Meneer Kandinsky was een schilder
Daan Remmerts de Vries
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5761 |
31/05/2012
Met Brave nieuwe wereld als titel van zijn jongste boek knipoogt Daan Remmerts de Vries openlijk naar de klassieker van Aldous Huxley. Die knipoog is ambitieus, maar geslaagd zou ik de roman niet willen noemen. Het boek komt ietwat twijfelend op gang — het zijn een paar bladzijden waar de lezer zich door moet worstelen. Aan het woord is de jonge, filosofische stem van Kas Vanwallenstege, opgroeiend in een dorp naast een lijmfabriek en met verkavelingen waartegen geprotesteerd wordt, maar die er toch komen. Als zijn klasgenote Fannie dood en half ontkleed wordt gevonden in het meertje nabij het dorp, wordt Kas geleidelijk aan (en te laat in de roman) een verdachte.
Het confronterende aan dit boek is dat het — anders dan Huxleys roman — uitdrukkelijk geen sciencefiction is. Dit is een realistische zaak, die elk dorp kan doen opschrikken en in de ban zal houden. Maar het choquerende is niet in de eerste plaats de dood van de klasgenote, het zijn de gevolgen waar de auteur op ons wil wijzen: Kas raakt van zijn omgeving vervreemd, van de dorpsgemeenschap tot zijn eigen moeder, die hem aanwijst als mogelijke schuldige. Iemand veroordelen op basis van zijn profiel, hem verdenken na een Youtubefilmpje waarop hij onder invloed en onbeheerst te zien is, een gemeenschap die een verdachte bedreigt en demoniseert van wie de (on)schuld niet bewezen is... Oké, het zijn schrikbeelden en ze staan niet zo ver van onze realiteit als we onszelf misschien voorhouden. De manier waarop Remmerts de Vries de lezer hier mee wil confronteren, is echter voor mij niet overtuigend.
Het ligt allemaal te veel voor de hand. Hoewel de auteur een paar keer een indringend beeld schetst (het internet als web waarin een klein insect als het individu onmogelijk kan ontkomen), legt hij zijn boodschap er vaak veel te dik op. We krijgen adviezen binnengelepeld bij monde van een personage dat spreekt als 'oude schrijvers' en ons aanmaant: 'Wat ik bedoel is: lees Bukowski! En lees Kerouac! Lees Salinger! [...] Hun werken geven mij wat lucht soms, tegenwoordig, waar ik dreig te stikken.' Het hoogtepunt van betutteling bereikt de roman als de spreker in de huid van de lezer kruipt, en onze reactie op dit verhaal voorspelt: '"Kom jongen, overdrijf je niet?", zul jij, die dit allemaal hebt moeten lezen [...], je waarschijnlijk wat teleurgesteld afvragen.' (Wat mij betreft, slaat die gedachte spijkers met koppen.) Maar dan is er Remmerts de Vries die 'countert': '[...] het bewijst alleen maar dat je hoort bij de anderen. Bij degenen die blij zijn met elke technologische ontwikkeling. Bij degenen die kunnen kijken naar een nieuwe computer alsof het een verworvenheid op zich is.' En zo zemelt de auteur nog een halve bladzijde verder, beslist pogend om gezapige brave burgers van morgen wakker te schudden met deze parabel.
Remmerts de Vries zoekt ook expliciet de steun van het publiek waarop deze uitgave blijkbaar mikt. 'Probeer het maar eens uit te leggen. Probeer het driehonderd volwassenen maar eens aan het verstand te peuteren dat ook jongeren gewoonweg trachten om iets van de omstandigheden te maken; dat ook jongeren van zeventien een rudiment van redelijkheid kunnen bezitten — ook zonder dat ze voortdurend in het gareel worden gedwongen met een overmaat aan dwang'. Tegelijk is zijn schets van die jongeren weinig beklijvend. Fannie wordt puberaal en hulpeloos neergezet, is 'nouwelijks'(sic) in staat zonder dt-fouten te schrijven in haar dagboek, terwijl Kas voor licht wereldvreemd moet doorgaan omdat hij aan de hand van een echt konijn de klas iets over organen tracht bij te brengen. Alles bij elkaar genomen is dit een werk, dat ondanks zijn goede bedoelingen en
ambitieuze opzet niet slaagt in wat het beoogt, en even kneuterig overkomt als hetgeen het zo graag wil aanklagen. [An-Sofie Bessemans]
Gerard Oevering
De schrijver (1962) is vooral bekend als jeugdboekenschrijver, illustrator (winnaar Gouden en Zilveren Griffels) en van twee romans voor (jong)volwassenen. De hoofdpersonen zijn Kas en Fannie. Hun ervaringen en teleurstellingen vertonen grote overeenkomst. De gebeurtenissen concentreren zich in het examenjaar rond Kas. Fannie komt alleen in haar dagboek aan het woord. Beide jonge mensen raken van hun omgeving geïsoleerd. De aan anorexia lijdende Fannie verdrinkt, Kas wordt van betrokkenheid verdacht. Ondanks zijn tegendraadsheid, reflectievermogen en kunstzinnigheid, wordt hij onverbiddelijk de wereld der volwassenen ingeduwd. De schrijver geeft een haarscherp en begripvol beeld van de ontwikkeling van deze jonge mensen, hun experimenteerzucht met roken, drank, drugs en internet. En de gevaren. Tegelijk beeldt hij de materialistische en egoïstische omgeving uit waarin deze jongeren opgroeien. De plot van deze ontwikkelingsroman groeit uit tot een spannende whodunit, maar zonder happy end. De roman eindigt met een alleszeggende metafoor. Knap geschreven, boeiend en tot nadenken stemmend. Vanaf ca. 15 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.