Gestameld liedboek : moedergetijden
Erwin Mortier
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2014 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MORT |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Gereserveerd |
De Bezige Bij, 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : MORT |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : MORT |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13752 |
Diane Broeckhoven
il/pr/19 a
Met Edgard Demont maakten we al eerder kennis in het met de AKO-literatuurprijs bekroonde Godenslaap: hij is de broer van de bejaarde Hélène. In De spiegelingen krijgt hij de hoofdrol toebedeeld. Edgard ontdekt en beleeft zijn geaardheid tijdens de Eerste Wereldoorlog, een tijd waarin homoseksualiteit niet getolereerd werd. Edgard zal zijn leven lang trouw blijven aan de huisknecht Pierre, maar laat op zijn oude dag al zijn grote en kleinere liefdes de revue passeren.
Matthew, een Engelse soldaat en zijn grote liefde, speelt een prominente rol in het verhaal. Hij trouwt uiteindelijk met Edgards zus, wat Edgard de bedenkelijke zekerheid geeft dat zijn minnaar altijd dichtbij is. Maar er zijn ook de Duitser Heinz, de Franse Jean en de Engelse Paul, een neef van Matthew. Als de Tweede Wereldoorlog op uitbreken staat, zijn er ook nog minnaars uit de Verenigde Staten en Japan. De symboliek van die landen in twee oorlogen is niet ver te zoeken.
De spiegelingen is een boek dat onder de huid kruipt, een verhaal over de waanzin van de oorlog maar vooral over de troost van de liefde. Erwin Mortier geeft commentaar op vijf opmerkelijke quotes uit de roman.
Onze wezenlijke geheimen blijven ook voor onszelf gesloten.
Ik geloof dat elk mens uiteindelijk voor zichzelf onkenbaar is. De grote dingen des levens, niet in het minst de liefde, overkomen ons meer dan dat we ze zelf oproepen of bewerkstelligen.
Het is een illusie om te denken dat we ooit voor onszelf of In Mortiers nieuwe roman De spiegelingen ontrafelt de bejaarde homoseksuele Edgard Demont, ooit officier in de Groote Oorlog, zijn van angsten doortrokken verleden en zijn liefdesleven.
voor elkaar volkomen transparante wezens zullen zijn. De spiegelingen heeft veel oog voor die diepe stilte in onszelf: waarom we houden van degenen van wie we houden bijvoorbeeld, of waarom we iemand hartgrondig haten.
Ik hou van de vrijbrief die ouderdom is.
Je moet ballast van je afgooien met het ouder worden, vind ik. Het leven zal ons nooit in al onze aspiraties en verlangens vervulling schenken. Je kunt die ontgoochelingen met je meeslepen tot je als een ouwe ezel onder die last door je broze poten zakt, maar wie heeft daar iets aan?
Je wordt ook minder kneedbaar met de jaren en je bent minder te intimideren.
Het zou gezond zijn voor onze samenleving als er wat meer intellectuele 'Benidorm bastards' zouden bestaan, die heilige huisjes besmeuren en vrolijk baldadig allerlei windbuilen doorprikken. In mijn jeugd heb ik altijd veel gehad aan non-conformistische ouderen die met hun eigenzinnigheid en trots mijn geest vol zuurstof bliezen.
Taal is een zachte, maar taaie emulsie.
We zijn altijd geneigd taal te zien in relatie tot de ons omringende werkelijkheid, het medium waarmee we de wereld benoemen en overzichtelijk maken. Het is een instrument, maar ook een scherm. Edgard Demont ontdekt in het boek de sensuele kant van de taal, dat ons meest uitgestrekte 'virtuele zintuig' is. Het zal wel geen toeval zijn dat Edgard het meeste spreekt wanneer hij bij zijn minnaars ligt: huid op huid.
Hij vindt de taal in eerste instantie ook taai omdat hij niet zo verbaal is, niet zo exuberant in zijn woorden.
Hij maakt de taal, zwaar gehavend door de oorlogscatastrofes en door het vervuilende gedachtengoed van het fascisme en aanverwante bewegingen, weer levend en fragiel in de verstrengelingen met zijn geliefden.
Er is iets mystieks aan hevige pijn. Iets transcendents.
