Een film met Sophia
Herman Koch
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Ambo|Anthos, 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KOCH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, cop. 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KOCH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, cop. 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KOCH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, cop. 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KOCH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ambo|Anthos, cop. 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 202 |
Dirk Leyman
2/ei/07 m
Er zijn auteurs die slagzij maken en kansloos naar de bodem zinken wanneer ze op latere leeftijd een doorslaand succes boeken. Maar er zijn ook schrijvers die boven zichzelf uitgroeien onder de plotsklapse roem. De Nederlandse ex-cabaretier Herman Koch (°1953) behoort tot die laatste categorie. Dat bevestigde hij dit weekend nog in een interview met deze krant: "Sinds Het diner voel ik me net bevrijd en heb ik het gevoel dat ik kan doen wat ik wil." Dat merkte je al in opvolger Zomerhuis met een zwembad (2011), dat minstens even goed was als Het diner (2009).
Zonder dat hij op de hurken gaat zitten voor zijn publiek, gooit Herman Koch het in Geachte heer M. voorzichtig over een andere boeg, met een roman die zeker compositorisch complexer in elkaar zit dan zijn voorgangers. Toch heeft Koch geen greintje bespaard op suspense. En al evenmin op vermakelijk sarcasme, waarin de lasten van het schrijverschap driftig op de korrel worden genomen. Maar ook lezingenbezoekers, bibliothecaressen en het lerarengild krijgen ervan langs. Bovenal bezit dit boek een jaloersmakende spankracht én een leesvaart waarmee je je in de eerste klas van de Thalys waant.
De plot cirkelt om de schrijver Herman M., wiens ster al een poosje tanende is. Zijn grootste succes was Afrekening, een reconstructie van een verdwijningszaak rond de geschiedenisleraar Jan Landzaat. Maar verder speelt zijn ziekelijke fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog hem parten. Het is lastig om niet aan Harry Mulisch te denken (zie de initialen) maar gaandeweg wordt duidelijk dat Koch voor dit personage uit een conglomeraat aan schrijvers heeft geput. En daarbij blijft hij zelf allerminst buiten schot.
Het boek opent op dwingende, bezwerende wijze met een brief aan M. Die is afkomstig van zijn wat schichtige onderbuurman. Het lijkt alsof die nog een eitje te pellen heeft met M. Af en toe onderschept hij ook post. Een geval van stalking? Nog eigenaardiger wordt het als blijkt dat ook hij Herman heet. Grunberg lijkt haast mee aan zet. Korte, scherp gewette zinnen die doen wat ze moeten doen: de spanning opdrijven en je op je qui-vive zetten.
Het is deze Herman die vervolgens de allesverbindende spilfiguur wordt van het boek. Koch slingert ons terug naar de jaren zeventig, wanneer deze schriele schooljongen zich in een Zeeuws buitenhuisje heeft verschanst met zijn geliefde Laura. Lyceumleerlinge Laura blijkt eerder een affaire te hebben gehad met geschiedenisleraar Landzaat, uit stille revanche omdat Herman iets was begonnen met haar beste vriendin Stella. Nu is het Landzaat die zijn gram komt halen in Zeeland. Maar in nooit opgehelderde winterse omstandigheden verdwijnt Landzaat en krijgt Herman de verdenking van moord op zich geladen.
Krijgt de zaak-Landzaat opheldering? Met groot metier zet Koch ons voor schut, gedrild als we zijn om een uitgezette verhaallijn blindelings te volgen. We zien alle hoeken van de kamer en alle kleuren van de regenboog. Wie een rechttoe rechtaan-thriller verwacht, is eraan voor de moeite. Dat goed en fout bijlange geen zwart-witkwestie is, wordt er behoorlijk ingehamerd.
Koch opent in Geachte heer M. de gereedschapskist van de schrijver en laat ons naar zijn hamers, beitels en schroevendraaiers kijken. "In een roman - een verzonnen verhaal - dien je het toeval altijd zoveel mogelijk uit te bannen. Het toeval voelt zich meer op zijn gemak in de werkelijkheid. De werkelijkheid is zijn ideale jachtterrein." Maar moet een roman kloppen als een bus? En wat als je de werkelijkheid opoffert ten faveure van je verhaal? In Geachte heer M. wordt dat haasje-over tussen fictie en werkelijkheid een hele kunsttoer.
