Otto-Jan zegt yolo tegen vakantie
Tommy Greenwald
Tommy Greenwald (Auteur), J.P. Coovert (Illustrator), Karin Vanpoucke (Vertaler)
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Abimo, 2013 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : GREE |
30/04/2014
De welbespraakte Otto-Jan heeft een hekel aan lezen. Of, om het met zijn eigen woorden te zeggen: ‘Ik denk […] dat “traumatische leeservaring” een pleonasme is.’ Hij doet er alles aan om maar niet te hoeven lezen: zijn vriend met ijsjes omkopen zodat die boeken voor hem leest, niets gaat hem te ver.
Ook tijdens het maken van zijn eindproject zet hij klasgenoten in. Helaas komt zijn plan uit wanneer zijn vriend Jasper zich op school verspreekt. Otto-Jan bekent en zijn straf is niet mis: óf hij leest in zijn vakantie tien boeken, of hij schrijft er zelf één. Daar Otto-Jan ervan overtuigd is dat hij een goed schrijver is (én hij lezen haat), kiest hij voor de laatste optie.
Otto-Jan benadrukt steeds dat hij korte hoofdstukken zal schrijven, maar lijkt dat dan na een hoofdstuk of twee al vergeten te zijn. Het resultaat is een, zeker voor onwillige lezers, toch vrij dikke pil van 234 pagina’s. Otto-Jan zegt nee tegen lezen leunt op een soort omgekeerde psychologie: wanneer je maar genoeg benadrukt dat de hoofdpersoon óók niet van lezen houdt, tips geeft hoe je zo min mogelijk kunt lezen en regelmatig stelt dat de lezer, nu hij toch al zo ver is, maar beter snel door kan lezen, zal de onwillige lezer uiteindelijk tóch dit boek uitlezen.
De lezer leesplezier bijbrengen, hem of haar aansporen om na dit boek nog meer exemplaren ter hand te nemen, zie ik met dit boek niet gebeuren. In die zin is het mooi dat de auteur ook tegen het eind van het verhaal trouw vasthoudt aan het gegeven dat sommige mensen gewoon niet van lezen houden. Otto-Jan past qua opbouw (korte hoofdstukken), illustraties (op iedere bladzijde) en thematiek in het rijtje van ‘Het leven van een loser’ en ‘Tom Groot’. De vormgeving is mooi, het verhaal nogal oppervlakkig. De 25 niet-leestips zijn leuk gevonden, maar tillen het boek helaas niet boven de middenmoot uit. [Saskia Kalter]
Ria de Schepper
Otto-Jan (ik-figuur) is al zijn hele schoolleven een niet-lezer. Nu hij op de middelbare school zit, wordt dat moeilijker. Hij heeft een afspraak met zijn vriend Tim, die hem in ruil voor ijsjes de inhoud van boeken vertelt. Als Tim afhaakt net voor ze een boekbespreking moeten inleveren, zoekt Otto-Jan een alternatief. Voor het eindproject komt hij in de problemen want dat betekent nog meer boeken lezen. Hij bedenkt een ingenieus plan. Zal dat slagen? Otto-Jan is een sympathieke jongen met veel vrienden. Hij vertelt over hen en typeert hun leefwereld geloofwaardig. Als niet-lezer heeft hij een reputatie hoog te houden. Hij spreekt de lezer direct aan en geeft, verspreid door het verhaal geplaatst, vijfentwintig bladzijden met grappige, vaak hilarische tips om niet te hoeven lezen. Deze zijn gedrukt in een ander, quasihandgeschreven lettertype. Er zit vaart in het verhaal, het is levendig verteld en het slot is verrassend. Het onderwerp, de schrijfstijl, de humor en de luchtige lay-out met enkele zwart-witte tekeningen kunnen niet-grage lezers ertoe aanzetten om dit boek te lezen, ook al is het behoorlijk lijvig en is het taalgebruik niet altijd eenvoudig. Een amusant en origineel leesboek voor zowel boekenwurmen als niet-grage lezers vanaf ca. 11 jaar.
Nicole Verbeke
ua/an/22 j
Otto-Jan heeft een hekel aan lezen. Hij is dertien jaar en heeft nog nooit een boek uitgelezen. Tim, zijn beste vriend, leest zijn boeken voor school en vat ze voor hem samen in ruil voor een beloning. Op een dag wil Tim niet meer en Otto-Jan moet op zoek naar een andere oplossing. Gelukkig wil Jasper de taak op zich nemen. Alles gaat goed, tot op een bepaald moment ...
Het boek is geschreven in de ik-vorm en Otto-Jan richt zich regelmatig rechtstreeks tot de lezer. Hij geeft onder andere heel wat tips om niet, of toch zo weinig mogelijk, te moeten lezen. Zo bestaat het boek uit 67 korte hoofdstukken (korte hoofdstukken maken het lezen immers aantrekkelijker als je van school enkele hoofdstukken moet lezen). Naarmate het boek vordert, worden deze hoofdstukken wel steeds iets langer. De tekst wordt aangevuld met tekeningen (dit maakt het lezen iets prettiger) en tussen de hoofdstukken in staan allerlei tips (lees enkel het eerste en laatste hoofdstuk, zo weet je waarover een boek gaat en hoe het eindigt. Meer hoef je niet te weten).
Het verhaal is origineel, maar als dit bedoeld is om aan te zetten tot lezen, is de doelstelling niet echt bereikt. Er gebeurt bitter weinig en pas op het einde zit er wat actie in. Het is een nogal saai en 227 pagina's dik boek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.