James Hond en de Elfenbank
Noëlla Elpers
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Goor, cop. 2012 |
YOUNG ADULT : ELPE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Goor, cop. 2012 |
YOUNG ADULT : ELPE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Goor, cop. 2012 |
YOUNG ADULT : ELPE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Goor, cop. 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ELPE |
15/11/2012
De Nederlanden, zeventiende eeuw. Malou is nog een kind als ze samen met haar moeder in Roosendaal aankomt, berooid, ongelukkig en met weinig toekomstperspectief. Ooit was Maria, Malou’s moeder, in Antwerpen verkozen tot stedenmaagd, een eer weggelegd voor het mooiste meisje van de stad. Die glorieuze tijd lijkt nu ver achter hen te liggen. Ze ontvluchten Antwerpen nadat Malou’s stiefvader haar moeder voor de zoveelste keer bont en blauw geslagen heeft. Malou heeft deze keer ook in de klappen gedeeld. Ze pakken hun boeltje en vertrekken. Dat blijkt een juiste keuze geweest te zijn, want na zes dagen lopen, komen ze in Roosendaal terecht bij Kato, een oude vroedvrouw die veel weet van geneeskrachtige kruiden. Kato en Maria blijken het goed met mekaar te kunnen vinden, ook omdat Maria als dochter van een chirurgijn heel wat kennis heeft over geneeskunde. Wanneer Kato voorstelt om bij haar te blijven, twijfelen Malou en haar moeder niet. Het tij lijkt te keren. Malou geniet van een mooie en rustige tijd te midden van de natuur. De strijd die in Roosendaal hevig woedt tussen katholieken en protestanten, gaat aan hen voorbij. Maria staat Kato bij en nadat Kato overleden is, neemt ze haar taken als vroedvrouw en kruidenvrouw helemaal over. Helaas is geen enkel kruid gewassen tegen de zwarte dood. Nadat Maria een man verzorgd heeft die met de pest besmet was, ontkomt ze zelf niet aan deze vreselijke ziekte. Dertien jaar oud is Malou als ze haar moeder verliest en helemaal alleen op de wereld staat. Hoewel ze vrienden heeft in Roosendaal, kan ze daar onmogelijk blijven. De mensen zullen steeds blijven geloven dat haar moeder met de duivel heulde en dat met de dood heeft moeten bekopen. Door bemiddeling van de pastoor en dokter van Roosendaal keert Malou terug naar Antwerpen. Ze gaat als huishoudhulp werken in Den Gulden Rinck, het huis van de heer Rockox, buitenburgemeester van Antwerpen. Het was Rockox die destijds zijn oog had laten vallen op Malou’s moeder, maar hoewel hij haar tot stadsmaagd verkoos en duidelijk gevoelens voor haar koesterde, koos hij toch voor een huwelijk met iemand uit de hogere klasse. In zijn huis vindt Malou een veilige haven. Ze wint de sympathie van haar werkgevers en voelt zich goed tussen de andere maartjes. Stiekem heeft ze een oogje op Meerten, een van de knechten, maar het is het personeel niet toegestaan een relatie te hebben. Hoewel Malou’s leven nu stabiel is, blijft ze bang om in Antwerpen haar stiefvader weer tegen te komen. Wanneer haar angst op een dag bij een schaatspartij bewaarheid wordt, ziet ze haar stiefvader in een wak terechtkomen. Ondanks alle ellende die deze man haar heeft berokkend, besluit ze toch om hem van een gewisse dood te redden. Dat koopt haar vrij van haar angst. Maar het zorgt er ook voor dat haar geheime relatie met Meerten aan het licht komt. Rockox en zijn vrouw Adriana zetten haar voor een moeilijke keuze: blijft ze onder de veilige vleugels van Den Gulden Rinck of kiest ze toch om met Meerten verder te gaan?
