Het grote boek van vergeten prinsessen
Philippe Lechermeier
Philippe Lechermeier (Auteur), Aurélia Fronty (Illustrator), Ed Franck (Bewerker)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2013 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : LECH XXL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2013 |
JEUGD : VERHALEN GEEL (7-8 J.) : LECH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2013 |
JEUGD : VERHALEN GEEL (7-8 J.) : LECH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2013 |
Woord Jeugd Verhalen :
|
31/10/2013
In een beschouwing van het werk van Rébecca Dautremer (De Leeswelp 9, 2012) besprak ik Het grote boek van vergeten prinsessen (2006), dat Dautremer maakte met Philippe Lechermeier. Lechermeier lijkt met Feeëngeheimen een zusterboek te hebben afgeleverd, ditmaal in samenwerking met de Franse illustratrice Aurélia Fronty. Het boek werd in 2009 in Frankrijk uitgegeven en is door Ed Franck bewerkt voor het Nederlandse taalgebied. ‘Bewerkt’ klinkt als een wat groot woord, omdat het gaat om een vertaling en niet zozeer om wezenlijke veranderingen in het verhaal, maar ondanks dat verdient Franck absoluut credits voor zijn werk: het boek zit vol alliteraties, gedichtjes en naamgrapjes, en het vertalen kan aldus geen eenvoudige klus zijn geweest.
Al bladerend dringen de vergelijkingen met Het grote boek van vergeten prinsessen zich op: hetzelfde formaat, beide een dame op het omslag en gelijkaardig uitgevoerd in overwegend één kleur: rood voor het prinsessenboek, groen voor het feeënboek. Ook inhoudelijk zien we hetzelfde principe van korte verhaaltjes, gedichtjes en instructies voor bijvoorbeeld het maken van toverdrankjes of het samenstellen van een toverpakket. Magie en fantasie zijn de overkoepelende thema’s van Feeëngeheimen, en dat heeft Lechermeier goed uitgewerkt: luchtige, praktische teksten wisselen af met wat filosofischere beschouwingen, bijvoorbeeld bij ‘Echo Lalie’, die almaar rondrent en talloze geheimen bewaart. We komen de meest uiteenlopende feeën tegen, waarvan voor de taalliefhebber Katharina Koppelteken wel de leukste is. Hier en daar zijn de teksten wat fragmentarisch. Het slot geeft hier bijvoorbeeld blijk van met wat losse ‘laatste geheimpjes voor we afscheid nemen’. Toch houdt Lechermeier ook hier de magische, filosofische ondertoon vast: ‘De nacht wordt in kelders en op oude zolders opgeborgen als de dag aanbreekt’.
De prenten van Aurélia Fronty zijn kleurrijk en gevarieerd: de ene keer fijntjes gedetailleerd, de andere keer gedomineerd door vlakken kleur en groot uitgevoerde personages. In haar stijl doet ze denken aan het fauvisme van Henri Matisse en het expressionisme van Amedeo Modigliani, vooral wanneer we kijken naar de scherpe gezichten, de neuzen uit één lijn en de dun-ovale ogen van haar personages. Fronty werkt veel met vormen als strepen, blokjes en cirkels, waarmee ze dynamiek en afwisseling in haar prenten brengt. De vormgeving van het boek is prachtig: de tekst kromt, golft en buitelt over de bladzijden en draagt zo effectief bij aan de sfeer van magie die Feeëngeheimen oproept. Het blijft jammer dat de prentenboekenwereld er nog steeds niet van lijkt te zijn doordrongen dat de naam van de vormgever óók een plekje op het omslag verdient. In dit geval draagt het werk van Sin Aerts het verhaal net zozeer als dat van Fronty en Lechermeier.
Feeëngeheimen is een boek vol variatie en kan op verschillende niveaus door jong en oud worden bekeken en gelezen. Wie Lechermeiers Het grote boek van vergeten prinsessen kent, kan twee kanten op: hem betichten van een herhalingsoefening, of hem dat niet kwalijk nemen en Feeëngeheimen beschouwen als een jonger zusje van het vorige boek. Zelfs in het eerste geval valt er nog volop te genieten van wat auteur, illustrator, vormgever en — vooruit — bewerker in dit boek samen hebben gecreëerd.
[Marloes Schrijvers]
Eva Kramer
Mensen denken dat je toverkunsten alleen kunt leren uit stoffige boeken vol formules. Maar magie zit vlak onder je neus. Het enige wat je hoeft te doen, is echt kijken en speuren. Dan vind je Filomeentje Buitenbeentje met haar droommachine, zie je hoe Zoe Zwaenepoel nachtmerries (een donker ingedeukt balletje) onder hoofdkussens schuift, ontdek je het geheim van de familie Warboel of bedenk je samen een nieuwe taal. Prachtig vormgegeven poëtisch voorleesboek (groot formaat) waarin fantasie, dromen en de onbevangen blik van kinderen aan elkaar geregen worden. Bij de korte verhalen staan tips om het toveren zelf uit te proberen. De Franse auteur schreef eerder 'Het boek over vergeten prinsessen' (2006) en 'Geheime geschriften van Klein Duimpje'* (2010). Naast het speelse gebruik van taal (bewerking Ed Franck) verrijken de paginagrote illustraties het geheel: in verf en inkt, vol kleur, detail en verfijning zijn de prenten oorspronkelijk en niet té mooi, wat ze des te aantrekkelijker maakt. Achterin staat een lijst van de personages en een inhoudsopgave. Fraai (voor)leesboek met licht-filosofische inslag voor een breed publiek. Voor fijnproevers en dromers. Om voor te lezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 10 jaar.
Veroniek de Visser
ua/an/22 j
Om echte magie en tovenarij te kunnen ontdekken moet je goed kijken, want het zit allemaal vlak onder je neus. Tenminste, dat beweert de fee in dit kleurrijke voorleesboek. De meeste personages hebben een bijzonder talent: Filomeentje Buitenbeentje heeft de eerste droommachine uitgevonden, Janneman is een van de laatste maanvissers, Kiki Kakel kan elke dierentaal spreken (zelfs de vreemdste en de moeilijkste), Viola Vlieghe kan van gedaante veranderen, ... In het boek vind je trouwens het volledige recept om eens in iets of iemand anders te veranderen en er van top tot teen totaal anders uit te zien (en hoe dwazer, hoe beter). Of wil je een keertje onzichtbaar worden? Of weten hoe je een nieuwe taal kan bedenken? Je verneemt het allemaal en nog veel meer in dit werk van Philippe Lechermeier. Ed Franck zorgde voor de knappe bewerking en Aurélia Fronty leverde de sprookjesachtige illustraties. De fantasievolle weetjes bieden ook een kans om te filosoferen met kinderen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.