Edgard maakt deze observatie als hij zwaargewond door een granaat in het hospitaal ligt. Maar hij is natuurlijk ook in zijn geest en zijn ziel gewond. In de pijn van de anderen in het hospitaal erkent hij een lotsverbondenheid.
Hij voelt op grote schaal hoe gedeeld leed half leed wordt. Hij is iemand die heel erg op zoek is naar iets wat het puur individuele overstijgt terwijl hij daardoor zijn oorlogservaringen ook het immense risico van inziet. Los daarvan is pijn, diep lijden, groot verlies, ook iets wat ons reliëf geeft als individu, zoals een beeldhouwwerk evengoed bestaat uit wat de beeldhouwer met de hamer en beitel van de steen heeft afgeslagen, als de steen zelf.
Wat er gebeurt, staat altijd buiten ons.
Maria Vlaar
rt/aa/21 m
Edgar Demont, het hoofdpersonage van Erwin Mortiers nieuwe romanDe spiegelingen, is de broer van Hélène, de oude vrouw inGodenslaap, zijn vorige boek. Edgar is een jonge homoseksuele officier in de Eerste Wereldoorlog, in een tijd waarin homoseksualiteit nog in het verborgene moest blijven en het huwelijk vaak als dekmantel diende. Niet voor Edgard, een Vlaamse jongen van gegoede afkomst met een Franse moeder. Hij zal zijn leven lang ongetrouwd blijven, hoewel de verhouding met zijn huisknecht Pierre dicht bij een huwelijk komt.
Als hij oud is geworden en zijn lichaam afgetakeld, maakt Edgard de balans van zijn leven op. Zijn levensverhaal is zowel een hallucinerende liefdesverklaring aan zijn grote liefde Matthew als een 'geschiedenis van de lichamen die we hebben gekend en die ons hebben gekend'. Edgard is zwaargewond geraakt in de loopgraven, en de herinnering aan de doodsstrijd komt in steeds indringender bewoordingen terug in de roman. Hij belandde in een kluwen van stervende mannen achter in een truck, en daarna in de ziekenboeg, waar de Engelse soldaat Matthew hem de hand toestak - voor Edgard het levensreddende teken. 'Ik heb nooit iets anders van hem verlangd dan in zijn armen weer mens te mogen worden.' Matthew is het vangnet dat ervoor zorgt dat Edgard niet in het diepe ravijn van de dood valt.
'Ik hoop dat [de geschiedenis] me negeert wanneer haar lucht weer eens haar lust naar bloed en gedenktekens verraadt', probeert Edgard zich aan de wereldgeschiedenis te onttrekken. Alle beschaving, opvoeding, cultuur en gewoontes worden afgelegd in de nabijheid van de dood en slechts het fysieke omhulsel blijft over - omhulsel van wat? Mortier keert het om: 'We zijn weinig meer dan een dunne schors van denken omheen een organisme dat zich even majestueus en ondoorgrondelijk door de tijd beweegt als een walvis door de diepten van de oceaan.' Zo stelt Mortier het lichaam centraal inDe spiegelingen. Edgard heeft een groot talent voor lyrische verliefdheden, maar beseft dat het lichaam altijd zijn laatste strohalm is. Als vele decennia na de laatste wereldoorlog zijn levenseinde nadert, mompelt hij 'O vorm, verlaat me'.
Liefdes van zijn leven
De oorlog klinkt als basso continuo mee in de hele roman, maar Edgard ontpopt zich tot een flamboyante levensgenieter die van de ene naar de andere jongen vlindert. De belangrijksten worden vereeuwigd inDe spiegelingen, dat daardoor ook als een terugblik op de liefdes van zijn leven kan worden gelezen. Allereerst Matthew, die biseksueel blijkt, met Edgards zus trouwt (en dus altijd in de buurt is) en oorlogsfotograaf wordt. Daarnaast de Duitser Heinz, de Franse jongen Jean en de Engelsman Paul, een neef van Matthew. Een geografie die werkt als een allegorie: rondom Edgards thuis in België, waar zijn huisknecht trouw op hem wacht, waren Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk immers de voornaamste partijen in de Eerste Wereldoorlog. Als de Tweede Wereldoorlog nadert, is er een minnaar in de Verenigde Staten en een blinde jongen in Japan. Zoals ook het nazisme en de opkomst van het flamingantisme meeklinken in Mortiers roman.
