De keerzijde van de keizer
Agave Kruijssen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2011 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : KRUI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2011 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KRUI |
31/12/2005
Agave Kruijssen bewees al vaker dat ze een oud Nederlands verhaal leesbaar en boeiend kan navertellen voor de hedendaagse jeugd. Zo hertaalde ze voor jonge lezers al o.m. de Vier Heemskinderen, Elegast, Heer Halewijn, Lancelot en Walewein. In Vrije val vertelt ze het bekende verhaal van de non Beatrijs na: erg jong treedt die in het klooster en ze werkt daar als kosteres, tot haar jeugdliefde haar terug de wereld in lokt. Het paar kent gelukkige jaren en ze hebben samen twee kinderen. Beatrijs, gekweld door zondebesef om haar gebroken gelofte aan God, blijft trouw bidden tot Maria, opdat die voor haar vergiffenis zou pleiten bij God. Als het geld op raakt, is ook de liefde voorbij: haar man verlaat haar. Met haar zoontjes zwerft ze door het land en probeert op alle manieren, zelfs met prostitutie, aan geld te komen om haar kinderen te voeden. Als ze in de buurt van het klooster komt, denkt ze dat Maria haar de boodschap geeft terug te keren naar haar medezusters. Daar blijkt niemand haar gemist te hebben; haar habijt en sleutels vindt ze bij het beeld van Maria, die trouw haar taak overnam en zo Beatries redde van de schande. Om ook met God in het reine te komen, biecht ze haar zonden bij de abt die voor de zusters verantwoordelijk is. Na de biecht voelt ze zich in het klooster weer opgenomen in Gods liefde. De abt zal voor haar zoontjes zorgen.
Het middeleeuwse verhaal beschrijft vooral Beatrijs' verblijf in het klooster, voor en na haar vlucht. Agave Kruijssen richt het licht op de jaren van Beatries -- een voor Vlamingen wat vreemde naam -- buiten het klooster. In haar biecht aan de abt vertelt ze haar verhaal, van haar gedwongen intrede in het klooster als veertienjarig meisje, omdat haar arme adellijke familie geen geld had voor een bruidschat, tot de schande van de prostitutie voor haar kinderen. De hele tijd buiten het klooster, in geluk en verdriet, was er de brandlucht van haar zonde, "zo'n vage lucht als de boeren verderop stro verbranden. De lucht prikte in m'n neus, dag en nacht, en maakte me onrustig als een ree die een heidebrand voelt aankomen." 's nachts overviel haar telkens weer de angstdroom over de vrije val vanuit de hoge hemel in de hel: "Onder mij stond de wereld in brand. Wezentjes wriemelden als wormen in een pot. Naakte wezentjes, krijsend en gillend. Ze stonden in brand. Een walgelijke stank steeg op. De stank van verschroeiend vlees." Alleen als ze in de vrije natuur aan Maria denkt, ruikt ze die niet. Agave Kruijssen laat Beatries denken dat ze zwaar zondigt door uit het klooster weg te lopen, maar tegelijk toont ze dat Beatries niet bewust, met opzet voor het kwade koos: ze was immers nog een kind, zegt ze in haar biecht "en meisjes van veertien moeten met straffe hand worden geleid, anders bezwijken ze voor de verleiding. Kijk maar eens om u heen, zo is de natuur. Meisjes van veertien zijn als rijpe appels. Ze moéten wel vallen, tenzij iemand ze plukt. Niemand mocht mij plukken. Dus viel ik." Ze zondigde omdat ze verliefd was, en dan stiekem afspraakjes maken is "gewoon spannend. Lekker verschrikkelijk spannend." Verliefdheid brengt jonge meisjes totaal in de war, en de ware zondaar is Beatries' minnaar Berend, die ook in andere vrouwen geïnteresseerd was, en haar zonder meer in de steek liet toen het geld op was. Daarom ook krijgt Beatries Gods vergiffenis: na haar biecht ruimt de brandstank plaats voor de geur van bloemen en wierook, en komt er een eind aan de nachtmerrie over de vrije val.
