Waarover ik praat als ik over hardlopen praat
Haruki Murakami
Haruki Murakami (Auteur), Jacques Westerhoven (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9486 |
00/00/0000
Haruki Murakami in context
In juni 2009 vond ik in een van de grotere boekhandels in Tokyo nog net één exemplaar van Boek een van Haruki Murakami's 1Q84; van Boek twee lagen er nog een vijftal. Murakami's tweedelige nieuwe roman was toen een paar weken uit en uitgeverij Shinchosha was volop aan het bijdrukken, want de eerste druk van een half miljoen exemplaren per deel voldeed bijlange na niet aan de vraag. Qua verkoopsucces kon Murakami dertig jaar na zijn debuut kennelijk nog steeds alle andere Japanse auteurs in de schaduw stellen. Zijn lezers wisten toen nog niet dat er ook een derde deel zou komen; net als bij De opwindvogelkronieken beweert Murakami dat pas achteraf te hebben beslist. Boek drie is inmiddels ook verschenen in Japan, en velen verwachten nu zelfs een afsluitend Boek vier, want: ieder deel behandelt een periode van drie maanden, dus om het jaar rond te maken...
Na het verschijnen van de eerste twee delen gingen over de hele wereld een veertigtal vertalers naarstig aan de slag. Tot nu toe kwamen vertalingen uit in het Koreaans, het Chinees en... het Nederlands. Die westerse primeur voor ons taalgebied is te danken aan Jacques Westerhovens onverdroten inspanningen. Dat het resultaat geen blijk geeft van haastwerk, is een heuse krachttoer.
De Q in de titel duidt op een parallelle wereld voor het jaar 1984. In het Japans is de uitspraak van de letter en het cijfer identiek ('kyuu'), zodat daar het verband meteen duidelijk is. In het Nederlands is de 'Q' een 'q' geworden, om zo meer gelijkenis met het cijfer 9 te creëren, en als uitspraak (geen evidente kwestie) koos men voor 'qutienvierentachtig'. Deze verwijzing naar George Orwell is lang niet de enige literaire of muzikale referentie. Integendeel: 1q84 wemelt ervan.
In dat verband schoot me al op de eerste pagina een kritische bedenking te binnen. Aomame, een van de twee hoofdpersonages aan wie Murakami afwisselend een hoofdstuk wijdt, stapt in een taxi en herkent prompt het stuk klassieke muziek dat weerklinkt: Leo? Janá?eks 'Sinfonietta'. Het leek me heel onwaarschijnlijk dat een jonge Japanse vrouw zo'n stuk zou herkennen met de vanzelfsprekendheid waarmee het hoofdpersonage van Norwegian Wood de gelijknamige Beatles-song herkent. Maar toen ik in de volgende alinea las: 'Hoeveel mensen zouden er op deze wereld zijn die bij het horen van het eerste deel van Janá?eks Sinfonietta kunnen zeggen: "Hé, dat is Janá?eks Sinfonietta?",' besefte ik dat je Haruki Murakami niet mocht onderschatten.
Toch blijft het culturele namedropping een storend element in 1q84. Murakami's boeken hebben natuurlijk altijd al bol gestaan van de verwijzingen naar vooral popcultuur, maar ditmaal gaat het gerefereer veel verder; soms worden hele boeken samengevat, zonder dat die per se iets met het verhaal te maken hebben (ook niet achteraf gezien). Op een bepaald moment, namelijk toen de Giljaken op de proppen kwamen, moest ik zelfs besluiten dat Murakami in die zin wel heel erg is gaan lijken op de latere Kenzabur? ?e. De Nobelprijswinnaar was aanvankelijk nochtans heel kritisch voor Murakami. Dit was dus een cirkel waarvan ik niet had gedacht dat hij ooit rond zou raken.
Overigens maakt Murakami, bij monde van de aspirant-schrijver Tengo (het tweede hoofdpersonage) en zijn redacteur Komatsu, een aantal opmerkelijke toespelingen op de Japanse literaire wereld. Soms lijkt het wel een afrekening. Een van de terugkerende uitspraken is: 'Als je het zonder uitleg niet snapt, snap je het ook niet met.' Dat is ongetwijfeld een sneer naar de critici die Murakami vragen naar de betekenis van dit of dat in zijn werk. Ook wie problemen heeft met zijn open einden moet het ontgelden. Dat Fukaeri (het meisje wier debuut Tengo en Komatsu opsmukken tot een literaire sensatie) zeventien is, is evenmin toeval. Ouder zou namelijk geen 'sensatie' zijn. In 2003 deelden Hitomi Kanehara en Risa Wataya de prestigieuze Akutagawa-prijs, die ook Komatsu beoogt. Zij waren toen respectievelijk twintig en negentien.