Edgard probeert onthecht te zijn, maar beseft dat de buitenwereld hem ziet als een oude, gedistingeerde homoseksueel, altijd op zoek naar seks, die op een gegeven moment moet betalen voor zijn jongens. De herinnering aan zijn eigen eerste seksuele ervaring - een dikkige vent met een knevel die hem, een schoolkind nog, in zijn badhokje had weten te loodsen - maakt zijn levensverhaal nog schrijnender.
Offerdieren van de oorlog
Erwin Mortier is een stilist pur sang, maar onder de stilistische hoogstandjes zit een rijkdom aan betekenis. Zo isDe spiegelingen een prachtige beschrijving van de fysieke en seksuele werkelijkheid met alle lust en pijn van dien, maar ook een dramatische weergave van wat twee oorlogen aangericht hebben in de levens van zovelen. De meeste van de lichamen die Edgard gekend heeft, zijn immers 'offerdieren' van de oorlog, en uiteindelijk zullen alle levens eindigen als 'roestbruine streep' tussen aardlagen. Niets kan de wereldgeschiedenis keren, maar Mortier kan de kleinste details de grootste geschiedenissen laten vertellen, met een weemoedige en gevoelige stem. Tegelijk heeft hij een verrassend lichte toets, bijvoorbeeld in de komische beschrijvingen van Edgards hospes in Engeland.
De subtiliteit waarmee Mortier esthetiek en dramatiek op elkaar afstemt en zijn verhaallijn doseert is adembenemend. Alles klopt in deze roman.De spiegelingen is, behalve een waardig opvolger vanGodenslaap, een huiveringwekkend fraaie leeservaring.
ERWIN MORTIER
De spiegelingen.
De Bezige Bij, 300 blz., 18,90 ? (e-boek 14,99 ?).
De auteur: won metGodenslaap de AKO Literatuurprijs.De spiegelingen is zijn vijfde roman.
Het boek: roman over het liefdesleven van een homoseksuele officier tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Hij probeert zijn doodsangst te bezweren door seks.
ONS OORDEEL: meesterlijk.
¨¨¨¨¨
Maria Vlaar ■
Maria Vlaar
rt/aa/21 m
Edgar Demont, het hoofdpersonage van Erwin Mortiers nieuwe roman De spiegelingen, is de broer van Hélène, de oude vrouw in Godenslaap, zijn vorige boek. Edgar is een jonge homoseksuele officier in de Eerste Wereldoorlog, in een tijd waarin homoseksualiteit nog in het verborgene moest blijven en het huwelijk vaak als dekmantel diende. Niet voor Edgard, een Vlaamse jongen van gegoede afkomst met een Franse moeder. Hij zal zijn leven lang ongetrouwd blijven, hoewel de verhouding met zijn huisknecht Pierre dicht bij een huwelijk komt.
Als hij oud is geworden en zijn lichaam afgetakeld, maakt Edgard de balans van zijn leven op. Zijn levensverhaal is zowel een hallucinerende liefdesverklaring aan zijn grote liefde Matthew als een 'geschiedenis van de lichamen die we hebben gekend en die ons hebben gekend'. Edgard is zwaargewond geraakt in de loopgraven, en de herinnering aan de doodsstrijd komt in steeds indringender bewoordingen terug in de roman. Hij belandde in een kluwen van stervende mannen achter in een truck, en daarna in de ziekenboeg, waar de Engelse soldaat Matthew hem de hand toestak - voor Edgard het levensreddende teken. 'Ik heb nooit iets anders van hem verlangd dan in zijn armen weer mens te mogen worden.' Matthew is het vangnet dat ervoor zorgt dat Edgard niet in het diepe ravijn van de dood valt.
