Uilenspiegel : de wereld op zijn kop
Jozef Janssens
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds uitgeverij, 2011 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 925 JANS XXL |
31/12/2011
De middeleeuwen als caleidoscoop
Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Dat spreekwoord schiet je bij het lezen van Spiegel van de middeleeuwen te binnen. In dit mooi verzorgde boek presenteert emeritus-hoogleraar Jozef Janssens een synthese van een leven lang omgaan met middeleeuwse literatuur en cultuur. In tien hoofdstukken, evenveel kaderstukken en meer dan tweehonderd afbeeldingen tekent hij een genuanceerd beeld van een periode die vaak onterecht als duister wordt afgedaan. Zijn belangrijkste doelstelling is om de vele vooroordelen uit de wereld te helpen die uit onwetendheid over de middeleeuwen bestaan. Dat doet hij op een gedreven en authentieke manier: uit elke bladzijde spreekt de passie van Janssens voor deze periode en voor zijn vak.
Janssens wil zijn eigen verwondering en fascinatie, én de inzichten die hij in de loop der jaren heeft verworven, delen. Hij doet dat vanuit zijn specialisatie in de Middelnederlandse literatuur, uitgebreid met een grote kennis van de Europese middeleeuwse geschiedenis, kunst en mentaliteit. Zo breed als deze domeinen zijn, zo uiteenlopend zijn ook de voorbeelden die Janssens bespreekt. De hoofdstukken zijn weliswaar telkens aan één thema gewijd, maar de algemene contouren worden op haast pointillistische wijze ingevuld aan de hand van een grote hoeveelheid goedgekozen voorbeelden die hij op een associatieve manier met elkaar verbindt. De diversiteit en de aandacht voor het anekdotische leiden er soms toe dat de lezer zich door de weetjes overspoeld voelt en de draad wat kwijtraakt. Wie volhoudt, wordt echter ruimschoots beloond door dit boek, dat uiteindelijk toch meer wegheeft van een caleidoscoop dan van een spiegel.
Janssens beschrijft de middeleeuwen niet afstandelijk, maar wijst op verbanden en contrasten met onze tijd en schuwt daarbij ook de populaire cultuur niet, zoals de strips van Vandersteen of het ondertussen ter ziele gegane maandblad Goedele. Hij strooit ook kwistig met toeristische tips: een bezoek aan de dom van Siena prijst hij aan als een topbelevenis, hij zingt de lof van het pittoreske Chinon en noemt het Musée de l’Oeuvre Notre-Dame de Strasbourg sympathiek en verrassend, om maar enkele voorbeelden te geven.
De talrijke, soms paginagrote, kleurenillustraties bezorgen Spiegel van de middeleeuwen de allures van een koffietafelboek. De afbeeldingen gaan vergezeld van bijzonder informatieve bijschriften. Ze vormen soms een aanvulling op de hoofdtekst, of zijn daar juist goed in geïntegreerd waar het gaat over een wisselwerking tussen woord en beeld. Afbeeldingen van iconische middeleeuwse kunstwerken wisselen af met originele en volgens de inleiding nooit eerder gepubliceerde voorstellingen. Het boek heeft dan ook heel wat te bieden op visueel vlak.
Datzelfde geldt uiteraard voor de tekst. Het eerste hoofdstuk fungeert als inleiding en is er vooral op gericht om enkele misverstanden te ontkrachten en moderne projecties te ontmaskeren. Zo gaat Janssens in tegen de hardnekkige clichés van de middeleeuwen als een primitieve, barbaarse en bekrompen periode of tegen het idee dat het millennium in kwestie er een van culturele, technologische en intellectuele stilstand was. Bij zijn weerleggingen maakt hij gebruik van recente inzichten van de mediëvistiek, zoals de groeiende belangstelling voor de tekstdragers of de studie van andere tekstsoorten dan degene die omwille van (anachronistische) esthetische waardeoordelen in een literaire canon werden opgenomen.
