Mijn stilte
Ina Vandewijer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2012 |
YOUNG ADULT : VAND |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Davidsfonds /Infodok, 2012 |
YOUNG ADULT : VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2012 |
YOUNG ADULT : VAND |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Davidsfonds /Infodok, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9696 |
28/02/2013
Met haar debuut Witte pijn werd Ina Vandewijer in 2000 overtuigend laureate van de Prijs Knokke-Heist Beste Jeugdboek (nu Zoute Zoen); een jaar later werd de roman bekroond met de Boekenleeuw. Ook romans als Merg en bloed (shortlist Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs) en Hartsteen konden op een ruime belangstelling rekenen: de authentieke vertelstem maakte de kennismaking met nieuwe werelden (de Inuit, Vikingen) tot fascinerende ervaringen, waarbij de couleur locale vanuit goedgekozen details overtuigde.
Net zoals de in 2008 verschenen roman Mijn stilte (over het Joodse weeshuis van dokter Janusz Korczak) thematiseert Vandewijer nu een recentere historische gebeurtenis, en de impact ervan op de levens van modale mensen. Little Black Spiders, gebaseerd op het scenario van de gelijknamige film, begint in april 1978, als Katharina (Katja) van het weeshuis naar ‘de Zolder’ verhuist, een toevluchtsoord voor ongehuwd zwangere meisjes. Onder het waakzame oog van soeur Simone en haar rechterhand Cecilia worden Katja en haar negen lotgenotes van de buitenwereld afgeschermd. Uit Katja’s dagboekfragmenten en brieven kan de lezer de waarheid omtrent haar afkomst, verboden relatie en zwangerschap destilleren. Vandewijer hekelt overtuigend de hypocriete houding van de gezagdragers in de late jaren zeventig van de vorige eeuw: vrijwel meteen na de geboorte werden de baby’s door de nonnen ter adoptie afgestaan.
Van naïeve, wat onzekere adolescente transformeert Katja tot een mondige jongvolwassene, die de haar voorgeschreven regels en opgedrongen beslissingen niet langer aanvaardt. Vandewijer verliest zich echter te sterk in expliciete beschrijvingen van de maatschappelijke kwestie en de verplichte adoptieprocedure achteraf, zonder echt de kern van de problematiek en bijbehorende fysieke en emotionele aspecten te raken. De sterk descriptieve karakterisering staat (emotionele) betrokkenheid grotendeels in de weg: 'Ze weet niet wat ze van me moet denken. Die indruk geef ik altijd. Ik wil ook niet dat anderen weten wat ik denk. Het gaat ze niets aan. En dan kunnen ze me ook niets doen.' Geforceerde pogingen tot een meer literaire stijl verzanden al te vaak in gratuite beelden: 'Berken wiegen. Ze zijn mijn lievelingsbomen. Een zebrabos. Wit en zwart tegen de staalblauwe lucht, die nu vrijer is dan ooit. Dag en nacht. Vrolijk en ontroostbaar. Ik slik het licht’.
Doet de afloop aanvankelijk een sterk geromantiseerde slotscène vermoeden, dan vermijdt de auteur goedkoop sentiment in een ontnuchterend einde, dat echter niet geheel geloofwaardig wordt uitgewerkt. Een oppervlakkige beschrijving van een tienerzwangerschap, in een tijd waarin dit een levensgroot taboe was. Het nawoord bevestigt de aandacht voor de (deels) waargebeurde feiten; een lijst met adressen van adoptiediensten versterkt de pedagogische verantwoorde intenties. [Jürgen Peeters]
Sieglinde Duchateau
ua/an/22 j
Op een kloosterzolder, verstopt voor de buitenwereld, zitten enkele zwangere meisjes bij elkaar. Onder het toeziend oog van zuster Simone en haar hulpje Cecilia wachten ze op hun bevalling. Behalve met elkaar en hun verzorgers hebben ze met niemand contact. Er heerst een verbod om over hun zwangerschap te praten en geen van de meisjes weet wat er na de bevalling gebeurt met moeder of kind. In deze bizarre setting groeien bijzondere vriendschappen. De eenzame, hulpeloze meisjes vinden steun en begrip bij elkaar, wat ze van hun familie en omgeving niet kregen. In april 1978 wordt de zeventienjarige Katharina onder de naam Katja op de zolder ondergebracht. Ze is een wees en 28 weken zwanger van Guy, haar gehuwde leerkracht Grieks. Ze kijkt uit naar de komst van haar kind en schrijft alles weg in haar dagboek. Uit kleine opeenvolgende gebeurtenissen, zoals een nieuwsgierig echtpaar dat komt opdagen, een plots verdwenen meisje, groeit een gevoel van dreigend onheil. Langzaam maar zeker dringt de verschrikkelijke waarheid tot haar door. Het verhaal is geschreven vanuit het standpunt van Katja. Korte stukken beschrijvende tekst zijn als dagboek gedateerd, met telkens een woord als titel in het Latijn met de vertaling eronder. Het is de literaire vertaling van de film Little Black Spiders die in 2012 draaide. Een veel te klein lettertype en de drukke bladspiegel maken het boek niet aangenaam om lezen. Tussen de tekst zijn foto’s uit de film opgenomen en op het einde vind je interviews met de twee hoofdrollen, Katja en Roxanne, gespeeld door Line Pillet en Charlotte De Bruyne. Er staan ook nuttige adressen en telefoonnummers over adoptie in. Het verhaal is geïnspireerd op waargebeurde feiten; een schrijnend stukje verleden wordt blootgelegd. Veel leest een geoefende lezer tussen de lijnen door. De sfeer is poëtisch weemoedig, soms levendig en speels en dan weer onrustwekkend. Dit is een bijzonder aangrijpend boek vol geheimen en fluisteringen, vriendschap en hoop, schoonheid en onrecht. En van droomprinsen die nooit komen opdagen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.