'Ik hoop dat [de geschiedenis] me negeert wanneer haar lucht weer eens haar lust naar bloed en gedenktekens verraadt', probeert Edgard zich aan de wereldgeschiedenis te onttrekken. Alle beschaving, opvoeding, cultuur en gewoontes worden afgelegd in de nabijheid van de dood en slechts het fysieke omhulsel blijft over - omhulsel van wat? Mortier keert het om: 'We zijn weinig meer dan een dunne schors van denken omheen een organisme dat zich even majestueus en ondoorgrondelijk door de tijd beweegt als een walvis door de diepten van de oceaan.' Zo stelt Mortier het lichaam centraal in De spiegelingen. Edgard heeft een groot talent voor lyrische verliefdheden, maar beseft dat het lichaam altijd zijn laatste strohalm is. Als vele decennia na de laatste wereldoorlog zijn levenseinde nadert, mompelt hij 'O vorm, verlaat me'.
Liefdes van zijn leven
De oorlog klinkt als basso continuo mee in de hele roman, maar Edgard ontpopt zich tot een flamboyante levensgenieter die van de ene naar de andere jongen vlindert. De belangrijksten worden vereeuwigd in De spiegelingen, dat daardoor ook als een terugblik op de liefdes van zijn leven kan worden gelezen. Allereerst Matthew, die biseksueel blijkt, met Edgards zus trouwt (en dus altijd in de buurt is) en oorlogsfotograaf wordt. Daarnaast de Duitser Heinz, de Franse jongen Jean en de Engelsman Paul, een neef van Matthew. Een geografie die werkt als een allegorie: rondom Edgards thuis in België, waar zijn huisknecht trouw op hem wacht, waren Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk immers de voornaamste partijen in de Eerste Wereldoorlog. Als de Tweede Wereldoorlog nadert, is er een minnaar in de Verenigde Staten en een blinde jongen in Japan. Zoals ook het nazisme en de opkomst van het flamingantisme meeklinken in Mortiers roman.
Edgard probeert onthecht te zijn, maar beseft dat de buitenwereld hem ziet als een oude, gedistingeerde homoseksueel, altijd op zoek naar seks, die op een gegeven moment moet betalen voor zijn jongens. De herinnering aan zijn eigen eerste seksuele ervaring - een dikkige vent met een knevel die hem, een schoolkind nog, in zijn badhokje had weten te loodsen - maakt zijn levensverhaal nog schrijnender.
Offerdieren van de oorlog
Erwin Mortier is een stilist pur sang, maar onder de stilistische hoogstandjes zit een rijkdom aan betekenis. Zo isDe spiegelingen een prachtige beschrijving van de fysieke en seksuele werkelijkheid met alle lust en pijn van dien, maar ook een dramatische weergave van wat twee oorlogen aangericht hebben in de levens van zovelen. De meeste van de lichamen die Edgard gekend heeft, zijn immers 'offerdieren' van de oorlog, en uiteindelijk zullen alle levens eindigen als 'roestbruine streep' tussen aardlagen. Niets kan de wereldgeschiedenis keren, maar Mortier kan de kleinste details de grootste geschiedenissen laten vertellen, met een weemoedige en gevoelige stem. Tegelijk heeft hij een verrassend lichte toets, bijvoorbeeld in de komische beschrijvingen van Edgards hospes in Engeland.
De subtiliteit waarmee Mortier esthetiek en dramatiek op elkaar afstemt en zijn verhaallijn doseert is adembenemend. Alles klopt in deze roman. De spiegelingen is, behalve een waardig opvolger van Godenslaap, een huiveringwekkend fraaie leeservaring.
ERWIN MORTIER
De spiegelingen.
De Bezige Bij, 300 blz., 18,90 ? (e-boek 14,99 ?).
De auteur: won met Godenslaap de AKO Literatuurprijs.De spiegelingen is zijn vijfde roman.
Het boek: roman over het liefdesleven van een homoseksuele officier tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Hij probeert zijn doodsangst te bezweren door seks.
ONS OORDEEL: meesterlijk.
31/05/2014
In De spiegelingen keert Erwin Mortier door de ogen van frontsoldaat Edgard terug naar de vergane wereld uit Godenslaap, om dit keer de clandestiene zijde van de familiegeschiedenis te vertellen en het stilgezwegen leven te reconstrueren. Ook al speelt de plot zich grotendeels af in het interbellum, toch blijft dit een roman over de Eerste Wereldoorlog.
