Filosofie van de jamsessie, of Hoe we kunnen samenwerken in vrijheid
Jurriën Rood
Jurriën Rood (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, cop. 2013 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 307.9 ROOD |
15/02/2014
In Wat is er mis met gezag? vraagt Jurriën Rood zich af waarom burgers zoveel moeite hebben met gezag. Gehoorzaamheid en volgzaamheid worden vandaag niet meteen als deugden gezien. Toch niet in Nederland, waartoe veel van wat Rood in dit boek te zeggen heeft zich beperkt. Niet zelden zelfs: te veel beperkt.
Rood heeft onderzoek gedaan naar de gang van zaken bij de politie van de regio Amsterdam-Amstelland. Klopt het dat de politie zijn gezag is kwijtgeraakt? En wat verstaat de politie zelf onder handhaving en/of uitoefening van gezag? Rood stelt vast dat in de afgelopen decennia de politie zich tegenover gezag anders is gaan opstellen. Gold begin jaren zestig nog het strenge, gewelddadige gezag van de politie, dan zou er nu sprake zijn van een nieuw gezag, gebaseerd op communicatie.
Althans, in Amsterdam-Amstelland… Roods bevindingen zijn niet zomaar van toepassing op andere Nederlandse politieregio’s, zo stelt hij, laat staan dat ze illustratief zouden zijn op Europees niveau. Daarmee wordt wat de sterkte van een boek als dit had moeten zijn — dat het hier niet bij enkel theoretische overwegingen blijft — er uiteindelijk de zwakte van. En dat is jammer. Uiteindelijk wil Rood het verhaal vertellen van de erfenis van de jaren zestig, van de grote ontvoogdings- en emancipatiebewegingen. Nu wordt het vooral het verhaal over assertieve Nederlanders. Met andere woorden: Rood maakt het te makkelijk om in wat hij zegt alleen maar een typisch Hollands probleem te zien.
Dat is het niet. Het is bijvoorbeeld heel verhelderend dat Rood de emancipatiebeweging van de jaren zestig nog eens ontdoet van het aureool van de revolutie. Kort en goed: sindsdien is macht, gezag, iautoriteit überhaupt een besmet begrip. De gevolgen voor Nederland, aldus Rood, waren dat gehoorzaamheid, dwang en gezag nieuwe taboes werden, terwijl vrijheid, individuele rechten en zelfbestemming de nieuwe totems waren. Alweer kun je je afvragen of deze beperking tot Nederland Rood niet het zicht ontneemt op andere ontwikkelingen die hebben bijgedragen aan een van de kwalijkste gevolgen van de totale ontmanteling van gezag: het verdwijnen van de publieke zaak. En daarmee ook op nog een ander ongewenst effect: de vrije markt naar neoliberaal model. Dat verhaal ontbreekt vrijwel geheel. Een vrijheid zonder begrenzing komt neer op het recht van de sterkste, en daarmee op het tegendeel van vrijheid, zo weten we al sinds minstens Albert Camus — en dat is precies wat zich in Holland, maar ook heus elders aan het voltrekken is.
Om dat een halt toe te roepen is het niet alleen noodzakelijk dat we de noodzaak van beheersing weer leren inzien, maar ook dat we het gezagsbegrip ontdoen van de uitsluitend negatieve connotaties die het heeft gekregen. Het volgen van zo’n goed gezag, wat is dat anders dan het goede doen?
Dat Rood hier minder zweverig-naïef is dan op het eerste gezicht lijkt, blijkt uit het feit dat hij onmiddellijk de vraag opwerpt wat in een verregaand geseculariseerde maatschappij als de onze, waar het beroep op absolute waarheden in diskrediet is geraakt, dan wel ‘het goede’ mag zijn
Rood geeft ons in dit boek veel om over na te denken en weet in wat hij voorstelt de valkuilen van het naïeve idealisme grotendeels te vermijden. Maar toch mis ik in zijn verhaal dat ene belangrijke element: de politiek-ideologische bepaaldheid van een en ander. Het algemeen belang is vandaag de dag geen begrip met een universele betekenis, maar verbonden met een politieke voorkeur.
(Dit is een abstract van een artikel van Marc Reugebrink. Het is verschenen in De Leeswolf 7, 2013.)
[Marc Reugebrink]
G.W. van der Burg
Dit boek geeft een bijdrage aan maatschappelijke discussie over publiek gezag. Het bestaat uit een onderzoeksverslag van de auteur naar de gang van zaken in de Amsterdamse politiepraktijk, een beschrijving van het verloop van publiek gezag in de recente geschiedenis en een nieuw, filosofisch geïnspireerd perspectief op gezag, een door de burgers vrijwillig gedragen en modern gezag. Daaraan ten grondslag ligt het besef dat de overheid van de burgers is, en niet omgekeerd. Het boek heeft een vlotte schrijfstijl, is niet wetenschappelijk van toon en gelardeerd met vele praktijkvoorbeelden. Met een literatuurlijst, eindnoten en een register. Behalve voor de gezagdragers zelf ook geschikt voor de niet-professioneel betrokken lezer die geïnteresseerd is in gezagsproblematiek. De auteur is filosoof en filmer en was een aantal jaren werkzaam bij de regiopolitie Amsterdam-Amstelland.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.