De strijd tegen middelmatigheid lijkt een ander leidmotief. Middelmatigheid van de schrijver bijvoorbeeld, die op zijn lauweren rust en op zijn maniertjes teert. Grinnikend hou je het potlood in de aanslag, gevlast op weer een bon mot en een spijkerharde formulering. Vooral het lerarenkorps moet het ontgelden: "Nergens kun je de middelmatigheid beter ruiken dan op een middelbare school. Het is een lucht die overal in doordringt, als de lucht uit een pan soep die te lang heeft staan pruttelen."
Met Geachte heer M. toont Koch nogmaals zijn talent, vakmanschap én durf. Want jazeker, hij strijkt zijn lezers ook tegen de haren in. Faut le faire, onder het oog van een publiek dat misschien vooral hongert naar een remake van Het diner.
Herman Koch,Geachte heer M., Ambo Anthos, 512 p., 22,95 euro.
DIRK LEYMAN ■
Jan Desloover
2/ei/09 m
Jan Desloover
SindsHet diner (2009) is een nieuwe Herman Koch 'Een Gebeurtenis'. Media-aandacht zat. Om het wat behapbaar te houden, heeft zijn uitgeverij een reeks interviewnamiddagen ingepland op haar kantoren aan de Amsterdamse Herengracht. Timemanagement is noodzakelijk, Kochs speelterrein is nu de wereld: hier een nieuw boek lanceren, straks een promotour door de VS, waarZomerhuis met zwembad verschijnt en waar Cate BlanchettHet diner zal verfilmen. Dat boek is nog altijd niet uitgezongen: ruim één miljoen verkochte exemplaren, en de meest vertaalde Nederlandse roman ooit.
Je zou denken dat het toch stilaan eens bergaf moet beginnen gaan.
'Het was geloof ikHet Parool dat in januari schreef: "Eén ding is zeker: Herman Koch komt nooit meer over het afgelopen jaar heen." Vond ik wel geestig. Het is natuurlijk goed mogelijk, maar het werkt bevrijdend als je dat gewoon accepteert en de dingen laat gebeuren. Misschien zal achteraf blijken datHet diner het hoogtepunt was. Het zij zo. Maar zelf denk ik van niet. Enkele maanden geleden vroeg mijn uitgever "of ik wat tevreden was over dat nieuwe boek". Ik heb hem gezegd: over twee jaar heeft niemand het nog overHet diner.'
De kracht van 'Het diner' en van 'Zomerhuis met zwembad' zat vooral in de mix van plotgedreven thriller en ethische vragen over goed en kwaad, over de relatie kind-ouders, thema's waarmee je een groot bereik genereert. Die ingrediënten zitten ook deels in 'Geachte heer M.' Kunt u zelf inschatten in hoeverre het succes van 'Het diner' mee bepaalt welk soort boeken u blijft schrijven, want na 'Zomerhuis.' zei u dat uw volgende boek evengoed iets totaal plotloos kon zijn.
'De voorbije jaren zei ik soms voor de grap tegen mensen: nu komt eindelijk die ontoegankelijke Koch waar alle lezers zich van zullen afkeren.'
Het is u niet gelukt.
'Nee, wéér niet gelukt!(lacht) En ik zal er wellicht nooit in slagen. Het is iets wat in je zit. Maar ik denk wel dat ik met dit boek iets wezenlijk anders heb geprobeerd. De plot doet er dit keer minder toe. Ik heb me, veel meer dan in eerdere boeken, die vanuit één ik-persoon verteld werden, uitgeleefd met een reeks verschillende stemmen. NaZomerhuis wou ik ook even geen gezinnen meer. En er is dit keer niet één grote morele of ethische kwestie, meer een aantal punten die aangeraakt worden.'
Wat u dan vaak doet, is geen stelling innemen, maar zoveel mogelijk standpunten over een bepaald onderwerp de revue laten passeren. Vindt u dat een taak van de literatuur?
'Het hoeft geen vooropgezet iets te zijn maar een roman, zoals een film of een toneelstuk, is wel een ideaal podium om verschillende opvattingen te presenteren zonder er een oordeel aan te verbinden. En ik houd er wel van om ook die meningen waar ik het niet mee eens ben een goeie kans te geven, anders maak je een karikatuur. Een mooi voorbeeld isSaturday van Ian McEwan. Daarin zit een discussie tussen een vader en zijn dochter over de Irakoorlog, die dan op beginnen staat. Iedereen weet dat McEwan anti-Bush is, maar bij monde van die vader voert hij een gewéldige argumentatie vóór een inval in Irak, ze is bijna beter dan de tegenargumentatie.'