De volgende hoofdstukken belichten een aantal belangrijke evoluties die domeinen bestrijken als geloof, maatschappij, literatuur en wetenschap. Het hoofdstuk gewijd aan het geloof begint met een beschrijving van de gefaseerde kerstening en het lange doorleven van heidense gebruiken. Veel aandacht gaat naar nieuwe vormen van spiritualiteit, die verbonden worden met een verschuivend godsbeeld: ligt de nadruk aanvankelijk op een strenge, straffende God en een strijdvaardige en triomferende Christus, in de loop der eeuwen komt Jezus in al zijn menselijkheid en kwetsbaarheid steeds meer centraal te staan. Die verschuiving strekt zich uit tot de Maria- en heiligenverering en heeft een affectievere geloofsbeleving tot gevolg.
De literatuur staat centraal in de volgende hoofdstukken. Janssens laat zien dat sommige verhalen via mondelinge vertelcircuits al een ruime verspreiding moeten hebben gekend nog voor ze werden opgeschreven. Hij brengt vervolgens het fenomeen van de verschriftelijking in verband met maatschappelijke, politieke en intellectuele evoluties, en schetst de ontwikkeling van de tekstdragers — van kleitablet tot de middeleeuwse codex —, met uitgebreide aandacht voor de productie van perkamenten handschriften. Ook de popularisering en commercialisering van het boek en de uitvinding van de boekdrukkunst komen aan bod.
Het hoofdstuk over de Latijnse literatuur opent met de confrontatie van moderne en middeleeuwse opvattingen over seksuele voorstellingen en satire. Het illustreert mooi de associatieve werkwijze van Janssens: de beroemde Madonna van Melun van Jean Fouquet krijgt het gezelschap van onder meer tinnen — vaak obscene — pelgrimsinsignes, waarna de tekst voortgaat met in diverse opzichten gewaagde passages uit de middeleeuwse Latijnse literatuur, met zowel enkele liederen uit de Carmina Burana als de vrij onbekende blasfemische tekst Coena Cypriani (waarvan Janssens sympathiek bekent dat hij hem heeft leren kennen via Umberto Eco’s bestseller De naam van de roos). Het hoofdstuk sluit af met besprekingen van enkele ernstiger Latijnse teksten.
Aanvankelijk bestaat er een nauwe band tussen teksten in het Latijn en in de volkstaal: de vroegste regels en teksten die in de volkstaal op schrift worden gesteld, verschijnen nog in het gezelschap van het Latijn en vooral in kloosterlijke milieus. De volkstalige literatuur emancipeert zich echter snel. Janssens biedt vervolgens een literatuurgeschiedenis in vogelvlucht: hij vermeldt de overgang van mondelinge naar schriftelijke literatuur, de chansons de geste, de romans over antieke stof, en staat dan wat langer stil bij de figuur van Eleonora van Aquitanië, die veel auteurs uit haar tijd inspireerde, de Arturroman en de grondlegger van deze literatuur, Chrétien de Troyes, om te eindigen met enkele voorbeelden uit de verdere ontwikkeling van de roman.
Een volgend thema bestaat uit omgangsvormen en hoofsheid, uitingen van een nieuw mens- en maatschappijbeeld. Centraal staan de diverse voorschriften uit het Boec van Seden, een dertiende-eeuws handboek dat rekening houden met anderen en het vermijden van extremen aanprijst, maar ook tafelmanieren en andere gedragsregels opsomt. Vergelijkbare waarden worden uitgedragen in ridderromans en we vinden ze in aangepaste vorm terug in de burgermoraal van de late middeleeuwen. De wortels van de hoofsheid zijn echter al te vinden in de oudheid, waarbij de praktische leefregels worden aangepast aan de middeleeuwse en christelijke context. Janssens geeft nog verscheidene andere voorbeelden van de herontdekking van de oudheid en de creatieve omgang met de antieke erfenis in de literatuur en de beeldende kunst. Hiermee staat ook het toenemende realisme in verband dat zich manifesteert in de wetenschap, de cartografie, de beeldende kunst en de literatuur.
