Wilhelm II : de laatste Duitse Keizer
Christopher Clark
Christopher Clark (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij Antwerpen, 2013 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 927.5 CLAR |
15/06/2013
De honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog zal in Vlaanderen veel aandacht krijgen. Onder de headline ’100 jaar Groote Oorlog’ zullen tientallen activiteiten worden opgezet die Vlaanderen op de kaart moeten zetten als internationale topbestemming voor vredestoeristen. De Vlaamse overheid trekt een budget van 15 miljoen euro uit voor infrastructuurprojecten en 5 miljoen euro voor evenementen in het kader van de Eerste Wereldoorlog. Historici zoals Bruno De Wever en Rudi Van Doorslaer plaatsen ernstige kanttekeningen bij het thema 'vrede' als missionstatement. In een interview in Knack van 13/02/2013 (Wat de Vlaamse regering wil doen met WO I, doet ons vrezen voor het ergste) stellen ze de zaken op scherp: 'Als je echt iets te vertellen wilt hebben aan de jongere generaties, dan kun je je niet beperken tot het overnemen van de mythes van de vorige eeuw. Zeker niet voor een herdenking die zo duur zal zijn als die van de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen.' Zij waarschuwen voor een 'toeristische' recuperatie van de herdenking en pleiten voor ernstig wetenschappelijk onderzoek. De Tweede Wereldoorlog is tot nu toe veel grondiger bestudeerd dan de Eerste. In ons land kreeg vooral de schitterende studie De Groote Oorlog van Sophie de Schaepdrijver uit 1997 ook aandacht bij een breder publiek. De Eerste Wereldoorlog wordt traditioneel beschouwd als de oorlog waarmee alle ellende in Europa begon en die de basis legde voor de Tweede Wereldoorlog. De Amerikaanse historicus Fritz Stern drukt het zo uit: 'Het was de eerste calamiteit van de twintigste eeuw, waaraan alle andere calamiteiten zijn ontsproten'. Steeds meer historici schenken echter aandacht aan de brede context en aan de tijdgeest waarin die oorlog ontstond. De Let Modris Eksteins koppelde in zijn magistrale Lenteriten uit 1989 politiek aan cultuur en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog aan het modernisme, het vitalisme en het futurisme. De oorlog kwam niet uit het niets, maar droeg een zekere 'onvermijdelijkheid' in zich. Die vroeg twintigste-eeuwse 'zelfdestructieve' tijdgeest wordt trouwens onovertroffen beschreven door Stefan Zweig in De wereld van gisteren (1942). Op 28 juni 1914, de dag van de moord op de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand, zat Zweig te lezen in een park in Baden, een kuuroord bij Wenen. Hij hoorde de vogels kwetteren en muziek in de verte. 'Plotseling hield de muziek op, midden in een maat. Ik wist niet welk stuk ze hadden gespeeld. Ik voelde alleen dat de muziek opeens was opgehouden. Instinctief keek ik op uit mijn boek. Ook de menigte die in één stromende massa tussen de bomen wandelde, leek te veranderen; die pauzeerde abrupt in haar heen en weer bewegen. Er moest iets zijn gebeurd.'
Nu verschijnt Slaapwandelaars: hoe Europa in 1914 ten oorlog trok, een monumentaal werk van 750 bladzijden van de Australische historicus en professor Christopher Clark, wiens oudoom nog meevocht in Passendale en Ieper. Clark stelt vast dat het debat over de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog oeverloos is en nog altijd niet is beslecht. Hij wijst op de 'rauwe moderniteit' en actualiteit ervan. 'Met het einde van de Koude Oorlog heeft een systeem van bipolair machtsevenwicht in de wereld plaatsgemaakt voor een complexer en minder voorspelbaar krachtenveld dat zowel wereldrijken in verval als opkomende machten omvat — een situatie die vanzelf associaties wekt met het Europa van 1914. Het perspectief is verschoven en dat maakt het interessant om vanuit ons nieuwe perspectief nog eens te kijken naar de vraag hoe in Europa in 1914 de vlam in de pan sloeg. Als we die uitdaging aangaan, kan dat niet betekenen dat we het heden eenvoudigweg centraal stellen en het verleden toesnijden op de huidige problemen, maar alleen dat we die kenmerken van het verleden aan het licht brengen die vanuit ons huidige perspectief beter herkenbaar worden.'
