De would-be chef. [1], Iedereen kan koken
Sven Ornelis
Sven Ornelis (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Manteau, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5430 |
31/12/2011
Wanneer zelfs een recensent het moeilijk heeft om een boek uit te lezen is dat een bedenkelijke maar knappe prestatie. Bijna tot mijn spijt moet ik daarom concluderen dat dit een opmerkelijk boek is. Maar een verwittigd lezer is er twee waard: lees dit niet zonder voorkennis.
Het verhaal begint onschuldig genoeg. Michael is gefascineerd door gastronomie en smaken in het algemeen. Hij geniet van goede restaurants en eten is voor hem een kunst, de belangrijkste kunst in het leven zelfs. Hij vindt zijn evenknie in Nele, waarmee hij al snel trouwt. Samen genieten ze van onuitputtelijke culinaire geneugten. Maar het noodlot slaat toe: Nele krijgt kanker en sterft, nog voor haar dertigste. Voor haar dood drukt ze Michael op het hart om van het leven te genieten, en alle smaken te proeven die er bestaan. Dat wordt het motto voor de rest van Michaels leven en de origine van een obsessie. Hij begint bewust te zoeken naar smaaksensaties. Over de toprestaurants doet hij jaren, maar uiteindelijk kennen die geen geheimen meer voor hem. Vervolgens gaat hij verder: overal ter wereld zoekt hij naar nieuwe smaken, en daar gaat hij steeds verder in. Een voorbeeldje is de Japanse kogelvis of ‘fugu’, een lekkere vis die helaas tetradotoxine bevat in de lever, de eierstokken, het vel en de spieren; dit gif zou duizendmaal sterker zijn dan cyanide. Een klassiek risico voor de fijnproever, maar voor Michael slechts een startpunt.
Hoe het verder gaat, moet je zelf ervaren, maar ‘bezint eer ge begint’: het vervolg grenst aan pure waanzin, maar dan helaas aan de verkeerde kant van de grens. Het taalgebruik is heel barok en bombastisch, met onnodig ingewikkelde zinsconstructies die het geheel geen goed doen. Ook de vertelstijl kon maar matig bekoren. Symptomatisch is het gebruik van woordjes als ‘trouwens’ en ‘overigens’. Dat wijst op een vertelling die niet erg overtuigend is, want er is bijkomend bewijs nodig. Zo kabbelt een groot deel van het verhaal verder, tot je bij de keel gegrepen wordt en het verhaal compleet ‘total loss’ wordt. Niet voor gevoelige zielen. [Bart Van der Bruggen]
Arjen van Meijgaard
De hoofdpersoon, Michael Dobson, denkt dat zijn voorliefde voor smaak begon toen hij nog in de buik van zijn moeder zat en slokjes vruchtwater binnenkreeg. Toen leerde hij verschillende smaken kennen, omdat vruchtwater afhankelijk van wat de moeder eet, een compleet andere smaak kan krijgen. Wanneer de vrouw van zijn leven, Nele, op haar sterfbed zegt dat hij van het leven moet genieten en het met volle teugen moet proeven, vat hij dit te letterlijk op. Met zijn moeder onderneemt hij een reis naar India en hij stelt een logboek over smaak op, waarvoor hij de wereld afreist. Eenmaal weer terug wordt hij door een anonieme bewonderaar op het spoor gezet van de meest ultieme smaak die er moet zijn. Deze laatste uitdaging voor zijn smaakpapillen doet hem uiteindelijk de das om. De schrijver (1943, Vlaams radio-presentator) beweert het verhaal in drie weken op papier gezet te hebben, dat verklaart wellicht de soms eenvoudige stijl en snelle verteltrant, die de leesbaarheid ten goede komt, maar het verhaal tegelijk aan de oppervlakte houdt. Het einde is redelijk spannend, hoewel voorspelbaar. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.