Het land van Merkel : Duitsland 2005-2017
Frits Boterman
Frits Boterman (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2013 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : DUITSLAND 943.9 |
31/05/2014
Al in zijn oratie als hoogleraar Duitse geschiedenis in Groningen (2003) wees Frits Boterman op de belangrijke invloed van denkers en dichters op de ontwikkeling van Duitsland. In dit magnum opus gaat hij hiermee verder.
Na een begripsdefiniërende inleiding bespreekt hij eerst de culturele revolutie in Duitsland (1770-1830) met het idealisme van Kant, Goethe en Schiller en hun reactie op de Franse revolutie, de staatsidee bij Hegel en Fichte en de rol van zelfontplooiing bij de romantici. De noodzaak tot politieke actie wordt duidelijk in de Vormärz en de revolutie van 1848-’49. Het fin de siècle toonde vooral een botsing tussen vooruitgangsgeloof en angst voor het verval van conservatieve waarden. Secularisering en uiteenlopende visies op de sociale kwestie zorgden voor desintegratie. De Eerste Wereldoorlog bracht een ongekende opflakkering van het nationalisme mee, waar dichters en kunstenaars aanvankelijk een enthousiast aandeel in hadden. Geest kwam in dienst van de macht. De broedertwist tussen Thomas en Heinrich Mann, waarin spirituele ‘cultuur’ tegenover oppervlakkige ‘civilisatie’ werden gepolariseerd, preludeerde op de driedubbele crisis van de Weimarrepubliek: de falende democratie, de economische malaise en de moderniteitcrisis. In dit uitgebreide hoofdstuk bekritiseert de auteur de wereldvreemde, ondemocratische intellectuelen van rechts én van links. Tijdens het Derde Rijk sloot de cultuur een faustiaans pact, uit verlangen naar een ‘apolitieke politiek’. De politiek zelf werd onder Hitlers dictatuur geësthetiseerd.
De eerste naoorlogse jaren ziet de auteur als de incubatietijd voor de latere democratisering van West-Duitsland en tegelijk voor de opbouw van de socialistische samenleving van de DDR. De culturele revolutie van de jaren zestig en zeventig interpreteert hij voor een deel als een generatieconflict. Uiteraard krijgen hier de kritische filosofen van de Frankfurter Schule en het linkse terrorisme ruime aandacht. De DDR wordt in een afzonderlijk hoofdstuk behandeld, dat uitloopt in de vredes-, milieu-, vrouwen- en mensenrechtenbeweging. De vreedzame revolutie van 1989-’90 bracht het natiebegrip en de democratische verworvenheden dichter bij elkaar. In een vrij voorzichtige slotbeschouwing wijst Boterman op het nieuwe Duitse zelfbewustzijn en een andere functie van de cultuur: ‘niet meer een verleiding om politieke kwesties op te lossen zoals het zo’n lange tijd in de Duitse geschiedenis het geval is geweest’.
Cultuur als macht is vooral een intellectuele geschiedenis van Duitsland in de laatste twee eeuwen, met een focus op filosofen, politieke denkers, schrijvers en ook historici. Cultuur was bij een deel van hen een substituut voor politiek; bij weinigen groeide de Gesinnungsethik uit tot meer Verantwortungsethik. Boterman kan bogen op een enorme belezenheid, wijst op soms verrassende continuïteiten en schrijft bijzonder genuanceerd.
Toch is het evenwicht tussen ideeën-, politiek-maatschappelijke en cultuurgeschiedenis in enge zin zoek. Het cultureel-artistieke werk krijgt te weinig aandacht. Sommige belangrijke figuren worden gemarginaliseerd. Sommige beweringen zijn op een overheersende maar daarom nog niet correcte visie in de bestaande literatuur gebaseerd. Slordig ten slotte is de wijze waarop met het Duits wordt omgesprongen. De ruime opzet van dit veeleisende en leerrijke werk verdient echter bewondering. [Erik de Smedt]
Dr. J.L.G. v. Oudheusden
Frits Boterman, emeritus hoogleraar moderne Duitse geschiedenis (UvA), levert met 'Cultuur als macht' zijn levenswerk af: een lijvig overzicht van alle geëngageerde schrijvers, kunstenaars en geleerden op Duitse bodem vanaf 1800. Centraal staat de interactie tussen deze cultuurdragers en de politiek. Als rode draden fungeren de mythes omtrent het Duits-zijn, de kloof tussen natie en staat, en de kritiek op de moderniteit. Rond 1900 is een hoofdthema de neergang van burgerlijke waarden en normen (met hun Bildungsidealen) tegenover opkomende stromingen van cultuurpessimisme en irrationaliteit, waar later het nazisme op stoelde. Verder komt onder meer aan bod: de impact van de Eerste Wereldoorlog, het nazisme, het naoorlogse Wirtschaftswunder, de Duitse deling en het RAF-terrorisme. Boterman brengt telkens eerst het historische kader aan en plaatst daarin zijn figuren, ook in hun onderlinge polemieken. Zo laat hij goed de veranderende kijk van Thomas Mann op zijn land uitkomen. De auteur heeft voor zijn Nederlandse publiek een standaardwerk geschapen waar geen onderzoeker of geïnteresseerde omheen kan. Met twee katernen illustraties, eindnoten, een literatuurlijst en register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.