Een liefde zonder verzet
Gilles Rozier
Gilles Rozier (Auteur), Marit Kaczmarek (Vertaler), Martine Woudt (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Anthos, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ROZI |
15/01/2013
De oude dame Sulamita leidt een teruggetrokken bestaan in Rome, te midden van haar bibliotheek met vergeten boeken. Ze doet zich voor als een stem uit het verleden, en dat is precies waarom Pierre haar wil opzoeken. Hij vindt geen ademruimte in de toekomst, maar wel in de rijkdom van een onuitputtelijk verleden. Bovendien is zijn persoonlijke verleden een opeenstapeling van vraagtekens. Toen zijn beide ouders stierven, was hij nog maar een puber.
Dat onverwerkte verleden dient zich aan wanneer hij op een boek stoot van Oeri Tsvi Greenberg. Diens gedichten vatten het gevoel van vast te zitten in een wereld waar je geen grip op kunt krijgen. Geïntrigeerd door Greenberg komt hij bij Sulamita terecht, die Greenberg en andere schrijvers van zijn generatie persoonlijk heeft gekend. Wat volgt, is een verhaal over drie Jiddische dichters (Oeri Tsvi Greenberg, Perets Markisj en Melech Ravitsj), dat Sulamita via brieven vertelt aan Pierre.
De wereld die Rozier wil oproepen, is complex. Het Jiddisch leidt naar een maaswerk van individuen, gemeenschappen, rituelen en tradities, die samen de geschiedenis van het Joodse volk uitmaken. Rozier bekritiseert daarmee de eenzijdige blik op de Joodse geschiedenis. Hij zoekt zich met succes een weg tussen de culturele, religieuze en literaire referentiepunten van het Oost-Europa tussen de twee wereldoorlogen en brengt een persoonlijke geschiedenis. Cursief gedrukte woorden en referenties, specifieke voorwerpen en gebruiken krijgen een plaats in zijn verhaal, dat fragmentarisch wordt gebracht.
Door de dialoogvorm slaagt Rozier erin zijn lezer in het verhaal te betrekken. Sulamita ziet zich verplicht om haar verhaal van heel wat duiding te voorzien voor Pierre, die, samen met de lezer, zijn verleden ontdekt. Ook hij kan niet anders dan aanknopingspunten zoeken waarover hij vandaag nog kan beschikken: getuigen, een lied, registers en archiefdocumenten, een foto.
Het vertrekpunt van Sulamita’s relaas is precies zo’n foto. Ze geeft een indringende beschrijving van de bekende afdruk uit 1922 waarop zes Jiddische schrijvers (onder wie de drie dichters) afgebeeld staan. Men kan zich afvragen waarom Rozier die niet mee afgedrukt heeft. Het zou het geheel nog aanschouwelijker hebben gemaakt en de historische reconstructie alleen maar ten goede zijn gekomen. Echter, Land zonder liefde is een indrukwekkend eerbetoon aan drie schrijvers. Om hun verhaal te kunnen brengen over intense gevoelens van liefde, haat, angst, ballingschap schiet een al te concrete aanpak tekort. Een duidelijke foto zou de kracht van de verbeelding tenietdoen.
Voor Rozier is het Jiddisch een mysterieuze taal die verleidt en waar hij ogenblikkelijk voor valt. Voor de lezer is die taal een stuk onbekender en onbeminder. Daarnaast overstemt de historicus af en toe de schrijver. Toch dwingt het resultaat bewondering af, omdat de auteur zich niet heeft verschanst achter de veilige schutting van de afstandelijke geschiedschrijving, maar hij zich als vertaler en vervolgens als schrijver heeft gewaagd in die mysterieuze taal.
(Dit is een abstract van een artikel van Francis Mus. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 8, 2012.)
[Francis Mus]
Menno Gnodde
Zijn belangstelling voor het Jiddisch, mede gevoed door zijn achtergrond en hang naar het verleden, brengt de pas afgestudeerde, ouderloze Pierre in contact met Sulamita, tegen de 100, hoedster van de Jiddische literaire nalatenschap in haar Romeinse 'geheugenpaleis'. Zij vertelt over de bloeitijd van de 'Warschause Bond van Joodse schrijvers en journalisten', hoe rond 1920 de kosmopolitische dichters Oeri Tsvi Greenberg (1896-1981), Perets Markisj (1895-1952) en Melech Ravitsj (1893-1976) elkaar daar vonden, hoe deze geschiedenis van een vriendschap die de hele eeuw beslaat, hoe de kracht van hun artistieke getuigenis glans gaf aan het nu verzonken Midden-Europese 'Yiddishland'. De titel van de roman, ontleend aan een gedicht van Greenberg, verwijst illustratief naar de duistere tijdgeest van herhaaldelijk terugkerende pogroms en 'Endlösung'. De Franse romancier (1963, Jiddisch dichter en vertaler) brengt al deze levenservaringen in heden en verleden overtuigend in samenhang en houdt zo ook een krachtig pleidooi voor de koestering van cultureel erfgoed. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.