'Het is ook een van de betere dingen die ik op de middelbare school heb gedaan: de Vietnamoorlog was bezig en ik had een wat aparte leraar Nederlands, een slimme man. Hij vroeg of er iemand was die, los van wat hij zelf vond, het standpunt van de Amerikanen wilde verdedigen. Toen heb ik mijn vinger opgestoken. Het is heerlijk om met goeie argumenten te winnen van je eigen mening, of in elk geval de strijd aan te gaan. Zulke stukken schrijf ik ook heel snel. InGeachte heer M. bijvoorbeeld die discussie op het Boekenbal over vrije meningsuiting en zo. Of het gesprek inHet diner waarbij iemand suggereert dat die dakloze misschien wel mee schuldig is aan zijn eigen dood.'
Niet iedereen smaakt die aanpak. In een van de weinige negatieve recensies over 'Het diner' leek Janet Maslin van 'The New York Times' die controversiële uitspraken te verwarren met uw persoonlijke standpunten. 'It's the morality of the story that is really sickening'.
'Terwijl dat boek niet amoreler of immoreler is dan de werkelijkheid, want er zit geen oordeel in. Ja, Maslin vond de familie Lohman "indigestible" - onverteerbaar. Het is me tijdens de voorpubliciteit in de VS vaker opgevallen: de verontwaardiging over de harde uitspraken over minderheden, daklozen. Zijn ze bang voor: oeps, er wordt een niet zo aardig zwart karakter opgevoerd, laten we oppassen, want we zijn nog maar net geëmancipeerd.'
Schrijver en personages uit elkaar houden dus. Maar in 'Geachte heer M.' maakt u het ons wel moeilijk. De verteller heet Herman en als hij zichzelf als kind beschrijft, lijkt ons toch de jonge Herman Koch naar voren te komen.
'Aanvankelijk heette hij geen Herman. Maar dan krijgt hij een vriendinnetje en begon ik me af te vragen hoe meisjes van zeventien naar jongens kijken. Daarmee ben ik beginnen spelen. Ik dacht: waarom laat ik haar niet naar mij kijken, zoals ik toen was? Een soort indirect zelfportret - je ziet iemand vaak veel beter door de ogen van een ander dan door zijn eigen ogen. Maar de oudere Herman, uit het eerste deel, die lijkt eigenlijk niet op mij. Die is toch eerder licht psychopatisch geobsedeerd. In zijn jeugd is hij meer iemand die een wat speciale plaats inneemt in zo'n vriendengroepje, en dat was in mijn geval wel zo.'
De jonge Herman is de origineelste geest in het boek. Hij komt met de leukste ideeën, de fijnste initiatieven.
'Auteurs die al dan niet via een omweg over zichzelf schrijven, doen zich vaak een beetje klunzig of onhandig voor, om daardoor juist sympathiek gevonden te worden. Maar ik dacht: ik moet gewoon eerlijk zijn, zeggen van: nou, zo klunzig was ik helemaal niet op mijn zeventiende.'(lacht)
Ergernis is een rode draad in uw oeuvre. Dit keer is middelmaat uw grootste target, zowel in de literatuur als in het middelbaar onderwijs. Wat dat laatste betreft: u constateert dat het daar wemelt van de mediocre figuren. Stel dat u de boel kon hervormen, wat zou u doen?
'Een van de problemen is dat het secundair onderwijs in zijn huidige vorm bijna niet beter te krijgen is. Mijn eigen ervaring is dat de leukste leraren het minst geschikt waren voor het beroep. Ze gingen er soms letterlijk onderdoor, gewoon omdat ze niet konden aarden binnen zo'n rigide systeem. Een van de beste leraren die ik ooit had, heeft een einde aan zijn leven gemaakt. Alcoholist, maar ook een levendig persoon. En die kleurrijke figuren worden steeds schaarser. Mijn idee is vaak dat niet-middelmatige mensen vandaag nooit leraar als beroep zullen kiezen.'
Misschien verandert dat als je het loon vervijfvoudigt?
