Het wonderlijke verhaal van Angelino Brown
David Almond
Alex T. Smith (Auteur), Harmen van Straaten (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
The House of Books, 2013 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SMIT |
31/12/2013
Jacques is een kleine, mollige hond met een baret en een rode trui. Hij woont op Kwispellaan 112 bij meneer en mevrouw Glimlach en heeft het er reuze naar zijn zin. Zodra zijn baasjes ’s morgens de deur achter zich dichttrekken, gaat Jacques op avontuur uit, samen met zijn beste vriend, meneer Wiebelsok.
Jacques op vakantie is het derde deel in de serie van Alex T. Smith. De witte hond met de rode trui ging in eerdere delen naar de stad en het circus, ditmaal besluit hij op strandvakantie te gaan. Omdat het zijn eerste vakantie is, weet hij niet goed wat hij mee moet nemen. Slim als de hond is, besluit hij allerlei handige spulletjes in te pakken: ‘Hij deed een paar onderbroeken en een tamboerijn in de koffer. En ook zonnebrand en een spuitbus met slagroom. Verder deed hij er een lampenkap in, plakband en een paar boterhammen.'
Op het strand aangekomen spreidt meneer Wiebelsok onmiddellijk zijn handdoek uit om met een zonnebril op zijn sokkenkop in slaap te vallen. Jacques volgt dat aanlokkelijk voorbeeld niet. Hij maakt voor zichzelf een zwembroek door een onderbroek van meneer Glimlach met een grote rol tape om zich heen te binden. En na zich te hebben ingesmeerd met zonnebrand en (voor de zekerheid) met slagroom, is Jacques er helemaal klaar voor om plezier te gaan maken.
Jacques is een hond met een neus voor avontuur. Steeds staat hij vooraan als er iets gebeurt. Zo redt hij een zwemmer van een haai door de vis een ‘broodje bot’ aan te bieden, leert hij Frans van Franse toeristen, bouwt hij een zandkasteel en vindt ten slotte een echte piratenschat. Na een dag boordevol gebeurtenissen gaan Jacques en meneer Wiebelsok weer naar huis en ploffen vermoeid in de hondenmand. En meneer en mevrouw Glimlach? Die snappen ’s avonds niets van al die strandpootjes in huis.
Smith is naast auteur ook illustrator. Zijn tekeningen in zwart en roze zijn vrolijk en beslaan meestentijds een halve tot anderhalve bladzijde. Hoewel het idee origineel is — wat doet een hond als zijn baasjes uit werken zijn? — is het jammer dat het verhaal geen echte weerstand bevat. Het verhaalt slechts van de avonturen die Jacques meemaakt en omdat elke uitdaging door hem binnen drie bladzijden wordt opgelost, wordt niet echt spanning opgebouwd. Wat er ook gebeurt, Jacques lost het wel op, zoals bij de haai die hij vrolijk tegemoet zwemt en overtuigt dat een 'broodje bot' lekkerder is dan een zwemmer. Grappig, maar niet spannend.
Het oorspronkelijk Engelstalige boek is vertaald door Harm van Straaten en wordt aangeprezen voor lezers vanaf zeven jaar. Gezien de hoeveelheid tekst op een bladzijde — tot maximaal negen regels — is dit te begrijpen, maar het is de vraag of met name beginnende lezers de soms erg lange zinnen al aankunnen: ‘Meneer Wiebelsok besloot met hem mee te gaan, want hij had het de laatste tijd nogal druk gehad dus hij was wel toe aan wat rust.' Hetzelfde geldt voor het toch wel heel regelmatig voorkomen van lastige, lange woorden als ‘zonnebril’, ‘strandstoelen’, ‘piratenschip’ en ‘voorzichtig’. Een vrolijk meeleesboek met een keur aan grappige illustraties. [Fedor de Beer]
I. Poels
Jacques is een zorgeloos, mollig hondje met een baret en een mooie rode trui. Hij woont met zijn vriend meneer Wiebelsok bij meneer en mevrouw Glimschoen, die elke dag vroeg gaan werken en pas ’s avonds terugkeren. In dit verhaal krijgt Jacques een briljant idee: hij gaat op vakantie en natuurlijk mag meneer Wiebelsok mee. Ze vertrekken naar zee met in hun koffer een tamboerijn, onderbroeken, een spuitbus slagroom en – heel verstandig – zonnebrand. Aan zee maken ze absurde avonturen mee: ze jagen een haai weg, winnen een zandkastelen-bouw-wedstrijd en helpen piraten met het zoeken naar een schat. Ze doen dat zo goed dat ze mogen blijven, maar Jacques is moe van de spannende dag en wil naar huis. Dit is het derde boek* over Jacques en net als de eerdere delen zijn de verhalen bizar met een fikse dosis droge humor. Voor iets gevorderde lezers is het genieten geblazen, zowel door de speelse tekst als de grappige illustraties, uitgevoerd in zwart-wit-grijs met rood als steunkleur. Op elke pagina valt veel te zien en de komische details spreken tot de verbeelding. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.