Agave Kruijssen gebruikt in haar navertelling elementen die niet in de originele Marialegende voorkomen: ze laat Beatries de bekende oudste Nederlandse verzen ("Hebban olla vogala...") neerschrijven omdat die goed passen bij haar verliefde gevoelens; ze geeft haar een heldhaftige dienstbare rol in de 14e-eeuwse pestepidemie in Europa, waaruit niet alleen Beatries' karakter en onverdroten werkkracht blijken maar waardoor het verhaal ook een extra dimensie krijgt; en in haar eenogige eerste klant als prostituee, herkennen we Moenen uit Mariken van Nieumeghen: "Ik dacht nog vaak aan mijn eerste klant. Vooral dat oog hield me bezig. Is het niet zo dat de duivel zich vaak onder ons mengt? Dat hij de mensengedaante aanneemt om ons aan te zetten tot het kwaad? Om ons mee te slepen in de zonde? Om ons dat laatste zetje te geven dat wij nodig hebben? De duivel kan nooit een volmaakte mens zijn. Altijd heeft hij een gebrek. Altijd mist hij iets. Een vinger, of een teen, of een oor. Of een oog."
Beatries is in dit boek een complexe persoonlijkheid. Als verliefde puber laat ze zich door haar jeugdvriend inpakken, maar ze werpt daarmee niet haar principes overboord: op de vlucht vrijt ze niet halsoverkop met hem onder de blote hemel, ze wil keurig met hem samenleven, ook al moet dat stiekem op zijn verlaten jachtslot. Als zijn belangstelling voor haar vermindert, zoekt ze haar heil toch in een oude truc: ze zorgt ervoor dat ze zwanger wordt. De geboorte van een tweede zoontje zorgt voor afstand tussen de geliefden, en als de geldnood toeslaat, is de breuk definitief. Op de dool met haar kinderen is Beatries tot alles bereid om haar kinderen voedsel en onderdak te bezorgen, maar ze blijft bidden tot Maria. Tot in de bittere details (ratten eten, overnachten in veld of bos, beroofd en misbruikt worden door struikrovers, het nederigste en vuilste werk opknappen) toont de schrijfster Beatries' ellendige leven op de vlucht. In haar verhaal tot de abt klinkt het eerlijk: "Of ik nog wel mijn gebeden zei en of ik naar de kerk ging? Laat ik u dit zeggen: als je arm bent, ben je bezig met overleven. Eigenlijk ben je daar de hele dag druk mee. En je bent moe, doodmoe. Daarom zijn arme mensen een makkelijke prooi voor de duivel." Die authentieke toon klinkt ook als ze haar werk als helpster in een bordeel vertelt: "Nergens buiten het klooster ben ik zoveel hartelijkheid tegengekomen als bij Magdalena en haar zusters. Ik kon het de heren niet kwalijk nemen dat ze graag op bezoek kwamen. Het was er altijd vrolijk, het huis was keurig schoon en nergens gingen de mensen vaker in de tobbe dan daar. Het was hun manier om hun zonden weg te wassen. Mijn kijk op de mensen is daar wel veranderd. Heren die op zondag vooraan in de kerk zaten, die hun plek in de hemel kochten met gulle gaven, ja zelfs voorname geestelijken kwamen regelmatig bij de dames langs. Ik bloos nog als ik eraan denk. Kennelijk vonden zij de zusters niet zo zondig dat ze hen uit de weg gingen. Als dienstmeid voor de 'dames' in het bordeel zorgde ze ervoor dat ze "een mager scharminkel bleef, want ik wilde niet een dame worden als Magdalena en Camelia. Ik wilde niet tussen de lakens met allerlei dikke heren van stand. Ik was misschien wel zondig, maar een hoer was ik niet." Bij het uitbreken van de pest moeten ze allen vluchten want de goede burgers geven hun de schuld van de epidemie. In een greppel slapen en ratten eten is niet leuk, niet romantisch: "De natuur is mooi als de zon schijnt. Of als je weet dat je straks kunt schuilen onder een dak en je kunt warmen aan een haardvuur. Maar als de natuur je huis is, is ze genadeloos." Daardoor wordt ze uiteindelijk de hoer van iedereen, steeds goedkoper en vuiler, want: "Als de nood het hoogst is, is waardigheid uit wandelen. Voor trots krijg je geen brood. Voor je naakte lijf wel."
