Waarover ik praat als ik over hardlopen praat
Haruki Murakami
Haruki Murakami (Auteur), Jacques Westerhoven (Vertaler)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Atlas Contact, 2014 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MURA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas Contact, 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : MURA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas Contact, 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : MURA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas Contact, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 874 |
Saskia De Coster
ua/an/08 j
Verstilling is vintage Murakami. In zijn romans wemelt het van de vrijgezelle dertigers die moeite hebben om hun draai te vinden in deze wereld, die spaghetti koken en mijmeren, tot een weirde gebeurtenis zoals een terugkerende onbekende aan de telefoon hen opschrikt en een serie rariteiten in gang zet.
Maar qua plot krijgen we in deze voor Murakami's doen dunne roman (361 pagina's) niet het gebruikelijke associatieve vuurwerk waarbij een dolende hoofdfiguur zonder probleem door muren kan lopen of op een Aapman botst. De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren is een opvallend ingetogen roman met als uitgangspunt de door psychoanalyse ingepeperde wijsheid dat je eerst moet afrekenen met je demonen uit het verleden, voor je het geluk en de liefde in het heden aankan.
Als tiener bracht Tsukuru al zijn tijd door met een hechte groep van drie jongens en twee meisjes. De letterlijk kleurloze Tsukuru - de anderen hadden allemaal een naam met een kleur (de Rode, de Blauwe, Witje, Zwartje) - verhuist als enige van Nagoya naar Tokyo om er te studeren. De vijf vrienden blijven elkaar zien, tot de vier anderen hem out of the blue laten vallen.
Vijf maanden zweeft de eenzame, uitgestoten Tsukuru Tazaki na die plotse verbanning tussen leven en dood. De traumatische ervaring verandert hem onherroepelijk, zelfs uiterlijk.
Een Murakami-lezer proeft al dadelijk een snuifje Norwegian Wood. Ook hier gaat het om dat pijnlijke gevoel dat adolescenten met zich meeslepen, het gevoel te veel te zijn en onbegrepen in de liefde.
In zijn eenzame studententijd ontmoet Tsukuru Haida (Grijs), een soort spiegelfiguur met wie hij kan filosoferen en eindeloos kauwen op aforismen als "de oorsprong van zelfstandig nadenken is pijn". Iets waar een lezer ook genoeg ruimte voor krijgt door de serene sfeer en het gezapige verteltempo. Ook Haida verdwijnt opeens geruisloos uit Tsukuru's leven.
Dat verhaal wordt in het eerste deel verteld met veel over-en-weerspringen in de tijd. Tsukuru leidt een eentonig, eenzaam bestaan als ontwerper van treinstations. Wanneer hij een zekere Sala leert kennen, een meisje op wie hij verliefd wordt, wijst die hem er kordaat op dat hij beter eerst helderheid schept in zijn verleden, wil hij uit zijn zelf opgelegde isolatie stappen.
Gehoorzaam en gedreven door innerlijke nood gaat Tsukuru op onderzoek naar zijn old stomping ground. In het lineaire tweede deel wordt hem zonder poespas de verbijsterende reden van de vriendenbreuk verteld. Exit detectiveroman, enter de coming of age.
"The violence that's there as a latent possibility", noemt Murakami het in een verslag in het Amerikaanse tijdschrift Granta over zijn terugkeer naar de stad Kobe na de aardbeving van 1995 die aan ruim 6.400 Japanners het leven kostte. Geweld als ontregelend basisprincipe, in de moderne maatschappij, in de seksualiteit, in onszelf, Murakami's hele oeuvre is ervan doordesemd.
Zoiets toont de auteur doorgaans door de deur van de werkelijkheid op een kier te zetten in wat de Nederlandse schrijver P.F. Thomése eens treffend 'slaapwandelaarsproza' heeft genoemd. Ook Witje, het voorwerp van Tsukuru's vroegere erotische dromen, is door schokkend geweld getroffen. Altijd is er de wrede mogelijkheid van "een soort droom die veel reëler en concreter is dan de werkelijkheid zelf".
Enig minpuntje
Murakami volgt als vanouds behendig de kolkende bochten van de logica van het hart en weet een mierzoet einde te ontwijken. Het enige minpuntje in deze getemperde, uitgezuiverde roman is dat de soms revolutionaire kracht die van Murakami's werk uitgaat, het vermogen om in of met fictie de wereld om te buigen en de lezer te leiden naar de wereld die door het Onlogische wordt geregeerd, net iets te veel teruggebracht is tot een Hartenrubriek.
