Ik win nooit iets
Evelien De Vlieger
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2011 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : DEVL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2011 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : DEVL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2011 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : DEVL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2011 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : DEVL |
31/12/2011
Ongrijpbare personages
Evelien De Vlieger is de laatste jaren aan een gestage opmars bezig binnen de Nederlandstalige kinder- en jeugdliteratuur. Ze werd al enkele malen genomineerd voor diverse literaire prijzen en mocht vorig jaar haar eerste Boekenwelp in ontvangst nemen. Opvallend is daarbij dat deze auteur zich niet tot een genre of leeftijdsgroep beperkt. Ze schreef verschillende informatieve jeugdboeken, enkele adolescentenromans, twee prentenboeken en het avi-boekje Job en de duif. Het is overigens voor dat laatste dat ze de Boekenwelp kreeg. Daarnaast staan er verschillende vertalingen op haar naam.
Mogelijk is het deels daardoor dat De bovenkamer van Jakob zo volwassen overkomt. Er schuilt immers behoorlijk wat schrijf-ervaring achter dit bijzondere, bedrieglijk eenvoudig aandoende boek. Gelukkig maar, want De Vlieger koos niet voor een evident verhaal. Jakob is elf jaar oud wanneer hij met zijn bewust ongehuwde moeder verhuist naar Het Leliehof, de psychiatrische instelling waarvan zij directeur is. In de instelling maakt Jakob kennis met Mira, dochter van een patiënte, en met meneer Radboud, een volwassen patiënt die de instelling waarschijnlijk nooit zal verlaten. Deze ontmoetingen hebben hun invloed op de jonge Jakob en al snel wordt duidelijk dat Het Leliehof zijn volwassenwording in een stroomversnelling zal brengen.
We volgen Jakobs ervaringen op de voet; het verhaal wordt namelijk vanuit zijn gezichtspunt verteld. De licht ironische stem van de auteur schemert bij momenten lichtjes door de vertelling heen. Jakob is een nog vrij naïeve jongen. In eerste instantie neemt hij de verhuis pragmatisch op: ‘Je werd toch zeker niet gek van in een gekkenhuis te wonen!’ Langzaamaan slaat de eenzaamheid echter toe. Zijn moeder, met wie hij altijd een zeer goede, zelfs exclusieve band had, moet hard werken nu ze op het terrein van de instelling woont. Ook begint Jakob te vermoeden dat hij plots concurrentie heeft van een andere man in haar leven. In zijn nieuwe school is Jakob ‘die jongen van Het Leliehof’ en maakt hij maar moeilijk vrienden. In de instelling zelf ontmoet hij meneer Radboud, maar met die vriendschap is zijn moeder niet echt opgezet. Gelukkig is er plots Mira, het enige andere kind op het domein en ook de enige leeftijdsgenoot met wie hij over Het Leliehof kan praten.
Mira werkt als een soort van spiegel voor Jakob. Eén van de eerste dingen die hem opvalt aan haar, is dat ze op hem lijkt. Ook zij heeft kort donker haar en is klein en schriel voor haar leeftijd. Anderzijds is haar karakter omgekeerd aan dat van Jakob. Ze staat met beide voeten op de grond, is cynisch en heeft buien van rebelse lichtzinnigheid. Ondanks het feit dat ze recht voor de raap lijkt, blijft Mira ongrijpbaar. Voor de lezer, omdat er niet wordt uitgelegd hoe de psychische problemen van haar moeder haar beïnvloeden. Voor Jakob met name omdat ze een meisje is en twee jaar ouder dan hij. Die twee jaar maken het verschil tussen een braaf kind en een puber, al gelooft Jakob niet dat hij ooit zal willen zoenen, zoals Mira. Integendeel, haar gedrag brengt hem soms zodanig in de war dat hij kwaad wordt en haar niet meer wil zien. Deze complexe vriendschap wordt door Iris Beeckman trouwens mooi in beeld gebracht op de coverfoto. Meer nog dan een illustratie, werkt deze foto ook actief in op de lezer door, net als de tekst, een eenduidige interpretatie te ontwijken.
