Art Gothique
Jean-René Gaborit
Jean-René Gaborit (Auteur), Raoul Bauer (Inleider)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2011 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 725.2 GABO XXL |
15/01/2013
De romaanse kunst wordt ook wel de eerste Europese stijl genoemd. Ze bevat inderdaad enkele kenmerken van de Europese kunst van de afgelopen eeuw: een tomeloze experimenteerzucht, het voortdurend in ontwikkeling zijn, het in zich opnemen van allerlei invloeden, en dat alles met een grote inbreng van krachtige artistieke persoonlijkheden. Maar terwijl de Europese kunst streeft naar een stilistische synthese, heeft de romaanse beeldhouwkunst lak aan eenheid van stijl. Haar overdonderende veelvormigheid maakt catalogisering onmogelijk. Jean-René Gaborit is zich daarvan bewust. De beschrijving van talloze voorbeelden werkt soms wat vermoeiend. Toch getuigt zijn studie van een groot inlevingsvermogen. Maar het wordt niet duidelijk wat de romaanse beeldhouwkunst nu zou ‘verbluffend’ maakt.
De architectuur maakte als eerste van de romaanse kunsten een herbeleving door. De beeldhouwkunst volgde, kreeg de kans zich uit te leven op de bouwwerken. Ze moest zich dus voegen naar het kader van de architectuur. Uit die beperking destilleerden de romaanse beeldhouwers echter een ongekende vrijheid, die de zwaarte en de traagheid van hun medium ronduit negeert. Ze werkten niet met de aangereikte modellen, maar volgens hun eigen interpretatie. Ze verafschuwden uniformiteit en monotonie, hun stijl werd gekenmerkt door ritme en dynamiek.
De romaanse beeldhouwers haalden hun inspiratie vooral uit het Romeinse rijk. Ze kopieerden massaal wat ze op brokstukken tegenkwamen, soms pasten ze zelfs delen in hun eigen composities in. Andere invloeden waren de islamitische, de motieven op oosterse weefsels, de plaatselijke heidense invloeden en de miniaturen uit de Karolingische en Ottoonse tijd. Ook werd voor de motieven rijkelijk geput uit de Griekse en Germaanse mythologie, fabels, plaatselijke legenden, heiligenlevens en de Bijbel. Vrijwel alle thema’s uit de West-Europese (schilder)kunst vonden hun oorsprong in de romaanse tijd, en werden in de eeuwen daarna op verschillende manieren tot ontplooiing gebracht.
Hoewel men alles argeloos door elkaar gebruikte, is er geen sprake van eclecticisme. Wij kunnen de geest van de romaanse kunst echter niet begrijpen, omdat we denken in begrippen in plaats van beelden. Dus tasten we in het duister over wat nu precies verbeeld wordt. De romaanse beeldhouwkunst spreekt een symbolentaal waarvan de betekenis verschilt per context. Maar wat de beeldhouwers bezighield, houdt ook ons nog altijd bezig: het kwaad. Het verschil is dat de beeldhouwers leefden onder de beloften dat de mens zich ooit zal verheffen uit de ellende die hij zichzelf aandoet.
Nu leven wij opnieuw in een periode van beeldvijandigheid. Stijl heeft niet meer te maken met vormelijke middelen, maar is slechts het middel om een product zijn herkenbaarheid te geven. Marketing dus. De hedendaagse dwang tot originaliteit leidt tot steriele herhaling – heel wat anders dan en het romaanse vermogen om oude, zelfs ouderwetse modellen te kopiëren en te laten leven.
Dit boek is op zijn sterkst als het de stilistische beschrijving van beelden combineert met een inhoudelijke. Een klein minpunt is dat er geen begrippenlijst is opgenomen. Maar daartegenover staan de vele uitstekende kleurenreproducties. Raoul Bauer schreef een uitstekende inleiding.
(Dit is een abstract van een artikel van Dieter Clarisse. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 2012, nr.1.)
[Dieter Clarisse]
Redactie Vlabin-VBC
De romaanse beeldhouwkunst lijkt lak te hebben aan eenheid van stijl en onttrekt zich in haar overdonderende veelvormigheid aan elke poging tot kunsthistorische catalogisering. Met het onderzoek naar deze kunst stoot de discipline van de kunstgeschiedenis op haar grenzen en gelukkig is de auteur van dit boek zich daarvan bewust. Beïnvloed door tal van factoren zoals de erfenis van het Romeinse rijk, de islam, plaatselijke heidense elementen en miniaturen uit de karolingische en ottoonse tijd, maar ook de Griekse en Germaanse mythologie, fabels, plaatselijke legenden en uiteraard de bijbel, wist de romaanse kunst zich toch van eclecticisme te vrijwaren. Het is een kunst die een symbolentaal spreekt; waarvan de betekenis van de symbolen niet is vastgezet, maar afhankelijk is van de context en de manier waarop ze zijn gebruikt. Dit boek is op zijn sterkst als het de stilistische beschrijving van beelden combineert met een inhoudelijke. De vele uitstekende, vaak paginagrote kleurreproducties maken het geheel alleen al als kijkboek de moeite waard. Met een uitstekende inleiding door hoogleraar cultuurgeschiedenis Raoul Bauer. Omvangrijke uitgave op groot formaat, voorzien van noten, bibliografie en registers.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.