Interessant is ook het aanhalen van Tsjechovs stelling dat een verhaal ontdaan moet zijn van alle onnodige opsmuk. In vele recensies was er lof voor 1q84. Humo noemde het 'Murakami's meesterproef', De Morgen 'de literaire sensatie van het jaar', Knack 'het boek van het jaar'. Ook elders viel geregeld het woord meesterwerk. Peter Steinz schreef in NRC Handelsblad evenwel een overwegend negatieve bespreking. Volgens hem bevat het boek veel overbodige passages. Je kunt inderdaad redetwisten over de opportuniteit om de informatie over de sekte Voorhoede twee keer te geven. Wat Aomame in het krantenarchief ontdekt, weet de lezer al, van toen Tengo het te horen kreeg van de professor. Als Aomame naar het eind van Boek twee Fukaeri's Een pop van lucht leest, is ook de inhoud over de geheimzinnige Little People ons al grotendeels bekend. En helemaal aan het slot brengt Tengo's biecht aan zijn vader voor de lezer evenmin veel nieuws aan het licht.
Het gebrek aan strenge en degelijke redactie is wel meer een euvel bij hedendaagse Japanse literatuur, en vooral bij iemand met Murakami's status zal een redacteur zich hoeden voor aanmaningen om grondig te knippen. Bijgevolg nam in het verleden vaak de Amerikaanse vertaler en/of uitgever die taak dan maar op zich. Of dat wel zijn taak ís, dat is maar de vraag.
Een van de clichés over Murakami is trouwens dat je hem maar beter in het Engels kunt lezen. Je ziet het weliswaar voornamelijk op internetfora (zoals we weten het digitale equivalent van toogpraat), maar ook Auke Hulst in NRC ('De Nederlandse vertaling mist de swing van de 'Engelse' Murakami, die baat blijkt te hebben bij de gemaakte incisies in de brontekst.') en Joost de Vries in De Groene Amsterdammer ('de tekortkoming van het Nederlands tegenover het rijkere Engels') lieten zich ooit in die zin uit. Wat zij niet vermelden is hoevéél van de originele Murakami er eigenlijk wel is weggeknipt in die Engelse vertalingen. En minstens even belangrijk: wát er is weggeknipt. Zo is The Wind-up Bird Chronicle (let op het enkelvoud) 'adapted from the Japanese', niet 'translated' dus. Maar daar verliep een en ander nog in overleg met Murakami. Bij eerdere boeken gebeurden de incisies zonder zijn medeweten, het meest uitgesproken in Dance Dance Dance, waaruit een vierde is verdwenen. Al even mysterieus als de vrouwen in zijn werk. Murakami erkent dat hij destijds die dingen allemaal niet zo goed in het oog hield. Maar tegenwoordig is hij veel minder toegeeflijk. Atlas moest zelfs een contract ondertekenen waarin stond dat Westerhoven de originele tekst zo getrouw mogelijk zou weergeven. Benieuwd wat dat dus wordt in het Engels (weliswaar nog een klein jaar wachten), want je voelt de vingers van de Amerikaanse uitgever al jeuken om ook in 1q84 stevig de schaar te zetten. En niet alleen vanwege de lengte. Er spelen ook puritanisme mee, en regelrechte censuur.
Een vertrouwd Murakami-element in 1q84 is de relatie tussen de dertiger en het tienermeisje (denk maar aan Yuki in Dans dans dans en May Kasahara in De opwindvogelkronieken), maar nieuw is dat die hier uitdraait op seksueel contact. Hoe onconventioneel dat contact tussen Tengo en Fukaeri ook moge zijn, het blijft seksuele gemeenschap, en dat is nog een extra reden waarom de Amerikaanse uitgever wel eens met de handen in het haar zou kunnen zitten. In Dance Dance Dance mocht het ik-personage zelfs geen Playboy lezen en werd de dertienjarige Yuki haar pina colada ontzegd; desbetreffende passages werden geschrapt.