Jakobs andere vriend, Meneer Radboud, is een katalysator in de emotionele ontwikkeling van de jongen. Eerst lijkt hij een vaderfiguur. Zijn grote gestalte en zijn onverzettelijkheid roepen beelden op van een reus, een blok graniet. Hij is betrouwbaar maar ook ontzagwekkend. Jakob vertelt hem zaken die hij met zijn moeder niet (meer) kan delen. Echter, Jakob kan niet over het hoofd zien dat meneer Radboud een patiënt is, een zwaar geval zelfs, want wellicht zal hij Het Leliehof nooit meer zal verlaten. Jakob vindt het moeilijk om zijn indrukken van meneer Radboud te verzoenen met de waarschuwingen van zijn moeder en de plagerige observaties van Mira. Hoe meer hij te weten komt over meneer Radboud, hoe onrustiger Jakob wordt. Meneer Radboud verandert van een vriend in een last.
Die last wordt zwaarder om te dragen naarmate Jakob meer en meer twijfelt aan zijn eigen mentale gezondheid. Jakob begrijpt niet wat nu van een gewoon mens een patiënt maakt. De ingewikkelde verklaringen van zijn moeder maken hem ook niet veel wijzer. En is hij zelf ook niet een beetje raar? ‘Over jezelf kon je dat nooit met zekerheid weten’, merkt Jakob op. Alleszins vinden zijn klasgenoten hem raar. Zijn woedeaanvallen doen Mira plagen dat er vast een steekje loszit. En zelfs zijn moeder vindt hem wereldvreemd. Het typische (pre)puberale zelfbewustzijn en de daarmee gepaard gaande onzekerheid worden zo in de context van de psychiatrische instelling uitvergroot.
De lezer vraagt zich intussen van alles af: is Jakob inderdaad wel helemaal in orde? Wie is of was zijn vader eigenlijk? Hebben we hier mogelijk met autisme te maken, of een vorm van oedipuscomplex? Een personele verteller is sowieso onbetrouwbaar. Knap hoe de schrijfster door haar suggestieve stijl de band aanhaalt tussen de twijfelende lezer en de twijfelende Jakob. Bovendien kan ik me niet van de indruk ontdoen dat zij de twijfels van de lezer gebruikt om te knipogen naar de manier waarop het denken over mentale gezondheid in onze maatschappij lijdt onder politieke correctheid enerzijds en hokjesdenken anderzijds. Als dit bewust gedaan werd, is het natuurlijk vooral een knipoog naar de volwassen lezer. Toch zou zo’n verwijzing misschien niet voor elk kind volledig verloren gaan. De meeste jonge tieners hebben tegenwoordig in hun klas ook wel een of meerdere kinderen met een etiket: ADHD, leerstoornis, dyslexie... Zelf houdt De Vlieger zich in ieder geval ver van dergelijke typeringen: al haar personages hebben wel iets bijzonders. Of het nu om Jakobs moeder, Mira of meneer Radboud gaat: ze worden ongeforceerd geschetst, met milde ironie, altijd respectvol.