Agave Kruijssens verhaal over Beatries' leven buiten het klooster is een aanschouwelijk vertelde, authentiek lezende aanvulling bij het middeleeuwse kloosterverhaal over de misleide non Beatrijs. Dat toont vooral de vrome non, met berouw om haar zonde en een groot vertrouwen op Maria. De bewerking laat ons vooral de vrouw zien die in de liefde bedrogen wordt en de moeder die alles voor haar kinderen over heeft. Dat verhaal wordt duidelijk en vlot verteld, met soms treffende beelden als "Gedachten dolden door mijn hoofd als veulens in een voorjaarswei." of "De moederoverste en mijn zusters zouden me niet willen zien, ze zouden van me walgen als van een stuk slecht gerookt vlees, waar na een poosje de maden uitkruipen." Het klinkt wel wat anachronistisch als Beatries over iemand vertelt dat "haar haar schuil ging onder een hippe hoed" en waarom de vrouw die Beatrijs in de buurt van het klooster onderdak verschaft, dialect moet spreken, ontgaat me. Alles bij elkaar bewijst dit boek over zoveel soorten van liefde (liefde voor Maria, liefde voor God, verliefdheid, liefde tussen man en vrouw, moederliefde) nog maar eens dat Agave Kruijssen oude verhalen nieuw leven kan geven en dat ze haar publiek kent. [Herman De Graef]
M.G.M. Koedijk-Schraag
De middeleeuwse Maria-legende Beatrijs wordt in dit boek in eigentijds Nederlands naverteld. Beatrijs vertelt tijdens de biecht, haar door de abt van het klooster afgenomen, over haar leven. Hoe ze bij gebrek aan bruidsschat in het klooster gaat en kosteres wordt, maar kiest om heimelijk te vertrekken om met haar vriend samen te zijn. Ze krijgen twee zonen, maar als het geld op is, verlaat hij haar en uiteindelijk moet ze als prostituee in haar eigen onderhoud en dat van haar kinderen voorzien, al blijft ze dagelijks bidden tot Maria. Als ze al bedelend met haar kinderen terug in de streek van haar vroegere klooster komt, hoort ze dat de kosteres nog steeds in het klooster is. Ze blijkt haar vroegere taak zo te kunnen hervatten: Maria heeft haar al die jaren vervangen. Pas na het biechten kan Beatrijs zichzelf vergeven. In korte zinnen in nuchter eigentijds Nederlands weet de schrijfster een goed beeld te geven van het dagelijks leven, maar ook van het godsbeeld in de middeleeuwen. De korte hoofdstukken en duidelijke bladspiegel zorgen ervoor dat de legende toegankelijk is voor jonge mensen. Met verantwoording van de auteur. Vanaf ca. 12 jaar.
Veerle Uyttersprot
ua/an/22 j
Agave Kruijssen bracht een nieuw boek uit in de reeks Sprookverhalen. Eigenlijk gaat het om een herwerkte versie van een eerdere, gelijknamige publicatie uit 2005. 'Vrije val' is geen ridderverhaal zoals de meeste van Kruijssens boeken, maar een bewerking van de middeleeuwse Beatrijslegende. In dit mirakelverhaal neemt Maria de plaats in van de non Beatrijs wanneer die niet aan de lokroep van de wereld kan weerstaan en omwille van een jeugdliefde het klooster verlaat. Wanneer Beatrijs na jaren van zonde en ontbering terugkeert naar het klooster merkt ze dat niemand haar verdwijning heeft opgemerkt omdat Maria de hele tijd haar taken vervulde.