Maar De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren is Murakami op zijn zuiverst. Een roman als een gletsjer die smelt tot je je laat meedrijven op de hartenpijn van het postadolescent zijn.
Saskia de Coster is schrijfster, columniste bij deze krant én fervente Murakamifan. Haar laatste roman is Wij en ik.
Haruki Murakami, De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren, Atlas, 361 p., 19,95 euro. Vertaling: Jacques Westerhoven.
SASKIA DE COSTER ■
ua/an/10 j
Geen ongebreidelde fantasmagorie dus, maar een verstild boek met bedaarde beschrijvingen en kalme conversaties, terwijl op de achtergrond voortdurend de melancholische pianosuite 'Le mal du pays' uit de cyclusPelgrimsjaren van Franz Liszt weerklinkt. In een uitvoering - want aan dergelijke details hecht Murakami - van de Rus Lazar Berman.
Tsukuru Tazaki is in al zijn kleurloosheid geen unicum in het universum van Murakami. Al zijn mannelijke hoofdpersonages zijn in regel maar heel gewoontjes. Wat dat betreft dus niets nieuws onder de rijzende zon. Al is Tsukuru misschien nog net iets kleurlozer dan al zijn voorgangers. Van de hechte vriendenkring waarvan hij in zijn middelbare schooltijd in de stad Nagoya deel uitmaakte, was hij de enige die geen 'kleur' in zijn naam had. De anderen - twee jongens en twee meisjes - heetten (vertaald uit het Japans) Rodeden, Blauwezee, Wittewortel en Zwarteveld. Bij die kleuren horen ook uitgesproken eigenschappen: de 'Rooie' was een wat opvliegende bolleboos, de 'Blauwe' een opgeruimde sportman, 'Witje' een stille pianiste, 'Zwartje' een praatgrage en humoristische boekenwurm. 'Tsukuru' betekent zoveel als 'maker'. De jonge ingenieur was voorbestemd om op zijn zesendertigste, het moment waarop we met hem kennismaken, stations te gaan bouwen. Geen creatieve architecturale parels, maar functionele gebouwen die de massa inwoners van Tokio moeten managen op hun lange weg door het dagelijkse leven.
Trauma
Nog geheel volgens het recept van Murakami heeft Tsukuru af te rekenen met een joekel van een identiteitscrisis. Nadat hij van Nagoya naar Tokio verhuisde om te gaan studeren, werd hij immers om duistere redenen door zijn vrienden uit de groep gegooid. Die afwijzing zadelde hem op met een trauma. Overgeleverd aan zijn eigen kleurloze, verstoten, sociaal en relationeel onaangepaste zelf, kijkt hij in de miljoenenstad somber de dood in de ogen. Tot hij aan zijn pelgrimstocht begint. Daarvoor passeert Tsukuru langs verschillende stations in het verleden, in de hoop dat hij dat verleden daarna zal kunnen laten rusten om aan zijn toekomst te beginnen.
De plot ontvouwt zich dus in netjes op elkaar aansluitende suites, ietwat voorspelbaar. Dat is een zeldzaamheid in het werk van Murakami. Natuurlijk gebruikt die nog altijd vervreemdende elementen. De tussenschotten tussen droom en werkelijkheid zijn andermaal dun, enkele mysterietjes krijgen geen concrete oplossing, verschillende motiefjes intrigeren en houden de zintuigen van de lezer scherp. Thematisch weidt Murakami uit over moeizaam opgroeien, over de beklemmende anonimiteit van de stad, over de prestatiedruk in de Japanse samenleving, over het verlopen van de tijd, over het nut van het graven in je eigen psyche en verleden, over tegenstrijdige emoties als jaloezie en bindingsangst, over tegenstrijdige verlangens als die naar geborgenheid en die naar avontuur.
