I love you in de bosjes
Pam Emmerik
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12213 |
Maria Vlaar
rt/aa/07 m
Maria Vlaar
Schrijfster en beeldend kunstenaar Pam Emmerik (1964), geprezen om haar debuutromanHet bottenpaleis (2000), publiceerde tien jaar lang geen proza. Totdat ineens de grote romanWie het paradijs verdragen kan werd aangekondigd. Emmerik heeft het nogal te verduren gehad de afgelopen jaren. In 2006 kreeg zij een ernstige hersenbloeding, door een val tijdens het slaapwandelen. Haar revalidatie duurde zes jaar. En toen stierf haar man, een beeldend kunstenaar met wie zij in Spanje woonde. Maar Emmerik is terug. In de espressobar van het Rotterdamse museum Boijmans Van Beuningen, waar Emmerik de muren heeft beschilderd, sprak ik met haar. De directeur van het museum waarschuwde Emmerik, omdat zij vaak tekeningen maakt met nazisymbolen en expliciete seksscènes. 'Ik maak tekeningen van nazi's, en ik heb laatst een vrouw in een boerka getekend met hakenkruizen. Dan drinkt een espresso niet zo lekker!'
In de jaren 80 was Pam Emmerik een van de jongste deelnemers van De Ateliers, het prestigieuze Amsterdamse instituut dat jonge, getalenteerde kunstenaars uit binnen- en buitenland opleidt. Haar begeleider was de gerenommeerde kunstenaar René Daniëls. Daniëls kreeg in 1987 een hersenbloeding die hem ernstig motorisch belemmerde. 'Ik denk dat hij dood wil', zegt Emmerik, 'maar ik heb hem uitgenodigd samen te werken aan deze wandschildering in het Boijmans Van Beuningen.' Ze had een gedicht geschreven waarin ze hen 'de hersenbloedigen' noemt. De tekeningen met felle kleuren en teksten van Emmerik gaan over haar eigen situatie:Het spookt elke dag door mijn meelijwekkend trage wolk van mijn geest heen enDe slaapwandelende mens die nooit totaal geboren is.
Hoe gaat dat, een hersenbloeding tijdens het slaapwandelen?
'In je slaap verdedig je jezelf niet. Je bent weerloos. Ik ben gevallen in de kamer in ons huis in Spanje, en het gevolg was een schedelbasisfractuur en een bloeding. Een maand heb ik in coma gelegen, en ben beademd. Daardoor zijn mijn stembandgewrichten gefixeerd en heb ik een gaatje in mijn keel om adem door te halen, met een buisje waarop ik moet drukken als ik wil praten. Stel: ik val in zee van een schip, dan stik ik dus. De meeste mensen met zoiets verstoppen zich omdat ze zich schamen. Maar ik houd er lezingen mee. Laatst nog over Jan Van Eyck, hier in het museum. Je maakt wel gekke dingen mee, mensen die na afloop zeggen dat ze mij zo dapper vinden.'
'Ik kon niet lopen, niet praten, en ik wist niet wie ik was. Anderhalf jaar heb ik in een rolstoel gezeten. Maar ik ben iemand die doorzet. Alles wat ik nu kan heb ik opnieuw moeten verwerven, ik heb er hard voor moeten vechten.'
'De literaire wereld heeft mij uitgekotst na mijn ongeluk. Mensen denken dat je vanalles niet meer kunt. Mijn uitgever, de kranten waarvoor ik schreef over beeldende kunst. Ze zagen ineens niets meer in mij. Maar in de kunstwereld was dat anders. Ik bleef exposeren. En nu ben ik terug bij een nieuwe uitgever, die mijn roman een meesterwerk vindt. Dit is mijn comeback.'
Slaapwandelt u nog?
'Nee, dat is voorbij. Dat slaapwandelen kwam omdat ik vroeger vier, vijf nachten per week in een concentratiekamp zat. Ik ben Joods. Nu droom ik niet meer.'
'In het revalidatiecentrum bonden ze mij 's nachts vast, omdat ik ging lopen. Dat was geen slaapwandelen meer maar ontsnappen. Ik was in de waan dat mijn moeder en mijn man mij in een modern concentratiekamp hadden gestopt. "Waarom werken jullie met de neonazi's samen?" vroeg ik steeds aan mijn man. In mijn roman komen "bedrandnazi's" voor, die heb ik verzonnen in het revalidatiecentrum. Dat waren de mensen die mij juist kwamen verzorgen. Zo in de war was ik. Maar de comascènes in mijn boek had ik al geschreven voordat ik zelf in coma raakte. Dat vond mijn man achteraf doodeng.'
