De bruggenbouwer
Markus Zusak
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
The House of Books, 2011 |
VERDIEPING 3 : STAMPKOT : YOUNG ADULT : ZUSA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
The House of Books, 2011 |
YOUNG ADULT : ZUSA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
The House of Books, 2011 |
YOUNG ADULT : ZUSA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
The House of Books, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 8154 |
31/12/2011
De zoektocht van een underdog
Underdogs, losers, het zijn personages die wel meer voorkomen in de boeken van De boekendief-auteur Markus Zusak. Ook in De boodschapper, dat oorspronkelijk in 2002 verscheen, lijkt de hoofdfiguur Ed Kennedy aanvankelijk op zijn zachtst gezegd niets bijzonders. Of zoals hij zichzelf omschrijft: ‘Taxichauffeur. Plaatselijke loser. Hoeksteen van de middelmatigheid. Seksuele dwerg. Zielige kaartspeler. En nu ook nog bizarre shit-magneet.’
De karakters van Zusak zijn vechters. Cameron Wolfe bijvoorbeeld, in het tweeluik De underdog en De vechter. Die boeken richten zich duidelijk tot een jonger publiek dan De boodschapper, maar de kiemen voor het personage van Ed Kennedy zijn hier gelegd. Een nogal problematisch gezin waaruit het hoofdpersonage voortkomt, een leven aan de rand van de samenleving (denk ook aan de magistrale sfeerschepping van de armoedige Himmelstraat waar boekendief Liesel Memminger opgroeit)... De problemen waar de puber Cameron zich mee geconfronteerd ziet (gebrek aan zelfvertrouwen, onbeantwoorde liefde, een thuisomgeving die het hem niet makkelijk maakt) zijn al een aanzet tot de complexe werkelijkheid waarin de adolescent Ed zich moet zien te redden.
De boodschapper kan dan ook goed gelezen worden als een portret van een adolescentie, waarin Ed afrekent, of beter, leert omgaan met alles wat was, wat is en wat nog zou komen binnen de voorspelde verwachtingen. In de eerste plaats gebeurt dat vanuit het heden: het boek start meteen krachtig met een bankoverval, waarbij Ed en zijn vriend Marv heel raak tot leven komen. De klanten die in het kantoor aanwezig zijn, moeten plat op de grond gaan liggen. Reden tot ergernis voor de gelaten jongelui, die zich hardop afvragen hoe lang dit gaat duren — hun parkeerticket is immers maar vijftien minuten geldig. Op de een of andere manier slaagt Ed erin de overvaller te helpen inrekenen en dat brengt, nog voor je het personage goed en wel hebt leren kennen en voor hij zelf beseft, een kentering teweeg: er is meer begonnen dan we allemaal denken. Korte tijd later valt bij Ed een speelkaart in de bus, de ruitenaas, met drie adressen. Het is het begin van een zoektocht naar anderen en naar zichzelf, en naar betekenis geven.
De opdrachten vragen veel van Ed. Hij moet drempels overschrijden van allerlei aard en risico’s nemen. Hij wordt afgetuigd, in elkaar geslagen, maar ook met een mooi pak bedacht en beloond met de glimlach van een mooi meisje. Hij moet een priester helpen en krijgt een pistool om een man te doden. Hij moet er zelf naar raden wat de taken die hem worden opgedragen, inhouden: meer dan een hint naar een adres of een persoon geven de speelkaarten niet. De opdrachten vragen dus vooreerst zijn aandacht en inzicht: Ed moet op verschillende adressen nagaan wat er veranderd kan worden, en zorgen voor een positieve omwenteling. Dat zorgt voor mooie scènes, wanneer hij een hardloopster motiveert om ook op haar wedstrijd blootvoets te lopen (en ze eindigt gelukkig nog steeds als tweede), of wanneer hij het geheim van zijn vriend ontdekt en hem dichter bij zijn dochter probeert te brengen. Af en toe flirt Zusak hier met de grens van het sentimentele: Ed doet bijvoorbeeld de kerk van de pastoor weer vollopen (wat lukt met grafitti, een partij barbecueworst en gratis bier voor iedereen) en herenigt hem met zijn broer, die in het betere deel van de stad is gaan wonen. Hij zorgt voor nieuwe gloeilampjes voor de kerstverlichting van een gezin van immigranten dat het niet breed heeft, waarvoor hij dan ook uitgebreid bedankt wordt met een gelukssteen en een zelfgemaakte kerstkaart. Meestal is er gelukkig wel nog de relativerende toon als compensatie voor wie dit van het goede te veel is: ‘Ik realiseer me hoe stijf en gevoelig ik nog ben van twee avonden geleden bij de Kathedraal. Dat krijg je er nou van als je een moord probeert te plegen.’ Ook wordt de tijd die tussen het uitvoeren van de verschillende opdrachten verstrijkt, realistisch ingevuld – die maakt duidelijk dat er naast de geslaagde acties van (anti)held ook alledaagse, andere kanten aan het leven zijn. Ogenblikken van eenzaamheid, waarin je beste vriend een oude, stinkende hond is die koffie met roomijs naar binnen slurpt. Telefoongesprekken waarin je moeder je de huid volscheldt, en momenten waarin je het deksel op de neus krijgt, als je je beste vriendin probeert te kussen, maar zij je duidelijk maakt dat ze je niet wil.