Clarks centrale boodschap is helder: vergeet alle complottheorieën over het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog, zoek niet naar één schuldige, maar bekijk het verhaal in een brede en samenhangende context. Clark verzoent op een prachtige wijze de factoren 'toeval', 'samenloop van omstandigheden' en 'onafwendbaarheid'. Hij wil aantonen hoe de Eerste Wereldoorlog kon uitbreken en niet waarom. Het is hem dus niet te doen om het aanwijzen van schuldigen — iedereen, niet alleen Duitsland, had boter op het hoofd —,maar om het blootleggen van de machtsverhoudingen tussen de hoofdrolspelers, van de informatie waarop ze zich baseerden, van hun achterliggende redeneringen en emoties en van hun persoonlijke anti- en sympathieën. Clark houdt zich enkel bezig met de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog (zijn relaas stopt in augustus 1914) en heeft vooral oog voor de grote politiek-diplomatieke bewegingen achter de schermen. Op basis van diepgravend archiefonderzoek en uitgebreid literatuuronderzoek vertelt hij het verhaal van de beslissers (koningen, keizers, ministers, ambassadeurs, diplomaten, militairen) 'die het gevaar naderden met voorzichtige, berekende stappen, met aandacht voor dreiging en risico, maar blind voor de gruwel die ze onherroepelijk teweeg zouden brengen'. De Eerste Wereldoorlog bracht 65 miljoen manschappen op de been en kostte twintig miljoen mensenlevens. Clark puzzelt op een zeer minutieuze, zeer psychologische en uiterst boeiende en spannende wijze de Europese geostrategische verhoudingen in de periode 1887-1914 bij elkaar. De (wereld)machten Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Frankrijk, Rusland, Italië, Groot-Brittannië, Servië en het Ottomaanse Rijk hielden elkaar in een wankel evenwicht en gingen wisselende politieke en economische allianties met elkaar aan, die uiteindelijk leidden tot een onhoudbare politieke constellatie, extreme spanningen en nadien buitensporig geweld.
Slaapwandelaars bestaat uit drie delen. In het eerste deel gaat Clark diep in op de positie van Servië, een blinde vlek in de historiografie van de Eerste Wereldoorlog. Hij bekijkt in detail de interactie tussen Servië en Oostenrijk-Hongarije tot aan de vooravond van de moorden in Sarajevo. Deel twee draait rond vier cruciale vragen: Hoe ontstond de polarisering van Europa in vijandige bondgenootschappelijke blokken? Hoe werd het buitenlands beleid door de Europese regeringen vormgegeven? Hoe kon de Balkan — een perifere regio ver verwijderd van de Europese centra van macht en rijkdom — het toneel worden van een zo omvangrijke crisis? Hoe kwam het dat een systeem van internationale verhoudingen dat neigde naar detente tot een zo alomvattende oorlog heeft geleid? Het derde deel begint met de moorden in Sarajevo en geeft een gedetailleerd verslag van de julicrisis aan de hand van de interacties tussen de verschillende besluitvormingscentra met klemtoon op de berekeningen, misverstanden en beslissingen die de crisis verder oppookten.
Clark focust op de politiek-diplomatieke verhoudingen en schenkt nauwelijks aandacht aan de cultuurhistorische context (cf. Eksteins), wat een manco is van het boek. In zijn conclusie maakt hij een treffende en gewaagde vergelijking tussen de complexiteit van de Eerste Wereldoorlog en van de huidige eurocrisis. 'Gegeven de wederzijdse relaties in het hele systeem hingen de consequenties van een bepaalde handelwijze af van de acties die anderen in antwoord daarop zouden ondernemen en die waren moeilijk te voorspellen vanwege de ondoorzichtigheid van besluitvormingsprocessen. En ondertussen bleven de politieke actoren in de Eurocrisis de mogelijkheid van de algehele ramp gebruiken als hefboom om hun eigen particuliere voordeel te behalen'.
Dat het brede publiek interesse heeft voor gedegen informatie over de Eerste Wereldoorlog bewijzen de goede verkoopcijfers van dit prachtige boek, dat zelfs een tijdje in de non-fictietoptien stond. Slaapwandelaars is meteen een voltreffer in de stroom WO I-publicaties die ongetwijfeld op ons afkomt. [Gunter Bousset]
Iris Stekelenburg-van Halem
Zeer lijvig, gedetailleerd boek over de ontstaansgeschiedenis van de Eerste Wereldoorlog voor de echt geïnteresseerde lezer. De moord op aartshertog Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie Chotek, vijfenzestig legers, twintig miljoen doden, zelfmoordterroristen, schimmige ondergrondse bewegingen en massahysterie in Europa: deze en nog veel meer levendig gereconstrueerde feiten uit de Eerste Wereldoorlog komen aan bod in 'Slaapwandelaars'. De auteur put uit archieven en laat alle figuren aan het woord die een rol speelden bij het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog: koningen, keizers, ministers, ambassadeurs, commandanten en militairen. Drie delen: Wegen naar Sarajevo, Een verdeeld continent en Crisis. Totaal twaalf hoofdstukken met titels als Servische spookbeelden, Laatste kansen en Het ultimatum. Met een verantwoording, inleiding, conclusie, eindnoten en register. Enkele zwart-witfoto’s. Clark (1960) komt uit Australië, studeerde geschiedenis en is gepromoveerd. Andere (Engelstalige) boeken van zijn hand: 'Iron Kingdom' (2000) en 'Kaiser Wilhelm II' (2006).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.