Soms worden de emoties Emmerik bijna te veel, zeker als ze over de dood van haar man praat. 'Hij was niet alleen mijn minnaar, maar ook mijn beste vriend. Ik mis hem heel erg.' De dag nadat haar man overleed, pakte ze haar roman weer op en schreef het laatste deel. Door de gevolgen van haar hersenbloeding kon ze jarenlang wel verhalen schrijven, en een graphic novel, maar niets van lange adem aanpakken. 'In de vroege zomer van 2013 ging er een deur open in mijn hoofd. Ineens kon ik weer alles.'
Uw boek gaat niet over uw hersenbloeding, maar over hoe een Joods gezin op rampzalige wijze de waarheid over de familiegeschiedenis verzwijgt.
'In mijn eigen familie heb ik ervaren dat het na de oorlog soms beter was verder te leven met leugens over het verleden. Lara in mijn roman is tweede generatie oorlogsslachtoffer, maar het voelt alsof ze 28 jaar vóór haar geboortedag geboren is, in de oorlog, en ze leeft deels in het verhaal van haar ouders. Ik ben zelf derde generatie. Mijn opa heeft de oorlog overleefd als onderduiker in het bordeel van een jeugdvriendin, in de Bloedstraat in Amsterdam. Het hol van de leeuw, want het was een Wehrmachtbordeel. Ik ga daar nog een graphic novel over maken, en dan vervlecht ik dat met het verhaal over het slaapwandelen. Mijn oma was niet Joods, maar is Joods geworden vanwege haar huwelijk, hoewel er ook weer familieleden zijn die zeggen dat ze dat heeft verzonnen. De vader in het boek, Max, is een fantast die verzonnen heeft dat zijn gezin op Mallorca de oorlogsjaren heeft overleefd; een sprookje.'
Maar Max heeft ook een wond die nooit geneest en maar doorettert. Sprookjes verzinnen is dus geen remedie tegen het leven?
'Max is heel erg kapot, maar weet wel te overleven. Hij vindt verdriet een privéprobleem waar zelfs zijn dochter niets van hoeft te weten. Ik schrijf best wel streng over de Joden. Max zegt dat ze zich maar hebben laten wegvoeren en zeker niet tot de laatste druppel bloed gevochten hebben.'
'Lara is een beroemd fotograaf. Fotografen leggen vast, maar hoeven niet echt te kijken. Ook een roman is maar een vervormde versie van de werkelijkheid, een poging je te onttrekken aan de wereld. Doen alsof je er niet bent. Een holle boom waarin je precies past; je kunt jezelf niet zien en anderen zien alleen die boom. Lara maakt een film over haar vader en laat hem zijn fantasieverhaal over Mallorca vertellen, misschien wel om hem te redden. Ze wordt zwaar aangevallen door de critici omdat ze de waarheid geweld zou hebben aangedaan.'
Waarom mag ze niet liegen over haar familiegeschiedenis?
'Omdat de Joodse geschiedenis heilig is, hè! Maar niet voor mij; daarom heb ik ook antisemitische haiku's opgenomen in het boek. Lara verzamelt die, omdat ze erin door wil dringen. Zij trekt wél de dood en de ellende haar leven in. Als je in zo'n omgeving geboren wordt, dan kun je het idee hebben dat jij het gouden ei bent. Lara moet het goed maken, voor het hele gezin en voor alle Joden.'
U ook?
'Ja, ik had ook het idee dat ik geboren ben om de wereld te redden. Ik heb een broer die officieel emigreerde naar Israël, maar binnen een week terugkeerde. Logisch, als je ziet hoe de Palestijnen daar behandeld worden. Mallorca is in het boek net zo'n droomwereld als Israël voor veel Joodse families was. Mijn moeder wilde helemaal niet praten over het Joods zijn, nergens over. En mijn vader, die niet-Joods was, vond dat hele Jodendom maar stuitend. Maar ik was een jonge onderzoeker en ben geobsedeerd geraakt door de concentratiekampen en alle verhalen over de familiegeschiedenis.'
Pam Emmerik heeft twee windhonden, die ingepakt in hondenjasjes braaf naast haar liggen in het café. Het zijn Spaanse woestijnhonden, een oorspronkelijk Egyptisch ras. Ze kunnen niet tegen kou. Emmerik heeft ze gered uit Spanje, waar deze jachthonden mishandeld worden en soms tot de dood opgehangen als ze niet meer nuttig zijn. Ze kan zich nergens zo kwaad over maken als over de mishandeling van deze honden. 'Ik word heel erg geraakt door onrechtvaardigheid. Eigenlijk trek ik me alles aan. De oorlog in de Centraal-Afrikaanse Republiek, vrouwen in Afghanistan, kindsoldaten. Maar hier kan ik tenminste iets aan doen, ik doneer een deel van de opbrengst van mijn tekeningen aan de hondenopvang in Spanje.'
Lara inWie het paradijs verdragen kan is ook gefascineerd door dood, verval, mishandeling. Zelf wordt ze mishandeld door haar vriend Marco, die zijn drugsverslaving door haar laat financieren. Waarom Lara zo geobsedeerd is? 'Omdat ik dat ben', zegt Pam Emmerik terwijl ze me recht aankijkt. Ze vertelt dat mensen die zich alles zo aantrekken, vaak met de nek worden aangekeken. 'Maar bij mij durven ze dat niet, want ik sla d'r op.'
