Tim de kleine boswachter
Tim Hogenbosch
Jan Paul Schutten (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2011 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : WILLEN WETEN INFO (BLAUW) : WETENSCHAPPEN-TECHNIEK
Techniek - Industrie |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2011 |
Jeugdinfo (blauw): Wetenschappen - Techniek
Techniek - Industrie |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2011 |
Jeugdinfo (blauw): Wetenschappen - Techniek
Techniek - Industrie |
15/05/2012
Hoe zou de wereld eruit zien in 2030? Dat is de centrale vraag in het nieuwe boek van Jan Paul Schutten. Op een heel toegankelijke manier en in een sympathieke, vlotte schrijfstijl snijdt hij een aantal onderwerpen aan waar kinderen van een jaar of negen minstens evenveel of misschien zelfs meer mee bezig zijn dan volwassenen. Zo heeft hij het onder andere over voedsel en de bereiding ervan, over de klimaatopwarming, over hoe we huizen bouwen of waar we technologie en robots voor gebruiken.
Schutten heeft zijn huiswerk grondig gemaakt, en de feiten die hij in teksten van uiteenlopende formaten en lay-outs serveert, zijn niet uit de lucht gegrepen, hoe futuristisch ze soms ook aandoen. Dit boek geeft dan ook op een heel prettige manier een heleboel wetenschappelijk verantwoorde informatie over recente ontwikkelingen, bedoeld voor kinderen die graag het fijne weten over de grote problemen van onze tijd en de mogelijkheden voor de toekomst.
Die kinderen moeten wel lezers zijn. Er is werk van gemaakt om de bladspiegel luchtig te houden (kolommen, korte stukje met tussentitels, aparte onderwerpen in kadertjes of op aparte pagina’s), maar het blijft vooral veel tekst. Niet dat er geen prentjes te vinden zijn. Maar in een boek als dit verwacht je toch ook qua foto’s en illustraties enige diepgang. En die is er niet. Natuurlijk hoeven er geen technische tekeningen van motoren of gedetailleerde aardrijkskundige schema’s aan te pas te komen om een goed boek te hebben. Maar deze prenten sluiten lang niet altijd zo goed aan bij de inhoud, en zijn vaak niet meer dan een goedkope manier om de tekst wat op te leuken (een windmolen, een vreemd gebouwde auto, zonder enige vermelding van wat je precies op de foto ziet). En dat begint na een tijdje wel te storen.
Tot slot is er ook nog wat verwarring in verband met die bewuste 2030. Hoewel er regelmatig verwijzingen zijn naar de toekomst, schetst het boek voornamelijk wat we nù al kunnen en doen. Van echt veel visionaire informatie is dus geen sprake, wel van realistische projecties in de tijd. In die zin is het hoofdstuk over ‘de toekomst voorspellen’ zinnig en verantwoord, maar te midden van de rest van het bijzonder wetenschappelijke verhaal doet het te veel aan als een curieus zijspoor. Dat ligt gedeeltelijk aan de vreemde plaats waarop het in het boek is opgenomen: ergens middenin — je zou het aan het begin of aan het eind verwachten.
Al bij al een leuk boek, dat er in slaagt op een toegankelijke manier een aantal complexe thema’s te belichten. Maar er had meer in gezeten. In de toekomst misschien? [Kirstin Vanlierde]
Mac Steenaart
Vanuit de gedachte dat het altijd spannend is om een blik te werpen in de toekomst, bespreekt de auteur verschillende thema’s die al dan niet op middellange termijn voor veranderingen kunnen zorgen. Dit doet hij, in deze bijzondere en wat onderwerp betreft ook opvallende uitgave, op enthousiaste wijze en in een helder en actueel taalgebruik. Elk hoofdstuk begint met een bericht aan de lezer uit 2030, wisselend positief of wat negatiever over de verandering. Vervolgens wordt daarop ingezoomd. Bij het thema 'huis' wordt ingegaan op de mogelijkheden die de computer gaat bieden om het huishouden te organiseren. Bij het thema energie wordt ingegaan op oude en nieuwe energievormen en de rol van de robot. Kleurrijke lay-out met veel kleurenillustraties en gekleurde kaders. Elk hoofdstuk heeft zijn eigen kleur. Er is geen register aanwezig. Het is vooral een informatief leesboek geworden dat de lezer aan het denken zet en zeker geen bladerboek. De voorbeelden zijn herkenbaar en zullen zeker tot de verbeelding spreken bij kinderen die niet alleen wetenschappelijk geïnteresseerd zijn, maar ook over een goede leesvaardigheid beschikken (bv. meerbegaafde leerlingen uit Leonardoklassen). De auteur kreeg voor 'Kinderen van Amsterdam' in 2008 de Gouden Griffel. Vanaf ca. 11 t/m 14 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.