Techniek
Murakami-fans zullen wellicht het gevoel krijgen dat ze deze roman al eens hebben gelezen in andere woorden. Maar kun je het een kunstenaar kwalijk nemen dat hij herhaalt waarin hij bedreven is? Misschien heeft Murakami het wel in zekere zin over zichzelf als hij op het einde de bescheiden opdracht van Tsukuru als 'maker' omschrijft. 'Je een techniek eigen maken en dingen leren maken die vorm hebben - dat was goed. Daar hielp je de wereld mee.' En: 'De vraag waar Tsukuru zich mee bezig dient te houden, is op welke manier hij die ontstellende aantallen mensen in veilige banen kan leiden. Daarvoor worden geen diepzinnige overpeinzingen van hem vereist. Wat wél van hem vereist wordt, is dat hij met iets op de proppen komt dat werkt.'
Ook al omdat Murakami zo expliciet is in zijn troostende, therapeutische overpeinzingen, ga je op een gegeven moment bijna denken dat hij dit boek geschreven heeft voor de jonge lezers die hem aanschrijven over hun persoonlijke onzekerheden. Dat hij voor hen met iets op de proppen wil komen dat werkt. In die zin lijkt dit boek ons vooral geschikt voor dat lezerspubliek. Hoewel we het niet betreuren met Tsukuru Tazaki te hebben kennisgemaakt, en misschien zelfs even gecharmeerd waren door de waarachtige kleurloosheid van deze middelmatige roman.
HARUKI MURAKAMI
De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren.
Vertaald door Jacques Westerhoven, Atlas Contact, 362 blz. 19,95 ?.
De auteur: de Japanner heeft een wereldwijd een enorme aanhang.
Het boek: opvallend gewoontjes, net zoals het kleurloze hoofdpersonage.
ONS OORDEEL: we hebben dit boek al eens eerder gelezen in andere woorden.
¨¨¨èè
Roderik Six
ru/eb/26 f
Geen betere vorm van literaire klantenbinding dan een hoofdpersonage waar het publiek zich in herkent. In tegenstelling tot andere wereldschrijvers die vaak intellectuelen met Indiana Jones-allures, dokters, architecten, politici of, lekker gemakkelijk, succesvolle of minder succesvolle auteurs laten opdraven als protagonist, zijn de vertellers in een doorsnee-Murakami-roman, nou ja, doorsnee. Elckerlycks, alledaagse mannen en vrouwen die een grijs bestaan leiden, zonder veel pieken en dalen, maar daar best gelukkig mee zijn en niet per se overlopen van ambitie.
Het voorbeeld bij uitstek daarvan is Toru Okada uit Murakami's doorbraakroman De opwindvogelkronieken (1995). Op de openingspagina's staat Toru, net als u en ik op een doordeweekse dag, spaghetti te koken. Hij zit even tussen twee jobs in - zijn vorige baan was iets vaags, veredelde loopjongen in de juridische sector - maar maalt niet om zijn werklozenbestaan; zijn grootste zorg is de kooktijd van zijn pastaslierten, de nieuwe roman waarmee hij zich knus op de bank wil nestelen en de poes die blijkbaar is weggelopen. Dat hij opgebeld wordt door een onbekende vrouw die hem erotische fantasieën toefluistert, kan hem gestolen worden. Nog voor ze hem kan opwinden, heeft Toru alweer neergelegd - seksueel avontuur, élk avontuur, interesseert hem maar matig. Tot ook zijn vrouw van de aardbodem verdwijnt. Dan moet hij, met nadrukkelijke tegenzin, wel in actie schieten.
Enige onwil is Murakami's protagonisten niet vreemd. Ze staan niet te springen om de sleur te doorbreken, worden zelfs opstandig als hun schepper hen bizarre opdrachten probeert op te solferen. Liefst van al willen ze eenvoudigweg met rust gelaten worden, hun krant lezen, een jazzplaatje beluisteren, een paar biertjes doen. Maar als het moet, dan moet het, en schoorvoetend sukkelen ze de wonderlijke avonturenwereld van Murakami binnen.
Murakami's hoofdpersonages zijn ook tamagotchi's: op gezette tijden, om de zoveel pagina's, moeten ze eten, drinken en slapen. Net als echte mensen. Murakami spendeert heel wat alinea's aan etensbeschrijvingen - een primaire nood waar literaire helden van andere auteurs verstoken van blijven - en ook die aandacht voor het alledaagse kweekt betrokkenheid. U moet ook meermaals per dag naar de koelkast, of, indien die weeral leeg is, naar de winkel. Een heel gedoe, het leven - Murakami begrijpt u. Meer nog: Murakami heeft van u een held gemaakt.
