Bel Ami
Guy De Maupassant
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11034 |
31/08/2012
Zelf heeft F. Springer, die in 2011 overleed, de publicatie van twee belangrijke werken niet meer mogen beleven. Liesbeth Dolk bracht onder de titel Vindplaatsen: de Indische jaren van F Spinger de periode in kaart die de auteur als ambtenaar van het Nederlandse bewind in de kolonie doorbracht, en zelf had Springer, net voor zijn overlijden, beslist de (korte) roman Met stille trom alsnog uit te brengen. In een woord vooraf schetst Springer de ontstaansgeschiedenis van het boek: hij schreef een eerste versie ervan in de lente van 1962, toen hij samen met zijn geliefde een maand van hun verlof doorbracht in Le Lavandou aan de Franse Rivièra. Toen hij de drukproeven herlas, overviel hem een gevoel van machteloosheid en onvoldaanheid, het leek hem 'niet meer dan een gemiddeld indianenverhaal'. Ongeveer een halve eeuw later vond hij in zijn persoonlijke archief de drukproef terug en besliste hij het verhaal toch aan de vergetelheid te ontfutselen, 'als is het maar als een laat eerbetoon aan hen die tot het bittere einde hun taak bleven uitvoeren, een betere zaak waardig, naar gebleken is.'
Met stille trom brengt het verhaal van controleur Leen Dekker, die naar de Zakar, het berggebied in Nederlands Nieuw-Guinea, wordt gestuurd om er zijn voorganger, die het al te bont heeft gemaakt, te komen vervangen. Het Nederlandse bewind staat er erg onder druk en loopt werkelijk op zijn laatste benen. Dekker moet er voortdurend bemiddelen: zijn collega's, ondergeschikten zowel als meerderen, delen niet steeds elkaars visie als het eropaan komt de Nederlandse 'zaak' te verdedigen. Bovendien weegt op hen allen het besef dat Nieuw-Guinea een andere weg opgaat en dat hun aanwezigheid niet erg op prijs wordt gesteld, zeker niet door de inlandse stamhoofden die hun onderlinge vetes uitvechten. Komen daar nog bij de bemoeienissen van de professor-antropoloog Cabell, wiens theorieën lijnrecht ingaan tegen het 'beschavingswerk' van de Nederlanders: hij is ervan overtuigd dat oorlog voeren voor de Papoea's tot hun cultuur behoort, want zo bewijzen ze hun moed op het slagveld en slagen ze erin voldoende indruk te maken op de vrouwen. F. Springer vertelt het zonder omwegen, hij zit dicht op de realiteit (ten bewijze hiervan de uittreksels die hij opneemt uit de journaals en werkverslagen van de ambtenaren), de sfeer van onomkeerbare afgang van het koloniale bewind is zo voelbaar. In de marge van dit alles schetst hij ook een menselijk portret van Dekker, die niet wil ingaan op de avances van de vrouw van een van zijn collega's, maar aan het eind, als hij terugkeert naar Nederland nadat hij gewond werd door een pijl, aan zichzelf durft toe te geven dat hij wel verliefd was op haar. Met stille trom roept, zeker omwille van de thematiek, herinneringen op aan die andere controleur die Dekker heette en later onder de naam Multatuli zijn ervaringen neerschreef. En als getuigenis over een verleden waarin inzet en persoonlijke betrokkenheid nog echt meetelden op de waardenschaal, komt Met stille trom bijzonder authentiek over. [Jooris Van Hulle]
Dr. J. Kroes
Deze posthuum verschenen autobiografische roman over de nadagen van Nederlands Nieuw-Guinea heeft een voorgeschiedenis. Reeds in 1963 was dit boek geschreven en aangeboden aan een uitgever, maar de schrijver durfde het toen niet te publiceren. In 2011 kwam Springer (pseud. van Carel Jan Schneider, 1932-2011) het manuscript weer tegen en bewerkte het voor deze uitgave. Hij beschrijft zijn leven en werk, samen met zijn vrouw, als bestuursambtenaar in de toenmalige Nederlandse kolonie van 1958 tot 1962, toen de kolonie moest worden opgegeven. Zijn alter ego Dekker werkte als controleur in Zakar in het binnenland van Nieuw-Guinea, dat hij in 1962 met stille trom moest verlaten. Springer beschrijft op beeldende wijze en met veel dialoog zijn belevenissen met de Papoeabevolking, zijn Nederlandse collega's en enkele missionarissen, waarbij de namen van de Nederlanders zijn veranderd. Een beschrijving van de voorgeschiedenis en enkele zwart-witfoto's uit eigen collectie gaan vooraf aan zijn verhaal over de laatste jaren van de koloniale geschiedenis van Nederlands Nieuw-Guinea. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.