We komen opnieuw in de sfeer van hoofsheid met de veranderingen die het concept liefde ondergaat in de twaalfde en dertiende eeuw en de belangrijke plaats ervan in de literatuur van die periode. Janssens behandelt de verschuiving van de opvattingen over de liefde (van een destructieve naar een veredelende kracht), de complexe relatie tussen liefde en huwelijk, de standpunten van de kerk met betrekking tot het huwelijk, de plaats van de hartstocht in een liefdesrelatie, en de band tussen liefde en dood. Het laatste hoofdstuk bestaat uit een bespreking van Dantes Divina Commedia, uitgekozen omdat het werk zelf een synthese vormt van het middeleeuwse denken.
Op het einde van elk hoofdstuk staat een zogenaamd kaderstuk (op een groengrijze achtergrond) waarin een aspect of figuur doorgaans op één bladzijde nader wordt toegelicht. Deze kaderstukken lijken meestal overbodig: ze herhalen informatie die ook al in het voorafgaande hoofdstuk staat en hadden verder net zo goed daarin geïntegreerd kunnen worden.
Het boek wordt afgesloten met een nawoord waarin Leonardo da Vinci wordt voorgesteld als een erfgenaam van de middeleeuwse traditie en niet als een renaissancegenie dat uit het niets opduikt en dat aan de wieg staat van de moderne beschaving. Dat voorbeeld illustreert voor een laatste keer de herwaardering van de middeleeuwen die Janssens met zijn boek voor ogen staat.
Spiegel van de middeleeuwen is in verschillende opzichten een persoonlijke synthese. Zo wordt het betoog hier en daar verlevendigd met Janssens’ jeugdherinneringen, eigen ervaringen en reizen. Daarnaast weerspiegelt het boek in hoge mate Janssens’ particuliere (zij het talrijke) interessegebieden in het brede domein van de mediëvistiek. Het is het resultaat van een belezenheid die decennia overspant en brengt de inzichten samen die hij tijdens zijn loopbaan heeft verworven, uitgewerkt en verspreid via diverse publicaties, succesvolle tentoonstellingen, talloze colleges en lezingen. Maar natuurlijk overstijgt het Janssens’ persoonlijkheid. Dit aantrekkelijke, informatieve en rijkgeschakeerde boek zal zeker een breed publiek kunnen boeien. Of de clichés over de middeleeuwen er ook door uitgeroeid worden, zal de tijd moeten uitwijzen. Aan Janssens zal het niet liggen.
[An Faems]
Redactie Vlabin-VBC
In dit lijvige boek presenteert de auteur, een emeritus-hoogleraar, een synthese van een leven lang omgaan met middeleeuwse literatuur en cultuur. In tien hoofdstukken, evenveel kaderstukken en meer dan tweehonderd afbeeldingen tekent hij een genuanceerd beeld van een periode die vaak onterecht als duister wordt afgedaan. Zijn belangrijkste doelstelling is om de vele vooroordelen uit de wereld te helpen die uit onwetendheid over de middeleeuwen bestaan. Hij beschrijft de middeleeuwen niet afstandelijk, maar wijst op verbanden en contrasten met onze tijd en schuwt daarbij ook de populaire cultuur niet. Het boek behandelt onderwerpen als geloof, maatschappij en wetenschap, maar ook omgangsvormen en hoofsheid, en zelfs de liefde en haar verschijningsvormen in de middeleeuwse literatuur. Dit aantrekkelijke, informatieve en rijkgeschakeerde boek zal zeker een breed publiek kunnen boeien. Of de clichés over de middeleeuwen er ook door uitgeroeid worden, zal de tijd moeten uitwijzen. De talrijke afbeeldingen, merendeels in kleur, zijn voorzien van uitgebreide bijschriften. Luxueuze hardcover met stofomslag, tweekleurendruk en tweekolommendruk met kleine letter. Voorzien van een uitgebreide bibliografie, noten en een register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.