'Maar je moet ook echt zin hebben om voor zo'n klas te staan. En dan nog: je werkt met mensen van vijftien of zestien, een leeftijd waarop ze daar helemaal geen zin in hebben. Wat ik denk dat gaat gebeuren, niet binnen tien maar misschien wel twintig jaar, is dat het middelbaar onderwijs zoals we het nu kennen grotendeels verdwijnt. Mijn zoon van negentien doet eindexamen, en je ziet nu al docenten geschiedenis of aardrijkskunde die zeggen: kijk dat maar gewoon na op internet, daar staat het beter dan ik het kan uitleggen. Die jongeren kijken ook al jaren online naar Amerikaanse tv-series, zonder ondertiteling. Maar ze krijgen dus wel zes jaar lang drie à vier uur Engels per week. Je kunt een dertienjarige in zes weken Engels leren. Russisch? Half jaar. En het hoeft ook niet allemaal klassikaal.'
'Op de school van mijn zoon was er onlangs een ouderraad, over wat we tegen al die afleiding van de smartphone, tablet en playstation en zo moesten doen. Ik hield mijn mond, maar ik dacht: weet je wat, je zou misschien eens moeten kijken hoe die leraar interessanter kan worden dan die smartphone, dáár zit het echte probleem. Gelúkkig hebben ze een telefoontje waarmee ze onder tafel nog iets leuks kunnen doen, anders is dat hele uur natuurlijk niet om door te komen.'
Als je een maatschappij draaiende wilt houden en dus zoveel mogelijk mensen 'mee' moet krijgen, ben je dan niet gedoemd tot middelmatigheid?
'Ik geloof het niet. Het gaat ook over plezier hebben in iets. Je kunt op restaurant een kelner zien die daar echt iets uit haalt, of je ziet iemand die alleen maar uitstraalt: ik hoor hier niet, want ik verdien eigenlijk veel beter werk. Het gaat om de prikkel die in het werk zelf zit, maar die je volgens mij ook kunt aanleren of overbrengen. Een tevredenheid met een bepaald soort klusje. Ik pas het zelf ook toe. Dan denk ik: misschien moeten al die mails nu eens heel snel beantwoord. Hop, op een uur, terwijl ik dacht dat ik er drie nodig zou hebben. Of je doet het net eens heel gedetailleerd: mijn huis is vrij rommelig, maar het gebeurt dat ik denk: als ik dat hoekje daar nu eens helemaal opruim. En dan ben ik zó blij, ook door de gedachte: zo zou de rest ook kunnen worden.'(lacht)
De momenten in dit boek waarop de middelmaat en de sleur doorbroken worden en de personages het bloed echt door hun aderen voelen stromen, zijn meestal nogal duister; als er al sprake is van genot, zit het eerder in donkerte dan in schoonheid: agressie, leedvermaak, 'foute' lust.
'Ja, daar zit wel iets in. Maar het is natuurlijk niet voor niets dat we van die Scorsese-achtige films houden, of vanThe Sopranos: het bestaan wordt erin gesublimeerd, en je krijgt het idee dat een leven van misdaad, brutaliteit, nog zo kwaad niet is.'
Maar u denkt niet dat als we de maskers laten vallen en doen wat we echt willen doen, zeggen wat we echt willen zeggen, dat het dan per definitie een ravage wordt.
'Nee hoor. Al laat M. zich in dit boek wel ontvallen: "Ze moesten eens weten wie ik werkelijk was." Dat heb ik ook wel eens: "Ze zouden eens moeten weten." Als je schrijft, ga je een beetje spelen met gedachten, meningen, maar de echte gedachten kun je er beter toch niet altijd in zetten.'
In de Angelsaksische pers bent u in elk geval wel al bestempeld als 'the Dutch master of the feel-bad novel.'
'Mijn werk is sowieso niet feelgood. Er zitten doorgaans ook weinig personages in waarvoor je veel sympathie voelt. Je denkt hooguit: die is wel slim of die heeft interessante gedachten, ik ga wel even met hem mee daar- en daarheen, maar je denkt ook: echt leuk zijn ze niet. Wat dat betreft, staan ze misschien ook wel met beide benen in de werkelijkheid.'
Het 'unheimliche' in uw boeken vloeit ook voort uit uw taal, die heel uitgebeend is. U zegt zelf het meest te genieten van zinnen die niet te moeilijk lopen, maar toch net iets bijzonderder zijn dan de droge mededeling. Hoe kom u daartoe?