De bovenkamer van Jakob bestaat uit drie delen. In het eerste deel maakt Jakob kennis met de instelling en de verschillende personages. De spanning stijgt langzaam. Enkele vreemde ervaringen doen Jakob twijfelen of hij wel had moeten instemmen met de verhuis. Zo ontdekt hij dat meneer Radboud de eindes uit zijn uitgebreide boekenverzameling snijdt en die verbergt onder planken vloeren. Jakob weet wel dat meneer Radboud ‘gek’ is, maar hij kan dergelijke zaken toch niet met een kwinkslag van de hand doen, zoals Mira dat doet. ‘Er was niets groots dat hem aan het wankelen bracht, er waren alleen kleine dingen.’ In het tweede deel verergert dat wankelen. Jakob heeft groeipijnen in zijn benen maar ook in zijn hoofd. Verplichte bedrust isoleert hem nog meer van de buitenwereld. In deel drie bereikt het verhaal zijn climax. Terwijl zijn moeder op congres is, ervaart Jakob een emotionele instorting. De eenzaamheid en de onzekerheid doen zijn verbeelding op hol slaan. Dat culmineert in de acute paniek dat hij zelf zal worden opgeslokt door Het Leliehof en nooit meer zal ontsnappen.Het Leliehof is zo’n ‘aanwezige’ locatie dat je bijna van een volwaardig medepersonage kan spreken. De instelling met het huis van Jakob en zijn moeder en de uitgebreide gronden errond, krijgen metaforische waarde. Zonder expliciet te zijn, beïnvloedt dit de sfeer en de toon van de roman. De gebouwen van Het Leliehof zelf zijn groot; Jakob kan makkelijk verdwalen in de lange gangen tussen de verschillende afdelingen. Hij twijfelt of zelfs zijn moeder wel van alle gangen op de hoogte is. De gronden zijn uitgestrekt en half wildernis: op de vele paadjes en in de struiken is het niet moeilijk voor Jakob om zich in te beelden dat hij op de vlucht is voor de vijand. Diep in het park is er dan nog een afgesloten stuk, met een bruggetje dat op instorten staat. In dit verboden terrein drinkt Jakob stiekem cider met Mira en verbergt hij zich wanneer hij zelf aan het instorten is. De invloed van het domein strekt zelfs tot in Jakobs slaapkamer. Hun huis is geen echt ‘thuis’, geen veilige haven waar je je kan terugtrekken; het is gewoon een gebouw van de instelling en dus in de praktijk voor iedereen toegankelijk. Hoe toegankelijk juist, blijkt wanneer Jakob pagina’s uit meneer Radbouds boeken vindt onder zijn slaapkamervloer. Het Leliehof verandert van een ongewone locatie in een doolhof vol valstrikken en uiteindelijk in een gulzig monster.
Hoewel de gebeurtenissen van het derde deel behoorlijk hallucinant en weinig kinderlijk zijn, vergeet De Vlieger toch haar doelpubliek niet. Na de grote climax van de roman keert de rust terug, in die mate zelfs dat de lezer letterlijk afstand mag nemen van de ‘bovenkamer’ van Jakob. Op de laatste pagina’s schakelt de schrijfster namelijk over op een auctoriële verteller om in epiloogstijl de losse eindjes af te knopen. Zelf vond ik die laatste pagina’s minder krachtig dan de rest van de roman. Maar eerlijk is eerlijk, de auteur geeft je wel de keuze om zelf even meneer Radboud te zijn: luttele pagina’s voor het einde staat er een kniplijn afgedrukt. Wie dus een open einde verkiest zoals ik, kan zijn gang gaan.
De bovenkamer van Jakob is een goed geschreven, gebalanceerd opgebouwd boek dat recht doet aan de complexe gevoelswereld van een jongen op de rand van de puberteit. De auteur exploiteert de gekozen setting maximaal. Daardoor hebben metafoor en symboliek meer invloed dan je zou verwachten in een dergelijk realistisch coming-of-age verhaal. De Vlieger hanteert een vlotte schrijfstijl en een sympathiek gevoel voor humor, die de complexe inhoud verteerbaar maken. Daarenboven bezit zij een bijzonder talent voor het creëren van realistische, diepmenselijke personages met een ongrijpbaar kantje. Dit is met andere woorden een boek dat bijblijft.