In 'Vrije val' worden de basisgegevens van de Middelnederlandse Marialegende behouden, maar het personage van Beatrijs en vooral haar belevenissen buiten het klooster die in het middeleeuwse verhaal helemaal niet aan bod komen, krijgen in deze moderne versie extra aandacht. Het hele verhaal wordt in de versie van Kruijssen ook verteld door Beatrijs zelf, die na haar terugkeer naar het klooster in een lange biecht haar hart lucht bij een bezoekende bisschop. Op deze manier hoopt ze een einde te kunnen maken aan haar vrije val en zich te bevrijden uit de neerwaartse spiraal die haar meesleurt in wanhoop en zonde.
Zoals steeds toont Agave Kruijssen veel respect voor het oorspronkelijke verhaal, maar probeert ze ook om dit voor een hedendaags jongerenpubliek aantrekkelijk te maken. Belangrijk in haar werkwijze is de psychologische uitdieping van de personages. Precies deze combinatie maakt van 'Vrije val' een ambigu boek. Als middeleeuws Mariaverhaal zijn de handelingen van Beatrijs goed te begrijpen. Ook het feit dat haar geliefde zomaar van het toneel verdwijnt na de eerste verliefdheid past perfect in het verhaal, want is nodig om Beatrijs terug naar het klooster te brengen en de wonderlijke goedheid van Maria onder de aandacht te brengen. In Kruijssens versie komen diezelfde verhaalwendingen vaak geforceerd over. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat Beatrijs op het einde haar twee zoontjes zomaar achterlaat om zelf haar oude ambt als kosteres in het klooster op te nemen. Dit klopt niet met de zorgzame liefde die ze eerder voor haar kinderen toonde. In Kruijssens bewerking werd Beatrijs veel te veel een volwaardig personage met een eigen wil en gevoelens om een dergelijke ontwikkeling geloofwaardig te laten overkomen.
Dit neemt niet weg dat Kruijssen er ook met 'Vrije val' in geslaagd is om een bekend, maar wellicht niet vaak meer gelezen, werk uit het Middelnederlandse erfgoed, toegankelijk en verteerbaar te maken voor een hedendaags publiek.
Bart Van Nuffel
ua/an/22 j
Dit boek is een bewerking van de veertiende-eeuwse legende van Beatrijs. Agave Kruijssen heeft wel meer Middelnederlandse verhalen herverteld, waarbij ze dicht bij het origineel blijft, met hier en daar wat eigen toevoegingen. Beatrijs wordt door haar ouders gedwongen om in het klooster te treden. Daardoor kan haar verhoopte huwelijk met Berend niet doorgaan. Maar op een dag komt Berend toevallig langs het klooster en Beatrijs voelt dat haar verliefdheid nog lang niet over is. Na enige aarzeling vlucht ze op een nacht weg uit het klooster om met haar geliefde in een jachtslot te gaan wonen. Ze krijgen twee zoontjes. Toch dooft in de loop der jaren de liefde uit en Berend gaat ervandoor met al het geld. Daarop vertrekt ook Beatrijs met de kinderen op een tocht getekend door armoe, honger en uitputting. Ze raakt ten einde raad en besluit, om aan geld te geraken, zich te prostitueren. Tot ze terug in de buurt van het klooster terechtkomt. Beatrijs laat de jongens achter bij een boerin en glipt langs een achterpoortje opnieuw het klooster in. Ze sluipt naar de slaapzaal en gaat in haar bed, dat nog steeds onbeslapen is, liggen. Als de zusters de volgende ochtend wakker worden, gaat het kloosterleven van jaren geleden zijn gewone gangetje. Niemand lijkt te hebben gemerkt dat Beatrijs is weggeweest. Deze Marialegende behoudt in deze nieuwe versie haar diepchristelijke toon. Uit tekens onderweg leidt Beatrijs af dat de Heilige Maagd haar blijft beschermen. Elke gebeurtenis wordt beschreven vanuit een overtuigde Mariadevotie. Dit verhaal heeft zijn historische waarde, maar om het naar de jeugd toe te brengen zou een meer wereldse kijk doeltreffender zijn.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.