Het dierenjazzcarnaval
Edouard Baer
Taï-Marc Le Thanh (Auteur), Rebecca Dautremer (Illustrator), Edward van de Vendel (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2011 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : LETH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds /Infodok, 2011 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : THAN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds /Infodok, 2011 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : THAN |
31/12/2011
Het prentenboek Elvis doet het verhaal van de arme jongen uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten, die van zijn vader een gitaar krijgt en de kracht van de muziek ontdekt. Hij trekt zich terug in het moeras aan de Mississippi en leert de blues. Iedereen raakt betoverd door zijn liedjes. Hij laat mensen dansen en meisjes vallen flauw van emotie. Hij is een ster en trekt een schitterend wit pak aan. Dan ontmoet hij Priscilla. Hij zou een liefdeslied willen schrijven, maar realiseert zich dat hij niets van de Liefde weet. Een oude man die in het moeras woont, zegt hem dat hij op reis moet gaan. Hij koopt een ‘snoeproze’ Cadillac en rijdt naar het westen. Daar heeft hij drie belangrijke ontmoetingen. Een indiaan toont hem de ruimte die de wereld hem biedt, een wat sinistere man, ‘de Kolonel’, stuurt hem naar Las Vegas, en een vrouw in het wit knipoogt naar hem, waardoor hij weet dat zijn doel nabij is.
Elvis realiseert zijn droom. Als hij zijn gitaar neemt, gaan alle lichten aan in Las Vegas, de zon verdwijnt achter de horizon om het schitterende schouwspel niet te storen. Hij leeft voortaan in immense luxe, hij kan alles hebben wat hij wil, men zegt zelfs dat hij koning werd. ‘Maar dat zijn waarschijnlijk maar verhalen.’ Het medaillon dat zijn moeder hem had meegegeven, is hij echter kwijt en Elvis voelt zich verschrikkelijk verloren. Hij verlaat Las Vegas en trekt verder tot hij niet meer verder kan: hij staat voor de zee. Elvis verdwijnt, niemand weet waarheen. Het moet wel zo zijn dat hij een lied ‘van uitzonderlijke schoonheid’ gehoord heeft, en dat hij ‘het allermooiste liefdeslied ooit’ schreef. En dat hij terug naar huis ging en speelde. Voor zijn vader en moeder, en voor Priscilla.
Een prentenboek over de mythe Elvis Presley, enigszins onverwacht is het wel. Maar uit de heilloze levensloop van een megaster, waarin onsterfelijke roem en de diepste persoonlijke ellende samengaan, valt, wanneer je de juiste accenten legt, best een sprookjesachtig verhaal te distilleren. De mens koestert immers een groot verlangen om los te komen uit de sleur van alledag en zijn wensdromen werkelijkheid te zien worden. De vraag is echter wat er nodig is om van een pseudosprookje een literaire verwerking te maken die standhoudt.
Rebecca Dautremer schildert grootse prenten en haar boeken hebben onveranderlijk een melancholische toets, met warme kleuren en enigszins exotische figuren. Het spel met licht en donker zorgt hier voor erg esthetische beelden met ingehouden dramatiek: de spotlights en de glitter van de showbizz steken af tegen het donker buiten de feesttenten en de podia. Dautremer weet zeer goed hoe ze zich, zonder uit balans te raken, op de grens tussen gevoeligheid en sentimentaliteit moet bewegen. Er zit ook een onnadrukkelijke dubbelheid in de beelden; de vrouw in het wit, die in een sprookjescontext de functie van een lichtelf heeft, is — mede ingegeven door wat volwassen contextinformatie natuurlijk — hier een nogal dubieuze figuur. Er valt voor wie iets van de feitelijke geschiedenis af weet overigens heel wat te ontdekken in deze prenten — de liedjes van Elvis bijvoorbeeld, duiken her en der op. De sfeer van de beelden evolueert gaandeweg: van stille, melancholische prenten aan het begin van het verhaal, prenten met een onderliggende dreiging — de Kolonel als ‘Devil in disguise’, de Hell’s Angels die hem vergezellen —, donkere en lethargische scènes op het toppunt van Elvis’ roem, tot in de laatste prent het gewicht van dit leven wegvalt en twee speelse, jonge figuren die elkaar in de liefde gevonden hebben, het sprookjesgegeven bevestigen.
Mooi is ook hoe Dautremer door een bijna filmisch spel met voor- en achtergrond beweging en verhaal in haar prenten brengt: bij een van Elvis’ eerste optredens zie je van op een afstand de eenzame figuur van de zanger in de schijnwerpers op het podium staan. Op de voorgrond is levensgroot en half in het donker een stuk van de jurk en de hand van een vrouw te zien. Pas op de volgende dubbele bladzijde kun je afleiden dat het om Priscilla gaat. Zij is nu scherp afgetekend op de achtergrond te zien, terwijl de voorgrond gevuld is met wazige mensenfiguren. Het is dezelfde setting als de dubbele bladzijde daarvoor, maar vanuit een andere gezichtshoek. Elvis ziet haar vanaf het podium door de drommende menigte heen. Om haar zal het verder gaan, want zij brengt hem ertoe om op reis te gaan, om te leren over de Liefde. De figuur van Priscilla keert pas op de laatste bladzijde terug, wanneer Elvis ‘thuisgekomen’ is. Deze beeldopbouw heeft een sterk effect, het doet je terugbladeren en kijken wat je voorheen gemist hebt, of nog niet helemaal begrepen. Een mooie rode draad door het verhaal in beelden zijn de vuurvliegjes. Ze worden pas voor het eerst in de tekst genoemd bij Elvis’ derde belangrijke ontmoeting, — ze schermen de vrouw in het wit af ‘van de zwarte nacht’, — maar lichtstipjes als deze zijn van in het begin al hier en daar onopvallend in de prenten aanwezig. In Vegas verdwijnen ze in het schitterende lichtfeest van de bruisende stad die nooit slaapt, maar ze zijn er weer wanneer Elvis zijn grootste concert aller tijden geeft en Dautremer hem in het ijle zwevend luchtgitaar laat spelen. Het is een beeld zonder tekst, de lichtstipjes — vuurvliegjes, dat is de verbinding die de lezer zelf kan leggen — schermen hem af van het duister rondom hem. Dautremer speelt op die manier prachtig in op de mogelijkheden die de sobere tekst haar biedt. Die tekst is bij momenten licht poëtisch, maar blijft al met al onopvallend op de achtergrond. Hij vertelt het verhaal op een adequate manier, maar opmerkelijk vind ik hem niet. De herhaling — ‘Maar dat zijn waarschijnlijk maar verhalen.’ — en de korte, affirmatieve zinnetjes die een tekstblokje afsluiten — ‘Hij speelde de blues’, ‘Elvis zong’, ‘Elvis nam het aan’ — geven wel een mooie cadans aan de tekst.