Met Malou van de mussen is Noëlla Elpers er wederom in geslaagd een mooi beeld te schetsen van ver vervlogen tijden. De gebeurtenissen spelen zich af tegen de achtergrond van de godsdienstoorlog in de Nederlanden en hoewel niet zeer expliciet, schept Elpers een beeld van die strijd en van de impact daarvan op gewone mensen. Kinderen gooien elkaar bekvechtend bijvoorbeeld scheldwoorden als ketter en papenkind toe. Ook het dagelijkse reilen en zeilen in een drukke huishouding van een belangrijk persoon in die tijd, brengt Elpers vlot tot leven. Hoewel dit een boeiende en tot de verbeelding sprekende context is, voelt het boek toch enigszins aan alsof het rond de persoon van Rockox geconstrueerd werd. Ik miste hier de zeggingskracht die wél aanwezig was in Dolores (2008). Malou van de mussen vertoont een aantal enigszins onnatuurlijke wendingen. Bijvoorbeeld het feit dat Malou, nadat ze haar stiefvader gered heeft, ook nog even door hem gered wordt, is verder niet functioneel voor het verhaal. Ook komt het weinig geloofwaardig over dat Malou zich toch steeds blijft afvragen of Meester Rockox mogelijk haar vader kan zijn. Daarvoor zijn de karaktertekening en de psychologische uitwerking te beperkt. Zowel in Dolores als in Malou van de mussen wordt een meisje beschreven dat losgerukt wordt van haar familie. In beide boeken zie je het groeiproces van kind tot vrouw. Maar Dolores is een personage dat onder je huid kruipt en bijblijft. En hoewel ik graag over Malou gelezen heb, twijfel ik of zij daar ook in slaagt. [Marjan Hauchecorne]
T.H.
Antwerpen, 17e eeuw. We volgen Malou (ik-figuur) van haar elfde tot haar zeventiende jaar. Ze gaat met haar moeder naar Roosendaal om haar stiefvader te ontvluchten. Ze vinden onderdak bij Kato, een kruidenvrouwtje. Een paradijsje tot de pest komt. Als Malous moeder sterft, verzwijgt iedereen de oorzaak. Ze mag met burgemeester Rockox terug naar Antwerpen. Malou wordt dienstmeisje in zijn huis. De auteur is bekend van historische kinderboeken als 'Dolores', waarvoor ze enkele prijzen kreeg en 'Vuurkraal'. De geschiedenis wordt bij haar een tableau vivant door beeldend taalgebruik. Verhelderend om te lezen over de sociale verschillen die wij niet meer kennen. Het wat onwaarschijnlijke toeval maakt ze minder scherp. Wellicht geforceerd door het eerbetoon dat ze met dit boek geeft aan het Rockoxmuseum. Omwille van de historie warm aanbevolen. Achterin staat een verklarende woordenlijst en historische uitleg. Vanaf ca. 13 jaar.
Gonda Lesaffer
ua/an/22 j
Antwerpen, ca. 1600. Malou (Marie-Louise) Storms woont met haar stiefvader en haar moeder op een kleine kamer in een volkse buurt. Manu Storms is pas vrijgelaten uit de gevangenis. Hij is vaak dronken. Na de zoveelste ruzie verlaat Maria haar jaloerse man en vertrekt met haar dochter noordwaarts naar Roosendaal. Maria, dochter van een barbier-chirurgijn, wordt daar opgevangen door Kato, een oudere vroed- en kruidenvrouw. Malou kent er enkele gelukkige jaren. In Roosendaal staat ook een groot herenhuis van Nicolaas Rockox, buitenburgemeester van Antwerpen. Ooit heeft de mooie Maria als Stedenmaagd Rockox als jongste schepen gekend. Wanneer Maria sterft, verhuist Malou naar Antwerpen. Als wees zal ze in het Maagdenhuis worden geplaatst, maar omdat ze zoveel over planten en kruiden weet, mag ze verblijven in Den Gulden Rinck, het huis van burgemeester Rockox in de Keizerstraat. De dertienjarige Malou is hulpje in de keuken, dan kamermeisje. In het voorjaar werkt ze in de tuin. Op een dag komt Meerten in dienst als knecht en klerk …
Een historisch verhaal in twee delen (Roosendaal en Antwerpen). De eigenzinnige Malou op zoek naar haar echte vader is de spilfiguur. Ze uit kritiek op wie macht uitoefent. De woelige Spaanse periode is de achtergrond, met de strijd tussen Noord en Zuid, de roomsen en de ketters. De schrijfster heeft zich voor dit verhaal laten inspireren door de studie van Leen Huet en Jan Grieten, ‘Nicolaas Rockox 1560-1640’ (2010). Hier en daar staan er zuidnederlandismen (doorheen, namiddag). Achterin: een woordenlijstje en historische verklaringen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.