Moet je niet heel sterk zijn om de wereld beter te kunnen maken?
'Ja, maar het is de vraag of je een keuze hebt. Lara is zelfdestructief. Ik probeer dat niet te zijn.'
Maria Vlaar ■
30/06/2014
Lara Daniëls heeft het met haar foto’s van jonge mensen aan de zelfkant van de maatschappij helemaal gemaakt in de internationale kunstwereld. Maar wanneer ze zich waagt aan een documentaire over de oorlogservaringen van haar Joodse familie, is ze de kop van Jut. Lara wist wel dat er daarover twee onverzoenbare verhaallijnen bestonden: de ene leidde naar Mallorca, de andere naar de Beemster. In de documentaire koos haar vader voor de versie waarin hun familie op het paradijselijke Mallorca zorgeloze jaren doorbracht, ver weg van de gruwel van de Tweede Wereldoorlog.
Nu zij van bedrog beschuldigd wordt, staat Lara erop dat haar vader voor eens en voor altijd klaarheid schept over dat oorlogsverleden. Hij meent echter dat de waarheid haar te veel verdriet zal doen en blijft die daarom voor haar verzwijgen. In de roman wordt de ware toedracht wel onthuld, want Lara en haar vader komen afwisselend aan het woord. En ja, het verhaal van Max is triest. Lara’s grootouders zijn niet de vader en de moeder van Max, want om niet in de handen van de nazi’s te vallen, pleegden die samen zelfmoord. Max, die ondergedoken was bij een godvruchtig boerenechtpaar in de Beemster, werd verliefd op ene Else. Ze kregen een zoontje, maar de baby haalde het einde van de oorlog niet. Lara, die drieëntwintig jaar later geboren wordt, doet hen herleven, maar toch kan Max zijn Mallorca-mythe, die hij schiep om in te schuilen, niet loslaten.
Tragisch is dat Lara haar vader verwijt de realiteit te ontvluchten in verzonnen verhalen, en zichzelf tegen haar eigen demonen beschermt door zich in te graven in haar kunstenaarschap. Haar carrière mag dan succesvol zijn, haar leven is een puinhoop, niet het minst door haar destructieve relatie met een Spaanse junk. Pas nadat deze Marco haar voor de zoveelste keer in elkaar geslagen heeft, komt het tot een breuk. En ook dan besluit Max om zijn dochter te beschermen door haar onwetend te houden, ditmaal over Marco’s verdere lot.
Pam Emmerik (1964) is schrijfster en beeldend kunstenaar. Deze roman had ze in 2006 voor driekwart af, toen ze een zware hersenbloeding kreeg, waarvan ze zes jaar revalideerde. Daags na de dood van haar man in 2012 begon ze aan het laatste deel. Ze grossiert in schrijnend drama en eenzame zielen, maar ten volle doordringen doet het allemaal niet. Daarvoor is vooral Lara een te vlak personage. Voorts wordt de tragiek ondergraven door nodeloze herhalingen en door Emmeriks grofgebekte, schreeuwerige stijl. Hoeveel zeventigjarigen zouden bij de reddende dokter van hun dochter denken aan ‘Zijn designspijkerbroek afstropen en Zijn kontgat aflikken om Hem’ […]? Bovendien braakt Emmerik onelegante metaforen uit dat het een lieve lust is. Wat stelt u zich bijvoorbeeld voor bij hoofdpijn hebben ‘als een varken dat tegen een bijl aangelopen was’? [Katja Feremans]
T.H.
Wijdlopige roman over een verstoorde vader-dochterrelatie. Lara (35) maakt als fotografe een documentaire over het oorlogsverleden van haar vader. Dat het verzonnen is, is Lara bekend, maar ze verwijt het hem wel. Ze vlucht naar Mallorca en daar wordt ze zo in elkaar geschopt dat ze het er ternauwernood levend van af brengt. Aan het bed van zijn dochter vertelt de vader zijn verhaal. Twee vertellers: Lara over haar vader en over geliefde Marco, en vader Max over zijn traumatische verleden. Beide verhaallijnen lijden onder een ‘teveel’: beelden hoeven niet altijd te worden uitgelegd, er zijn onnodige herhalingen, in het hoofd van Max is een brij van onbewust en bewust die literair aandoet maar het niet is. Dit is jammer, want de auteur (1964) kan wèl schrijven - dat blijkt uit de seksscènes en de beschreven foto’s! Ze is ook bekend als beeldend kunstenares. Ze raakte na een ongeluk in coma, maar kwam daaruit bij en wist nadien het manuscript van deze roman te voltooien. Ze won de Jan Greshoffprijs voor haar boek over kunst 'Het wonder werkt'. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.