Eds ontwikkeling komt sterk uit de verf in de roman en dat spreekt uit de opbouw van het verhaal. Waar hij in het begin zijn stoute schoenen moet aantrekken om zich in de levens van onbekenden te mengen en daarmee denkt voor een gigantische uitdaging te staan, leidt de tocht hem uiteindelijk naar de zwaarste beproevingen van allemaal: de levens van zijn familieleden, zijn vrienden en zichzelf onder de loep durven nemen en proberen dààr het verschil te maken. De confrontatie is hard en wat hij ontdekt, is niet altijd rooskleurig. Ed ontdekt bijvoorbeeld een geheim uit het verleden van zijn moeder, en achterhaalt dat zij hem in de ongelukkige voetsporen van zijn vader ziet treden. Toch weet Zusak de lezer ervan te overtuigen dat dat de toekomst enigszins maakbaar is, en dat je je lot in eigen handen kunt nemen. Ed evolueert dan ook van een ‘kansloze’ figuur en een toevallige held-voor-een-dag uit de kranten naar een individu dat ‘liever zelf de zon achterna[ging] dan erop te wachten’. Soms legt Zusak hier te veel de nadruk op, door Ed uitspraken in de mond te leggen als ‘Wil het ooit nog goed met me komen, dan zal ik er iets voor moeten doen’ en bij monde van andere personages zoals Eds onbeantwoorde liefde Audrey: ‘Ze bevestigt het: "Vroeger wás je gewoon." Ze legt dit uit alsof ze het zelf eigenlijk niet wil horen. [...] "Nu ben je echt iemand, Ed."’
Dat De boodschapper een must-read is zoals De boekendief, zou ik niet willen beweren, maar het is zeker een roman die — net als de andere van de Australische auteur — zeker het lezen waard is. Hij legt de onzekerheden van een hedendaagse jongvolwassene op een amusante, zij het niet per se vrijblijvende manier bloot. Interessant aan Zusaks boeken is bovendien dat er altijd wel een vorm van experiment bij komt kijken. Gedurfd is bijvoorbeeld de keuze om in De underdog en De vechter, boeken voor twaalfplussers, de rechttoe rechtaan scènes uit het leven van een tweeling in elk hoofdstuk te onderbreken met cursieve, soms vrij lange en niet altijd eenvoudig te duiden droomfragmenten of betekenisvolle slaapkamergesprekken tussen de broers. In De boekendief is het natuurlijk het bijzondere perspectief van de Dood die aan het woord is dat de lezer verrast. In vergelijking daarmee is De boodschapper op het eerste gezicht een vrij klassiek verhaal. De roman moet het vooral hebben van de soms ontroerende scènes, de ontnuchterende gesprekken, de sfeer van adolescente baldadigheid en gelatenheid. En, niet te vergeten, het mysterie wie er achter het bezorgen van de kaarten zit.