'Moeilijk te benoemen. Soms schrijf ik een zin die precies weergeeft wat ik bedoel. Maar veel vaker vind ik er geen bal aan. "Hij hield het autoportier voor haar open en zij stapte in": zoiets wil je er natuurlijk niet in, maar het hoeft ook niet te zijn: "Het blikkerend licht van de auto reflecteerde in haar zonnebril." Asjeblieft! Het moet iets anders zijn, maar het recept ken ik ook niet helemaal. Ik merk wel dat het vaker lukt als ik snel doorwerk, een beetje als een schilder die enkele streken zet. Schrijf ik vier lelijke zinnen, maar dan komt er eentje die wel goed zit. En dan is het vaak kwestie van die vier voorgaande gewoon weg te halen.'
U schrijft nu voor de hele wereld. Dan zijn er een aantal dingen die niet meer kunnen?
'Ik kan dat besef in elk geval niet meer uitvlakken, maar ik wil me zo weinig mogelijk laten remmen. Zodra je gaat denken: "het Boekenbal bestaat alleen in Nederland dus schrijf ik er niet over", tja. Kijk naar Michel Houellebecq: die trekt zich nergens iets van aan en wordt ook overal gelezen.'
De kern in uw werk is sowieso vrij universeel. Toch wordt u niet overal op dezelfde manier gelezen: in sommige landen beschouwen ze uw werk als satire, in andere als zwarte komedie. Zijn er interpretaties waarvan u staat te kijken?
'Dat satirische heb ik nooit zo begrepen. Het zou betekenen dat ik dingen echt uitvergroot, wat ik niet doe. En bijHet diner viel het me op dat ze zich in Rusland niet goed raad wisten met dat gewetensprobleem of je je kind aan de politie moet uitleveren. Dat speelde daar niet, zeiden ze: "Je kind aan de politie uitleveren is hier wel het laatste wat je doet." Of in Marseille, waar ik was uitgenodigd op een, zeg maar, marginale school. Daar waren die leerlingen zo blij met dat boek, omdat er eindelijk eens ouders waren die het opnamen voor hun kinderen die vervolgd zouden kunnen worden door de politie. Ze hadden allemaal wel een broer of een oom in de gevangenis. Dus de moraal werd helemaal omgedraaid: "Zie je, die mensen aan tafel zijn goeie mensen want ze beschermen hun kinderen."'
U schrijft al dertig jaar, de eerste kwarteeuw met minder commercieel succes dan de jongste vijf jaar. Uw tv-werk zal daar niet vreemd aan zijn. Als u opnieuw kon beginnen, zou u het dan anders doen?
'Lastig om te zeggen. Televisie heeft me geholpen om op een bepaalde manier naar de dingen te kijken(samen met Michiel Romeyn en Kees Prins maakte Koch van 1990 tot 2005 het absurdistische, intussen ook mythische programma'Jiskefet', red.), maar ik denk toch dat als die tv er niet was geweest, ik me als schrijver sneller had ontwikkeld. Dan was mijn vijfde boek misschien al iets geworden alsHet diner. Het schrijven is heel lang heel versnipperd verlopen. TussenRed ons, Maria Montanelli(zijn debuutroman uit 1989, red.) enHet diner is alles in stukken en beetjes geschreven. Dus ja, er had misschien wat minder verstrooiing mogen zijn.'
Jan Desloover ■
L.A.A. Kruse
Vier personages vormen de hoekstenen van deze roman. Jan Landzaat, een jonge, getrouwde geschiedenisleraar heeft in de jaren zeventig van de 20e eeuw een kortstondige affaire met Laura, een leerlinge uit de 5e klas, stalkt haar en verdwijnt op een dag op mysterieuze wijze. Een nogal arrogante schrijver, M. (Mulisch?), schrijft een succesvolle roman over deze geruchtmakende zaak, ‘Afrekening’. Zijn benedenbuurman, ene Herman (destijds medeleerlinge en geliefde van Laura), schrijft hem zo’n veertig jaar na Landzaats verdwijning een nogal dreigende brief, waarin hij aankondigt dat hij i.v.m. de wijze waarop M. de kwestie fictionaliseerde, ‘bepaalde plannen’ met hem heeft. Wordt de zaak Landzaat alsnog opgehelderd? De vlot lezende roman toont de gevaren van ‘framing’, heeft elementen van een thriller, is een satire op het literaire wereldje en lijkt nogal autobiografisch, alleen al omdat Koch via Herman (!) en M. een literair zelfonderzoek lijkt uit te voeren. De vertellers Laura en Ana (M.’s vrouw), steken wat bleekjes af tegen de andere drie vertellers, zodat begin en eind van de roman het sterkst zijn. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.