakt eigenlijk dat Toon Tellegens teksten en de tekeningen van Ingrid Godon zo goed bij elkaar aansluiten, terwijl Tellegen de tekeningen niet gezien heeft, en Godon ook niet wist wat hij zou schrijven? Met hetgeen waar ze beiden zo sterk in zijn, wellicht: het vatten van menselijke broosheid. En niet geloven in het eerste gezicht. ‘Nadenken is een soort van ordenen’, schrijft Bart Moeyaert in zijn voorwoord, dingen een plek geven. En soms duurt het een tijd voor die plek gevonden is. Daarvoor is het nodig dat je ‘verder kijkt dan wat je ziet, tussen de regels leest wat er staat’. Godon en Tellegen, ze vormen een voortreffelijk team.
[Jen de Groeve]
T. van Deel
Toon Tellegen heeft maar een paar woorden nodig om te gaan schrijven (dichten, vertellen). In 2011 waren dat de woorden ‘Ik wou’ en de tekeningen van de begenadigde illustratrice van kinder- en jeugdboeken Ingrid Godon. Haar werk is een zo eigen en zelfstandige kunst dat de schrijvers die met haar samenwerken erdoor aangespoord worden. Tellegen nu al voor de zoveelste keer. Haar menselijke figuren of portretten (vaak kinderen) zijn elementair en intens getekend en de woorden 'Ik denk' waarmee Tellegen zijn tientallen filosofisch-poëtische tekstjes laat beginnen, passen uitstekend bij de ingekeerde poses en gezichten van Godon. Hier is van een perfecte samenwerking sprake. Het eerste gedicht eindigt met 'Wat is denken? Als ik dat eens wist! / Soms lijkt het wel alsof weten / het omgekeerde is van denken.' De volgende tekst gaat daarop door: 'Ik denk dat denken een zee is, binnen in mijn hoofd'. Tellegen is een meester in het concreet voorstellen van abstracties, en daar komen dan nog de zo zichtbare uitbeeldingen van Gordon bij. Zie vooral haar heerlijke dansante tekeningen bij Tellegens kortste tekst: 'Ik denk dat ik ergens achter ben gekomen. / Ik klim op mijn tafel en dans van geluk. / Nu weet ik het, nu weet ik het!' Dit is, in alle opzichten, een prachtig boek.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Er ligt hier een parel van een boek voor mij, zowel qua illustraties als qua tekst. Het is ook een fraaie uitgave. De titel dekt de lading volledig. Het is overvloedig geïllustreerd met prachtige portretten van Ingrid Godon. Alleen ... het is moeilijk samen te vatten. Er staan ongeveer 42 korte gedachten in, die allemaal iets met denken te maken hebben. Bij elke 'bedenking' staat één en soms zelfs meerdere portretten; het lijkt alsof de illustratrice al tekenend meedenkt en met denken niet kan stoppen. Vaak begint de tekst met 'Ik denk'. Zoals altijd bij Toon Tellegen maken zijn gedachten soms onverwachte, soms grappige sprongen zoals: Weten is het omgekeerde van denken (p. 11); Denken is vermoeiend (p. 37); Ik denk dat ik niet vooruit maar achteruit loop (p.82). Want als je zo loopt dan zie je voor mij ligt mijn leven tot nu toe en achter mij ligt alles wat nog komt. Daar kan ik niets van zien. Daar schuifel ik naartoe. Op p. 47 denkt hij aan denken en dan volgt er een lijst van samenstellingen met denken tot plots 'onderdenken' en 'voordenken' en 'langsdenken' Op p. 75 gaat het over verschillende soorten van denken zoals: 'weten, vermoeden, geloven, twijfelen, vaststellen, narekenen, gissen, besluiten ...'
Het zal duidelijk zijn dat dit boek ontzettend veel lagen heeft en mogelijkheden biedt, ook qua woordenschat. Hoe lach je bijvoorbeeld iemand 'smadelijk uit' (p. 60)? De illustraties zijn zoals gezegd prachtig. Ingrid Godon verstaat als geen ander de kunst om treffende portretten te maken. Op p. 48 staat: Ik denk dat ik ergens achter ben gekomen. Ik klim op mijn tafel en dans van geluk. Nu weet ik het, nu weet ik het!; van p. 48 tot 57 staan wervelende tekeningen alsof het potlood niet uitgedanst raakte. Er is een lang voorwoord van Bart Moeyaert waarin hij op zijn manier verder spint op denken. Volgens hem is nadenken een soort van ordenen.
Dit is geen boek om in één ruk uit lezen. Stukje voor stukje kun je het laten bezinken en vaak opnieuw lezen. Het is geschikt voor jongeren vanaf twaalf jaar, maar ook volwassenen zullen er van genieten. Kortom, het is iets voor fijnproevers.
Na al het denken kom je misschien ook tot het besluit van de slottekst: Ik denk/ en vergeet bijna alles/ wat ik denk meteen weer./ Ik had dus alles wat ik denk/ net zo goed niet kunnen denken/ waarom toch al die moeite? Ik weet het niet.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.