De keuze van de auteurs om een duidelijke link met de historische figuur van Elvis Presley te bewaren, doet voor mij een beetje af aan de magie van het literaire verhaal. Voor de beoogde doelgroep gaat dat waarschijnlijk niet op, want er zijn allicht niet veel acht- à negenjarigen bekend met de evolutie van Presley’s leven en carrière. Elvis is al bij al een erg knap uitgewerkt prentenboek, uitgegeven in een exclusief groot formaat, dat ik in de eerste plaats vanwege de prenten koester. [Jen de Groeve]
Didi Klijnsma-de Boer
Als Elvis voor z'n tiende verjaardag een gitaar krijgt, ontdekt hij wat muziek voor mensen kan betekenen: het vrolijkt mensen op en doet hen alle ellende vergeten. Hij ontmoet Priscilla en wil een liefdeslied voor haar schrijven. Dan moet hij eerst weten wat liefde is. Om dat te ontdekken vertrekt hij naar het westen, onder andere naar Las Vegas. Sprookjesachtig verhaal, losjes gebaseerd op het leven van de legendarische zanger Elvis Presley tot de tijd dat hij ten onder gaat aan drugs en drank. Dit wordt onder woorden gebracht door zinnen als: 'Sinds die dag liet Elvis zich leiden door zijn droom. Hij vergat bijna waar hij vandaan kwam.' Daarna worden suggesties gegeven wat er gebeurd kan zijn, zoals: ze zeggen dat hij koning werd, dat hij schreeuwend in de branding is gedoken; 'Ze zeggen zoveel. Maar dat zijn waarschijnlijk maar verhalen.' De vier- tot zesregelige tekst is in een witte strook gedrukt onder de illustraties, die over dubbele bladzijden doorlopen. De bijzondere illustraties zijn schilderijen op zich. Met name door het kleurgebruik en de gezichtsuitdrukkingen ademen ze een dromerige, wat trieste sfeer uit. Kunstzinnig prentenboek in opvallend groot formaat. Collector's item voor fans van Elvis en van de Franse illustratrice Rebecca Dautremer. Vanaf ca. 10 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
In dit prachtige prentenboek, vertaald door Edward van de Vendel, wordt het levensverhaal van Elvis met een knipoog verteld.
Elvis is een jongen die opgroeit in een arm gezin. Op zijn verjaardag krijgt hij een gitaar van zijn papa en ontdekt hij dat hij mensen gelukkig kan maken met muziek. Al gauw speelt hij niet enkel alleen op zijn kamer, maar ook op straat. Wanneer hij op zoek wil naar de ultieme inspiratiebron, de liefde, wordt hij naar Las Vegas gestuurd.
'Elvis' is opgevat als een sprookje dat werkelijk het levensverhaal van Elvis verwoordt, maar toch ook weer niet. De jongen in dit boek speelt muziek, draagt dezelfde naam, draagt ook een wit pak, is verliefd op een vrouw die Priscilla heet, en eet graag boterhammen met banaan. De verwijzingen naar de echte Elvis zijn dus aanwezig, maar toch slaagt de schrijver erin om het verhaal in zulk een suggestieve stijl te schrijven, dat alles op elk moment omgegooid kan worden. Met het steeds terugkerende maar dat zijn waarschijnlijk maar verhalen verwijst Le Thanh naar alle legendes die de ronde doen over Elvis, terwijl hij er met zijn eigen verhaal nog één aan het repertoire toevoegt.
Dit moderne sprookje kan op zijn minst origineel genoemd worden. De teksten zijn van een verraderlijke luchtigheid, maar er is vermoedelijk zeer lang en goed aan gesleuteld.
De prenten beslaan het overgrote deel van de pagina’s en zijn bijna overdonderend groot(s). Dautremer slaagde er in om dit sprookje ook van sprookjesachtige prenten te voorzien, met personages wiens ogen dwars door je heen lijken te kijken, etnische prints, een meesterlijk spel tussen donker en licht, enzovoort. De wisselwerking tussen tekst en prent is uitstekend. Soms spreken ze elkaar tegen, zoals wanneer het grootste concert aller tijden verbeeld wordt in de meest ingetogen prent van het hele verhaal. Dautremer speelt ook met perspectief; ze is letterlijk mee observator in het verhaal en kijkt bijvoorbeeld van achter de rug van een toeschouwer toe.
Dit boek is een absolute aanrader, vooral voor volwassenen, maar mits de nodige toelichting kunnen kinderen vanaf tien jaar er ook van genieten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.