Common people, akkoord, maar dat is niet voldoende. Enerzijds wil iedereen zijn zondag spenderen op de bank, hapje en drankje binnen handbereik, filmpje op de buis, en anderzijds weerklinkt, heel stilletjes en diep vanbinnen, nogal altijd de lokroep van het avontuur. Een groots en meeslepend leven - en in die escapistische aandrang hebt u in Murakami een bondgenoot gevonden. Veel hoeft u, en het hoofdpersonage, niet te doen: het sprookje komt gewoon aanbellen. Daar staan ze plots voor de deur: de spookgeneraals, de dwergen, de wandelende Johnnie Walker-logo's, de mysterieuze en wulpse vrouwen die u - nogmaals: onder mild protest - meelokken naar een droomwereld die verdacht veel op de echte wereld lijkt, ware het niet van de geheime deuren, de liften die parallelle universums aandoen en de pratende katten die u onderweg lastigvallen.
Een vleugje surrealisme is ons Magritte-volk nooit misvallen. Of het magisch-realisme van Johan Daisne, dat u nog kent van op de schoolbanken, wat meteen de populariteit van Gabriel García Marquez en Isabel Allende verklaart. Stapels Zuid-Amerikanen hebt u tien jaar geleden verslonden. Nu is het tijd voor een Japanner, die weliswaar aanleunt bij een literaire traditie waarin het niet steekt op een draak of een samoerai meer of minder, maar u als lezer bij het handje neemt: zijn protagonisten zijn nuchtere wezens die hun verbazing over de stoet sprookjesfiguren niet onder stoelen of banken steken. 'Een pratende aap? Een schaap met een ster op zijn vacht? Oké, het zal wel. For the sake of argument dollen we graag mee.'
Doch, Murakami houdt mate, last regelmatig een kritische frons in en zorgt dat zijn werk nooit helemaal van de aardse pot gerukt is. Want u moet maandag gewoon weer gaan werken, liefst zonder nazinderende hallucinaties. Murakami schenkt u dromen, geen wereldschokkende visioenen.
Murakami houdt van zijn vak, en dat voel je. Hij is er ook verdraaid goed in - zelf ben ik mateloos jaloers op mensen die nog aan Murakami mogen beginnen, die voor het eerst zijn taalgevoel, humor en zin voor alledaagse tragiek mogen proeven. Oké, Murakami's boeken zijn vaak inwisselbaar, en hij doet weinig moeite om te vernieuwen - in Japan gold hij lange tijd zelfs als een crowdpleaser, een pulpschrijver die het literaire equivalent van manga's op de markt gooide - maar an sich is er niets mis mee. zijn romans zijn telkens net dat tikkeltje anders, slagen er telkens in je weer ademloos aan de sofa vast te nagelen. Soms wil je gewoon een goed boek lezen, net als Murakami's hoofdpersonages: op de bank, een meeslepende klepper op de schoot, een biertje binnen handbereik - we vallen, net als Murakami, in herhaling.
Populistisch of niet, en passant raakt Murakami wel grote thema's aan. Zeker zijn meest grimmige roman, Norwegian Wood, (1987) snijdt diep: verloren liefdes, zelfmoord, de fragiliteit van vriendschappen - Murakami's critici mogen hem dan wel verwijten dat hij veredelde stripverhaaltjes neerpent, het zijn er vaak van Otomo-niveau en niet zelden spelen zich tussen Murakami's kaften shakespeareaanse drama's af. En als hij u tussendoor iets kan vertellen over de Japans-Chinese Oorlog, of u een kleine geschiedenis van de jazz kan meegeven, zal hij het niet laten. Zo levert hij het ideale product af voor de zelfrelativerende meerwaardezoeker: hoogstaand amusement dat zichzelf niet dodelijk ernstig neemt en tegelijk de zware thema's niet schuwt. Ideaal voor een doorsneezondagavond, op de bank, klassiek muziekje op, gechambreerde bordeaux en nootjes binnen...
DE KLEURLOZE TSUKURU TAZAKI EN ZIJN PELGRIMSJAREN
Haruki Murakami , Atlas Contact (originele titel: Shikisai wo motanai Tazaki Tsukuru to, kare no junrei no toshi), 363 blz., ?19,95.