[Liesbeth Verlinden]
Anne Vriens-van Dijk
Jakob (11) is een naïeve dromer die met het ene been in de echte wereld staat en met het andere in de eigen realiteit van zijn ‘bovenkamer’. Met zijn moeder verhuist hij naar het terrein van psychiatrische instelling Het Leliehof, waar zij directeur is. Jakob sluit er opmerkelijke vriendschappen met de reusachtige patiënt meneer Radboud, en Mira, de manipulatieve dochter van een depressieve moeder. Langzaam worden de stemmen van Jakobs bovenkamer steeds luider, tot hij zelf opgeslokt lijkt te worden door Het Leliehof. De auteur, vooral bekend van het goed ontvangen ‘Brei met mij’ en ‘Job en de duif’(Boekenwelp 2011)*, snijdt met dit boek een origineel en gewaagd onderwerp aan, maar zet niet door waar het de spanningsboog en plot betreft. Het verhaal blijft afstandelijk en kabbelt voort zonder echt spannend of bizar te worden. Intrigerend zijn de symbiotische relatie van Jakob en zijn moeder (‘hechting’ is niet voor niets een terugkerend thema) en Jakobs ideeën over psychiatrische patiënten. De scheidslijn tussen gek en gezond is bijzonder dun, zo blijkt maar weer eens. Voor goede lezers vanaf ca. 12 jaar.
Annelies Boost
ua/an/22 j
De elfjarige Jakob verhuist samen met zijn moeder naar een nieuwe, toch wel bijzondere plek. Jakobs moeder is immers directrice van een psychiatrisch centrum en daar gaan ze ook wonen. Hun nieuwe huis ligt tussen de metershoge bomen op het domein van het psychiatrisch centrum en deed in het verleden dienst voor de patiënten. Voor Jakob was de verhuizing niet echt nodig, hij voelde zich goed in hun vorige woning in de buurt van zijn vrienden en vertrouwde school. Ook oma, de moeder van zijn moeder, begrijpt de keuze om hier te gaan wonen niet goed en komt dan ook regelmatig langs om voor Jakob te zorgen. Al snel dwaalt Jakob rond op het grote domein en maakt kennis met enkele patiënten en hun familie. Verwonderd observeert hij het gedrag van enkele patiënten en de werkwijze van het personeel op de afdelingen. Hij maakt kennis met een patiënt, meneer Radboud, waarmee bij een bijzondere band opbouwt. Samen voeren ze bijzondere gesprekken en zo komt hij in contact met de leefwereld van een chronisch psychisch zieke man. Hij vraagt zijn moeder om uitleg, maar ze heeft weinig tijd en vraagt Jakob om de contacten beperkt te houden. In het psychiatrisch centrum ontmoet Jakob ook de dertienjarige Mira, de dochter van een depressieve patiënte. Mira, een eigengereid en vroeg volwassen meisje, en Jakob zien elkaar steeds vaker aangezien ze beiden niemand anders hebben. Voor Jakob opent ook Mira een nieuwe wereld. Het lijkt wel alsof Jakob op een rollercoaster zit en almaar meer indrukken dient te verwerken. Hij slaagt er maar amper in om zich staande te houden in deze bizarre wereld. Bovendient wil hij voor zijn nieuwe klasgenoten een spreekbeurt geven over het leven binnen de psychiatrie maar hij slaagt er niet in hiervoor de juiste woorden te vinden. Als hem ter ore komt dat zijn moeder een relatie heeft met een psycholoog van het ziekenhuis kan hij helemaal niet meer volgen. Zijn moeder gaat naar een congres op de Canarische eilanden en dan slaan de stoppen bij Jakob helemaal door ... In 'De bovenkamer van Jakob' krijgen we een jongen te zien die voor het eerst in contact komt met een psychiatrisch centrum. Al snel waant hij zich in een aparte wereld, ver weg van zijn vertrouwde omgeving voor de verhuizing. Hij wordt als het ware opgeslokt door de grote gebouwen en de mensen die het grote domein bevolken. De eenzaamheid en verwondering van het hoofdpersonage komen duidelijk naar voor en zorgen voor een aparte sfeer in het boek. De levensechte dialogen maken dat het verhaal erg geloofwaardig klinkt, tot aan de laatste pagina's. Het verhaal is erg vlot geschreven en zeker ook een aanrader voor jongeren die nog niet eerder in contact kwamen met psychiatrische patienten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.