Het schotschrift, of Koningin tegen DeFoe
Stefan Heym
Stefan Heym (Auteur), Jaap Walvis (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gennep, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 763 |
30/11/2012
In juni 1953 vond in de Duitse Democratische Republiek een volksopstand plaats tegen het communistische regime, die op 17 juni door Sovjettanks werd neergeslagen. Stefan Heym (1913-2001) was toen nog maar kort als joodse emigrant uit Amerika naar de DDR teruggekeerd. De deels fictieve, deels documentaire roman die hij al in de jaren vijftig begon te schrijven, was aanvankelijk vrij apologetisch: de opstand zou in gang zijn gezet door westerse contrarevolutionairen. Toch kon de roman niet in de DDR worden gepubliceerd. 5 Tage im Juni verscheen, grondig herwerkt, in 1974 in West-Duitsland en in de DDR pas, sprekend genoeg, in 1989. Ondanks de moeilijkheden met de censuur is Vijf dagen in juni een typische ‘socialistisch realistische’ roman. Hij heeft een positieve held (de vakbondsman Martin Witte), weerspiegelt grotendeels het doen en laten van de arbeiders in het Berlijnse volkseigen bedrijf Merkur, op hun werk zowel als in hun privéleven, en kiest ondubbelzinnig partij voor het communisme en tegen het kapitalisme.
Heikel in de ogen van de censuur moet zijn geweest dat Witte geen slaafse volgeling is van de partij en de regering, maar zelfstandig en kritisch nadenkt. Hij verzet zich tegen de verhoging van de productienormen met tien procent. Omdat hij, charismatisch als hij is, grote invloed heeft op zijn collega’s, ontzegt de partij hem de toegang tot het bedrijf. Wanneer het — onder impuls van dubieuze westerse figuren die arbeiders in het oosten manipuleren — tot een staking komt en de bevolking op straat gaat demonstreren voor vrijheid, keert Witte naar zijn bedrijf terug om de arbeiders te overtuigen aan het werk te blijven. Hij vindt het onzin dat arbeiders tegen een arbeidersregering, dus eigenlijk tegen zichzelf, staken. Zijn inzet mag niet baten. Een van zijn collega’s, Kallmann, is bijna tegen heug en meug tot leider van de stakers uitgeroepen. De chaos en de volkswoede in Oost-Berlijn nemen toe, zelfs nadat de regering de normverhoging heeft ingetrokken. Met de politieke verhaallijn (discussies tussen arbeiders, overleg in kringen van de partij, het ministerie en de Sovjets, intriges van westerse anticommunisten) heeft de auteur een aantal gebeurtenissen van amoureuze en familiale aard verweven, enkele voorbeelden ook van waar mensen, gedwongen door materiële ontbering of door winstbejag zich toe verlagen. Sommige personages worden erg clichématig getekend, met een al te scherp contrast van goed en kwaad, andere zijn genuanceerder en daardoor geloofwaardiger. Tussen de meestal korte hoofdstukken heeft Heym authentieke documenten ingelast, die het werkelijkheidseffect van de roman moeten verhogen.
Vijf dagen in juni is een spannend vertelde, geëngageerde roman, die een levendig beeld geeft van de toenmalige DDR. In Witte heeft de auteur zijn eigen opvattingen geprojecteerd. ‘Met macht mag nooit een spel worden gespeeld, heeft onlangs een vooraanstaand kameraad gezegd. Speelt hij die probeert die macht een bredere basis te verschaffen een spel met haar? Kader goed en wel, politie nuttig en noodzakelijk, maar nog belangrijker zijn begrip en steun van de massa’s… […] Ik weiger te geloven dat mensen die moderne machines bedienen en het productieproces beheersen niet in staat zouden zijn om — wanneer je ze juist informeert — verder te kijken dan hun neus lang is.’ Dat de Russische tanks tijdens de noodtoestand op 17 juni, en dan nog toevallig, slechts één slachtoffer maken, de rol van het Westen in de opstand wordt overgewaardeerd en die van stakers en demonstranten wordt onderbelicht, toont dat — ondanks alle kritische zin — Heyms partijdigheid meer gewicht in de schaal wierp dan het streven naar historische correctheid. Jammer is dat de vlotte vertaling, die in 1975 al door Van Gennep werd uitgegeven, door spelfouten wordt ontsierd. [Erik de Smedt]
J. IJbema
Roman over de gebeurtenissen rond de 17e juli 1953, de dag dat DDR-arbeiders optrokken naar West-Berlijn en een begin van revolutie door de Sovjettanks in de kiem werd gesmoord. Hoofdpersoon is een communistische vakbondsman die twijfelt aan de juistheid van de aan de arbeiders opgelegde normverhoging. Hij is de verpersoonlijking van een functionaris die enerzijds trouw wil blijven aan zijn politieke idealen en de partijlijn, anderzijds zelfstandig wil blijven denken en daardoor moeite heeft met het volgen van de partijdiscipline. In de vorm van een kroniek worden fictie en historische feiten met gebruikmaking van originele documenten met elkaar verbonden. Genuanceerd en spannend, maar door de vele cliché’s en toevalligheden geen literair meesterwerk, al hoort het door de behandelde thematiek tot de moderne Duitse klassieken. Hoewel Heym (1913-2001) enige zelfcensuur toepaste omtrent de intensiteit van het Sovjetgeweld mocht dit boek destijds niet in de DDR verschijnen. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.