Voor het overige is Tengo in vele opzichten een typische Murakami-held: het mijmeren over wat een mens al heeft verloren in het leven, het principieel afslaan van financieel interessante maar amorele aanbiedingen, het opzoeken van zeldzame namen in het telefoonboek, het nadenken over problemen uitstellen tot later, en natuurlijk het vage verlangen naar verdwenen vrouwen. Bij Tengo verdwijnen vrouwen trouwens als nooit tevoren: Fukaeri (tijdelijk), zijn oudere, getrouwde vriendin (voorgoed?), en Aomame zelf natuurlijk (al lang geleden). Ook structureel borduurt Murakami verder op eerder werk. De alternerende hoofdstukken hadden we onder andere al in een vroege roman als Hard-boiled wonderland en later ook in Kafka op het strand. Zoals gezegd zijn vele van zijn verhalen tevens als 'levende organismen', waarvan de vorm in de loop der tijd evolueert. Zo duiken korte verhalen (of ideeën eruit) soms weer op in latere romans. Ook het gegeven van volwassenen die op zoek zijn naar hun jeugdliefde, zoals Tengo en Aomame hier, vind je al in het verhaal 'Hoe ik op een zonnige ochtend in april mijn meisje van 100% tegenkwam' uit 1980. De Little People doen dan weer ergens denken aan de TV People in het gelijknamige verhaal uit 1989. En ook personages plegen wel eens terug te keren. Lezers van De opwindvogelkronieken zullen, al dan niet tot hun genoegen, in 1q84 de gluiperige Ushikawa herkennen, die in Boek drie een nog prominentere rol zal spelen. (Aan wie The Wind-up Bird Chronicle las zal dat echter voorbijgaan, want Ushikawa is in die Engelse vertaling zo goed als weggefilterd.)
Er zijn echter ook veranderingen merkbaar, de ene al subtieler dan de andere. Dat Murakami steeds meer oog krijgt voor maatschappelijke problemen in zijn vaderland, is al sinds midden jaren negentig duidelijk (dit keer zijn vooral religieuze sekten en geweld tegen vrouwen aan de orde), maar nu zien we ook de culturele referenties almaar Japanser worden (ook de culinaire trouwens; er wordt in 1q84 opvallend weinig spaghetti gegeten). Op zich is dit geen ongebruikelijk patroon. Tal van moderne Japanse auteurs kenden in hun beginperiode een 'westerse fase', om dan in hun latere oeuvre terug te vallen op de eigen cultuur. Dat was zo bij Mori ?gai, Natsume S?seki, Nagai Kaf? en Junichir? Tanizaki, maar ook bij nationalist bij uitstek Yukio Mishima. En zelfs Yasunari Kawabata (die andere Nobelprijswinnaar, die velen toch zien als het summum van 'Japansheid') stond in zijn vooroorlogse werk sterk onder invloed van onder andere het Europese expressionisme. Dat Murakami een on-Japanse schrijver zou zijn vanwege zijn verwijzingen naar westerse cultuur is dus grote, helaas vaak herhaalde, larie ? het tegendeel zou pas uitzonderlijk zijn.
In 1q84 zijn de vermeldingen van (klassieke) Japanse literatuur opvallend (al zaten ze ook in eerdere boeken als Dans dans dans). Tengo en Aomame weten dat ze in de paralelle wereld van 1q84 zijn terechtgekomen doordat er twee manen aan de hemel staan, maar dat Mori ?gai Fukaeri's favoriete auteur is en ze uit het hoofd fragmenten van het middeleeuwse De verhalen van de Taira citeert, is eigenlijk het beste bewijs dat er iets niet pluis is. Dat een zeventienjarig meisje zóiets doet in Japan is veel onwaarschijnlijker dan die twee manen.
Voor de liefhebbers van intertekstuele verwijzingen nog dit: Murakami heeft, naast vele andere Amerikaanse auteurs, ook Tim O'Brien vertaald; en een van diens verhalen heet... 'Little People'. [Luk Van Haute]
Jo Vanderwegen
Deel een van de bekende trilogie van de Japanse auteur (1949). De levens van twee solitaire dertigers met een beladen verleden blijken in het Tokio van 1984 op mysterieuze wijze intenser verstrengeld met elkaar dan ze zelf voor mogelijk houden. Deze razendspannende postmoderne roman serveert een amalgaam van bekende ingrediënten en onderwerpen: eenzaamheid, vervreemding, surrealisme, muzikale verwijzingen, handig verborgen literair commentaar en persoonlijke stokpaardjes zoals de thematiek rond nieuwe religieuze sekten. Nog meer dan in zijn vorige werk toont hij zich in ‘1q84’ een echte humanist, diep bekommerd om het menselijke lot. Murakami’s buitengewone talent komt in dit lange werk uitstekend tot zijn recht; het grote aantal pagina’s laat hem toe meticuleus een wereld te creëren waarin de lezer zich helemaal kan onderdompelen. Vertaler Jacques Westerhoven kweet zich uitstekend van zijn taak. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.