Meneer Singh en mevrouw Kaur in België : migratie, gender en integratie in de sikh-gemeenschap
Sara Cosemans (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Acco, 2012 |
Thema: diversiteit 3.1.DIV |
Besprekingen
15/03/2013
In 2012 werd aan de Universiteit van Leuven een nieuwe leerstoel opgerricht, de Guler Chair for International Studies. De leerstoel wil de interculturele dialoog bevorderen. Er is ook een prijs aan verbonden die jaarlijks wordt toegekend aan een masterproef die zich met betrekking tot deze doelstelling bijzonder verdienstelijk maakt. In 2012 ging de prijs naar de eindverhandeling van studente geschiedenis Sara Cosemans, over de Sikh-gemeenschap in België. Het bedrag werd onder meer gebruikt om de masterproef te bewerken tot een boek: Meneer Singh en mevrouw Kaur in België.
Om het portret te maken van de Sikhs vertrekt Cosemans vanuit verschillende invalshoeken. In een eerste luik zoomt ze in op de ontstaansgeschiedenis van het Sikhgeloof en op de ontwikkeling van de gemeenschap in India. Dit luik speelt zich voornamelijk in de Punjab af, een rijk landbouwgebied in het noorden van India. Vanaf het begin van de twintigste eeuw volgt een eerste diaspora waarbij groepjes Sikhs zich vestigen in de Verenigde Staten en Canada; enkele kolonies in Oost-Afrika en het Verenigd Koninkrijk zelf en kleinere groepen her en der in continentaal Europa.
Na de opdeling van India en Pakistan belandt de Sikh-gemeenschap in woeliger vaarwater. Het is niet gemakkelijk om gehoord te worden in de Indische politiek. De frustratie vormt een voedingsbodem voor extremisme en uiteindelijk tot geweld. De Indiase overheid antwoordt met repressie. In de jaren tachtig wordt de Punjab afgesloten en een waar schrikbewind ingesteld. Dit geeft aanleiding tot een nieuwe diaspora van politiek activisten die vluchten voor de terreur. Vanaf de jaren negentig volgt geleidelijk aan weer pacificatie. De vluchtelingen uit deze jaren hebben aansluiting gezocht bij de bestaande gemeenschappen. Hun komst leidde tot een terugkeer naar de normen en waarden van het Sikhgeloof en de tradities van de Punjab in de diaspora.
In een tweede luik wordt meer in detail ingegaan op de geschiedenis van de Sikhs in België. De migranten die in de jaren tachtig aankwamen, zochten aansluiting bij de gevestigde groepen. Veel Sikhs kwamen terecht in de fruitstreek rond Sint-Truiden en Borgloon. De vraag naar arbeidskrachten voor de fruitpluk opende perspectieven voor de nieuwkomers. Geleidelijk aan ontstonden er ook groepen in Luik, Brussel, Vilvoorde en Antwerpen. Sommigen blijven trouw aan de uiterlijke kenmerken als tulband, baard en rituele dolk. Anderen kiezen resoluut voor integratie en gaan blootshoofds en geschoren door het leven. De aanwezigheid van mensen met een onzeker of onwettig verblijf versterkte de solidariteit tussen Sikhgroepen in binnen- en buitenland. De meeste migranten waren alleenstaande mannen. In de jaren negentig arriveerden er ook gezinnen. De mannen die hier een verblijfsrecht verwierven, zochten een echtgenote in de Punjab, waardoor de gemeenschap een bestendig karakter kreeg.
In een laatste hoofdstuk staat de auteur stil bij de genderdimensie. Daartoe praat ze met Belgische Sikhvrouwen of haalt ze standpunten aan uit forums, blogs en chatsessies. In theorie is het Sikhgeloof heel egalitair. Er zijn geen kasten, rangen of standen. Om die gelijkheid te benadrukken heten alle mannen Singh of ‘leeuw’ en alle vrouwen ‘Kaur’ of prinses. In theorie is er ook geen strikte taakverdeling tussen mannen en vrouwen, niet in de godsdienst en niet in het dagelijks leven. In de praktijk overheersen echter de tradities uit de Punjab, waar er wel nog sporen zijn van het kastestelsel en waar het doen en laten van de vrouwen van een familie heel sterk in het oog gehouden wordt om de eer van de familie hoog te houden. Cosemans toont aan dat de overkomst van echtgenotes uit de Punjab in eerste instantie leidde tot een heropleving van sociale controle en tradities. Bij de tweede generatie van jonge vrouwen die hier geboren zijn, leidt dit tot een tegenbeweging. De vrouwen van de tweede generatie profileren zich als gelovigen, maar beroepen zich op de egalitaire uitgangspunten van dat geloof om zich te onttrekken aan al te dwingende tradities. Dit wordt geïllustreerd door de trend bij jonge vrouwen om ook een soort tulband te dragen. Met die tulband tonen ze hun wil om zich te emanciperen zonder hun cultuur te verloochenen.
Meneer Singh en mevrouw Kaur in België is een dun boekje (nauwelijks 113 bladzijden tekst) maar heel leerrijk. De auteur opent een venster dat ons uitzicht biedt op een andere wereld. Op de gemeenschap van de Sikhs in België bijvoorbeeld. Met een Afghaanse tak en een Indische tak, met baarddragers en gladgeschoren jongelingen, met fruitplukkers en nachtwinkeluitbaters. Daarnaast is dit boek ook een goed gedocumenteerde casestudy van hoe gemeenschappen zich ontwikkelen. En het geeft een kijk op de strijd tussen traditie en moderniteit. De genderdimensie is een relevante invalshoek voor het bestuderen van de ontwikkeling van gemeenschappen omdat vrouwen daarin kennelijk een bepalende rol spelen. Ze versterken de sociale controle, grijpen de kansen die hen geboden worden om te studeren en stellen — naarmate ze hoger opgeleid zijn — ook steeds hogere eisen aan de mannen in hun gemeenschap. Andere gemeenschappen worstelen met dezelfde spanningen tussen traditie en moderniteit. Meneer Singh en mevrouw Kaur is een portret waarin wij en andere gemeenschappen zich kunnen spiegelen.
[Johan Vangenechten]
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.