Wat dat laatste betreft, zorgt Zusak voor een puike spanningsboog en weet hij aan het slot het verwachtingspatroon te doorbreken op een manier die vrij ongezien is in de jeugdliteratuur. Zusak maakt het Ed en de lezer bijna onmogelijk om te achterhalen wie de opdrachtgever is: is het Eds broer, de enige die ‘de stenen van thuis’ weet liggen? Is het zijn overleden vader, met wie hij vaak vergeleken wordt omdat hij slechts ‘een kwart [is] van wat [hij] had kunnen zijn’? Is het een van zijn vrienden, met wie hij trouwens regelmatig een potje kaart speelt, of is het dan toch Audrey? De auteur zorgt voor een eenvoudige, maar verrassende ontknoping, die een andere blik werpt op dit verhaal en die de romanconventies tout court doorbreekt. In dat opzicht is het ook een echte leestip voor jongvolwassenen, omdat het boek over het muurtje doet kijken en bijvoorbeeld wat aan Broze stad van Paul Auster doet denken. Hoewel de boodschap van De boodschapper ook op het einde iets te zwaar aangezet wordt, biedt het dus een uitdaging voor de lezer om mee te wandelen buiten de platgetreden paden. Net zoals Ed zelf doet. [An-Sofie Bessemans]
Anja van Geert
Ed (19) is een jonge taxichauffeur die het leven neemt zoals het komt en niet van plan is enige ambitie aan de dag te leggen. Op een dag komt hij per ongeluk in een bankoverval terecht, overmeestert de overvaller en wordt de held van de stad. Dan krijgt hij zijn eerste speelkaart toegestuurd, een Ruiten Aas. Zo wordt hij de boodschapper, een man die mensen moet gaan helpen, een uitverkorene. Zijn opdrachten vragen het uiterste van hem, maar wie houdt de touwtjes in handen van Eds grote missie? Dat antwoord krijg je in de laatste hoofdstukken voorgeschoteld als een teleurstellende deus-ex-machina. Maar tot daar is het heerlijk lezen in een ontroerend verhaal, dat stemt tot nadenken en doorspekt is met humor. Je voelt sympathie voor de nietsnut Ed die verknocht is aan zijn oude stinkende hond, maar gaandeweg zijn mogelijkheden ontdekt en een waardevolle evolutie doormaakt. Het boek is ingedeeld als een kaartspel, inclusief vier jokerhoofdstukken en een lijst met discussievragen. De Australische auteur schreef al meerdere bekroonde young adult-romans, waaronder 'De boekendief'* (Zilveren Zoen 2008). Vanaf ca. 15 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
Markus Zusak kennen we al van 'De boekendief'. Het succes dat dit boek had, schept natuurlijk hoge verwachtingen. Oorspronkelijk verscheen 'De boodschapper' voor 'De boekendief', maar het boek werd nu pas vertaald naar het Nederlands.
De openingsscène van 'De boodschapper' zuigt de lezer meteen het verhaal in: verteller Ed Kennedy ligt samen met zijn vrienden op de vloer van het plaatselijke bankkantoor. Marv, Richie, Audrey en Ed kijken toe hoe een bankrover zijn best doet om geloofwaardig over te komen. En plots is Ed de held van het dorp. Hij zorgt er, ondanks zijn gestuntel, voor dat de bankrover ingerekend wordt. En deze vreemde gebeurtenis is het begin van een reeks. Ed krijgt sinds die dag speelkaarten toegestuurd met daarop adressen en richtlijnen. Na enige twijfel (hoe zou je zelf zijn?) besluit hij zich naar die adressen toe te gaan en de richtlijnen te volgen. De kaarten vormen eigenlijk het enige spannende onderdeel van zijn bestaan. De doorbreken de sleur die hij als taxichauffeur ondervindt. Zijn moeder moet hem niet, en hij brengt zijn avonden al kaartend door met een handvol vrienden, die net als hij niet weten wat te doen met hun leven.
Tot die kaarten komen en hij Amélie-Poulain-gewijs een soort verlosser wordt van de zoekenden.
'De boodschapper' zit propvol boodschappen en dat kan wel eens eerder tegen dan met de auteur werken. Maar Markus Zusak weet hoe hij een boek als dit moet brengen en dat zorgt ervoor dat de waarheden die in dit boek ten berde gebracht worden nooit een moraliserende ondertoon kennen.
Het boek is spannend, want ... wie is die mysterieuze kaartenbezorger? En waarom wordt net Ed ermee geconfronteerd? Ook de licht ironische vertelstem van Ed Kennedy zorgt ervoor dat je mee grinnikt met Ed, maar tegelijk diep van binnen meeleeft met de tristesse die volkomen on-Amélie-Poulain-achtig over het hele verhaal hangt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.