De uitverkorene van de heer
Albert Cohen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gennep, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : COHE |
15/11/2012
Kaddish van een zoon voor zijn joodse moeder die samen met man en kind aan het begin van de vorige eeuw het getto van Korfoe verliet om in Marseille een nieuw bestaan op te bouwen. Een armoedig bestaan, zo blijkt, want het oriëntaals gerichte echtpaar heeft grote moeite zich aan en in te passen. 'Verdwaald in het Westen', zoals zoon Albert zich zijn jeugd herinnert.
Vele jaren waren zijn moeder en hij 'elkaars enige gezelschap'. Op zon- en feestdagen brachten ze hun middagen door in het vervallen kursaal, om na bestelling van een drankje en een portie olijven de stiekem meegebrachte en zelfbereide lekkernijen te verorberen. En 's avonds trokken ze samen naar het theater of de bioscoop om de zorgen van alledag even achter zich te laten. Een moeder die iedere vrijdagavond, feestelijk uitgedost voor de Sabbatviering en in afwachting van de thuiskomst van haar huisgenoten, zich bang afvroeg of alles wel perfect was en naar hun wens, want 'de complimenten van haar echtgenoot en haar zoon en hun beider geluk, dat was alles wat ze van het leven vroeg'.
Later, wanneer Albert naar Genève vertrekt om te studeren en nadien als diplomaat bij de Volkenbond gaat werken, dekt ze elke avond zonder mankeren de tafel voor de afwezige en kijkt verlangend uit naar de paar weken die ze ieder jaar bij hem mag doorbrengen. Het zijn de enige hoogtepunten in het bestaan van deze totaal geïsoleerde vrouw die steeds meer last kreeg van haar hart, gewichtsproblemen had en moeilijk liep. Ze zou sterven in bezet Frankrijk, ver van haar zoon die op de vlucht voor de nazi's in Londen verblijft.
'Ze is gekomen, ze heeft er niets van begrepen, ze is vertrokken', schrijft Cohen in deze klaagzang vol spijt, zelfmedelijden en schuldgevoelens, omdat hij plots beseft wat zijn moeder voor hem betekende ('Alleen met haar was ik niet alleen. Nu ben ik alleen met iedereen.') en wat hij voor haar was ('Mijn moeder had geen ik maar een zoon.' en 'Mijn moeder was mijn klit.'). Het verklaart wellicht de vele boze oprispingen ten opzicht van de wereld zonder zijn moeder en de neiging in het verdriet te willen blijven hangen, wat nu en dan tot — zij het mooi gestelde — herhalingen leidt.
Cohens boekje is een innig en intiem portret van een vrouw die totaal en onvoorwaardelijk moeder was en mede daardoor ook een indringende parabel over de absurditeit van het menselijk bestaan. [Jan Baes]
Redactie
Vrijwel niemand in Nederland had ooit van Albert Cohen (1895-1981) gehoord, toen in 1984 de vertaling van zijn 'Solal' (1930) verscheen, maar dit veranderde spoedig toen men deze auteur ging lezen. Later verscheen ook nog 'De uitverkorene van de Heer' en 'Het boek van mijn moeder', ook weer in de goede vertaling van Paul Syriër, waarmee Cohen zijn plaats in de Franse literatuur eer aan doet. De vergelijking van zijn werk met dat van Proust kan nogal overdreven aandoen: toch ontdekt men in dìt boek aardige parallellen. Die kinderwereld wordt opgeroepen, mét de spijt van de volwassen zoon die te laat beseft dat hij alleen maar nám, zonder (veel) te geven. In feite lezen we hier het uitstekend vormgegeven verhaal van wat vele zonen (en dochters) hebben gevoeld zonder het ooit te kunnen verwoorden. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.