DOOR RODERIK SIX ■
31/05/2014
De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren is het verhaal over Tsukuru Tazaki, die als enige van zijn vrienden geen kleurverwijzing in zijn naam draagt. Tijdens zijn jeugd had hij een buitengewoon sterke vriendschapsband met de Rooie, Witje, Zwartje en de Blauwe. De uren die ze samen doorbrengen zijn zoet en harmonieus. Omwille van zijn universitaire studies vertrekt Tazaki uit Nagoya naar Tokyo. Plots krijgt hij een telefoontje van een van hen dat hij niet meer tot hun groep behoort. De reden waarom ze geen contact meer willen blijft duister en de mededeling brengt hem tot een slepend doodsverlangen. Slechts na ettelijke maanden wordt zijn gemoed iets lichter, maar de gebeurtenis blijft als een donderwolk boven zijn leven hangen. Tazaki ontmoet nieuwe vrienden en ook een nieuwe liefde, Sala. Zij port hem aan zijn oude kameraden op te gaan zoeken. De tocht brengt hem tot in Finland, en zal hem enige rust bezorgen.
De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren bevat veel elementen die we terugzien in de rest van Murakami’s oeuvre: het schijnbaar uitzichzelf treden/bestaan in een andere wereld, typische eenlingen die steeds de spilfiguur van het boek zijn, de vele verwijzingen naar muziek. Tevens is er het sterke doodsverlangen — een ander vast Murakami-thema. Ook verteltechnisch wijkt Murakami niet van zijn stramien af. Ook in De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren zijn verhalen een sleutelelement in het geheel. Iedereen vertelt ze aan elkaar — en dan zijn er nog de voorvallen en gebeurtenissen in dromen die een eigen leven lijken te leiden.
Kortom, dit is een echte Murakami. Natuurlijk bestaat door die herkenbaarheid het risico dat de schrijver vervalt in trucjes en technieken waarvan hij weet dat de lezer ze lust. Maar dat is ook het geval bij de betere detective. En Murakami is talentvol genoeg om ondanks die herkenbaarheid boven het maaiveld van de fictie uit te komen. Verhaal en inhoud zijn sterk genoeg; als je echt een punt van kritiek wil leveren, kan je zeggen dat het verhaal wat traag op gang komt, maar echt hinderen doet dat eigenlijk niet. Bovendien slaagt Murakami ook nu weer in zijn ambitie om zijn werk toegankelijk te maken voor een breed publiek. De lezer wordt aangesproken op zijn gevoelsleven doordat hij meer dan eens emoties en gedachten meent te herkennen.
Haruki Murakami speelt een spel met de lezer, zoals hij dat in al zijn boeken doet. Niet alleen taalkundig, maar ook via objecten als een glas Cutty Sark, een landkaart en de telefoon die schijnbaar toevallig ook in dit werk weer prominent opduiken. De telefoon is bovendien ook in deze Murakami zowat het belangrijkste instrument om op essentiële momenten een mededeling te doen. Aldus levert Haruki Murakami opnieuw een fascinerend boek af, waarin de lezer zich bij tijden in een andere wereld waant. Misschien is voor sommigen het nieuwe en verrassende er wat af, maar dat maakt de kwaliteit van zijn werk er niet minder op. [Marjan Bex]
Jan Joosse
De Japanse auteur Haruki Murakami (geb. 1949) is na een valse start – zijn eerste in het Nederlands vertaalde boeken haalden net 600 exemplaren – uitgegroeid tot een hooglijk gewaardeerde schrijver. Iedere nieuwe titel van hem komt direct op de bestsellerslijst. Zo ook dit boek, waarin hij op zijn eigen wijze vorm geeft aan de zoektocht van een eenling naar de motieven van zijn vroegere vrienden om hem zo’n zestien jaar eerder zonder enige uitleg uit hun vriendengroep te stoten. Hij vertelt over diens ervaringen in het grensgebied tussen droom en werkelijkheid en zijn pogingen zijn bestaan te duiden. Tsukuru Tazaki ziet zichzelf als een onbeduidende figuur, maar komt er naarmate het verhaal vordert achter dat anderen wel een zekere waardering voor hem hebben. Murakami schrijft onderkoeld in een vlotte stijl waarin al het overbodige is weggelaten. Daarbij vermengt hij typisch Japanse aspecten met elementen uit de Westerse cultuur. Daarin is hij uniek voor een Japanse auteur en dat maakt dat ook dit boek zeer toegankelijk is voor zowel Japanse als niet-Japanse lezers. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.