Edgar herleeft het moment waarop hij uit de oorlogsdood opstaat en in een veldhospitaal ‘uit het niets’ teruggeroepen wordt. Daar ontmoet hij Matthew, zijn grote liefde die hem de hand toereikt, maar die ook zijn zus zal huwen. Ja, dit is een boek over liefde tussen twee mannen en neen, Mortier probeert niet achter het narratief door een pleitrede over sociale conventies af te steken. Hij doet iets wat treffender is: een soort van tastbare genegenheid en passie omschrijven, die door het ruggenmerg gaat, zonder sentimenteel te worden of te vervallen in conventionele verwoordingen. Maar wat helend is, en noodzakelijk en onnoemlijk schoon, blijft nooit duren. Na Matthew volgen een reeks minnaars die elk van hen een oorlog in hun lijf dragen. Door deze lichamen en de details van hun littekens heen spreekt Mortier subtiel over de wapenfeiten uit de grote geschiedenis – Londen, Berlijn, Osaka. De spiegelingen is een roman over liefde, lichamelijkheid en pijn, met impliciet erin vervat het besef hoe dicht ze bij elkaar aanleunen.
Intimiteit is inderdaad voelbaar in de taal van Edgard, die ook de taal van Mortier is. De spiegelingen moet je langzaam lezen, want dit is geen eenvoudig geschreven boek. Zou er één kanttekening gemaakt worden, dan is deze, dat de sporadische Engelstalige conversaties in het boek hier te simplistisch tegenover staan. Maar indirect slaagt Mortier erin langs deze weg grote thema’s aan te reiken: het failliet van een taal, bijvoorbeeld, die niet meer strookt met de ervaring van de realiteit, of de pijnlijkheid van het alledaagse in de naoorlogse periode dat de diepe abnormaliteit van de recente geschiedenis teniet doet. Ook structureel wordt de fragiliteit van herinnering door narratieve sprongen in tijd en ruimte gekarakteriseerd. Zo creëert de auteur een emotionele, gebroken vertelling van een oude man die naar het verlorene terugkeert.
Wat blijft nu van zo’n leven? Meer pijn dan men de oorlog zou toeschrijven, maar ook liefde die het lijden verzacht. Dat is precies waarom Edgard terugkeert in zijn herinnering naar de oorlog van 1914 en de gebroken wereld die uit haar assen tracht op te staan. Deze periode heeft zeker diepe sporen nagelaten, maar je moet er ook de schoonheid van inzien. De spiegelingen vormt met Godenslaap een tweeluik waarvan de delen zo perfect op elkaar afgestemd zijn, dat men zich afvraagt of Mortier het op voorhand geweten heeft. Het ene boek broos en intiem, het andere universeel, maar samen vertellen ze het narratief van wie we in België zijn – wie we waren, eigenlijk, maar dat is een gelijkaardig verhaal.
Dit is een abstract van een recensie van Cedric Van Dijck, die is verschenen in De Leeswolf 2014, nr. 2.
[Cedric Van Dijck]
Drs. Cees van der Pluijm
De veelbekroonde Mortier (1965) schreef met 'Godenslaap' een meesterwerk over de Eerste Wereldoorlog en het schrijverschap. Ook in deze roman speelt deze oorlog een grote rol. De hoofdpersoon, een geschonden Belgische oorlogsveteraan, wordt verliefd op een Engelse oorlogsfotograaf die later met de zus van de Belg trouwt. Hun liefde duurt levenslang, maar is om tal van redenen onvolkomen. Daarnaast heeft de hoofdpersoon andere minnaars: een huisbediende, een Duitse veteraan in de jaren '30 in Berlijn etc. Waar 'Godenslaap' een barokke indruk maakte, is dit een impressionistische roman, geschreven als een brief aan de Brit, waarin tijd en plaats telkens verspringen. Elk moment, elke handeling, elke overpeinzing staat bol van de metaforen, doorgaans van louter zintuiglijke aard. Soms is dat wat veel van het goede, maar veel passages zijn onvergetelijk. Mortier geeft kleur aan een periode die in ons collectieve geheugen vaak in zwart-wit is. Een roman over de liefde, het genot, de tragiek en het ouder worden. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.