Geschiedschrijving en politieke cultuur : de weg naar het fascisme in het geschiedenisbeeld van de DDR
Georgi Verbeeck
Georgi Verbeeck (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Acco, 2010 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : DUITSLAND 941 |
00/00/0000
Neen, niet dé geschiedenis van Duitsland, maar 'een' geschiedenis van Duitsland. Georgi Verbeeck is er zich van bewust dat het nog steeds onmogelijk is om zo'n geschiedenis te schrijven zonder onmiddellijk aan twee wereldoorlogen te denken: schuld en schaamte blijven belangrijke thema's. De eindbalans is positief, de eenmaking van Duitsland is een succesverhaal en de schaduwen van het verleden zijn stilaan afgeworpen, maar voor historici blijft het een moeilijke kwestie: hebben de Duitsers schuld aan hun zware verleden?
Ten eerste kan je kiezen voor de theorie van de Duitse 'Sonderweg'. Daarmee wordt bedoeld dat Duitsland een geheel eigen weg volgde van feodale maatschappij richting democratie. Een weg die via de grootste catastrofes van de twintigste eeuw liep. Of je kiest voor de theorie dat het nazisme en het antisemitisme niet los te koppelen zijn van gelijkaardige ideologische ontwikkelingen in Europa en misschien toch niet zo uitzonderlijk waren. Verbeeck suggereert dat het niet noodzakelijk is om te kiezen.
In zeven hoofdstukken overloopt Verbeeck de Duitse geschiedenis van de Germanen tot Angela Merkel. Het is verre van een encyclopedisch overzicht. Niet toevallig is het centrale vierde hoofdstuk, over de negentiende eeuw, het uitgebreidst. In alle voorafgaande hoofdstukken wordt erop gewezen dat veel vastgeroeste inzichten beïnvloed zijn door het romantische en nationalistische denken van de negentiende en twintigste eeuw. De lijnen van de Germaanse volksstammen naar de Duitse geschiedenis zijn flinterdun. De macht van de Duitse keizers was vooral symbolisch en miste praktische uitwerking, maar in de negentiende eeuw kreeg een figuur als Frederik Barbarossa mythologische proporties. De Habsburgers bestuurden een wereldrijk, maar godsdiensttwisten en tegengestelde dynastieke belangen met Pruisen beletten het ontstaan van nationale eenheid.
In de laatste vier hoofdstukken beschrijft Verbeeck het ontstaan van een gezagsgetrouw Duits nationalisme dat start bij Bismarck en onder Hitler zijn tragisch hoogtepunt kent, maar pas door de hereniging in 1990 ook in Oost-Duitsland op de achtergrond verdwijnt.
Steeds weer keert het doel van de auteur terug om in de geschiedenis vooral continuïteit te zien in plaats van cesuren. In de middeleeuwse Duitse Orde ziet Verbeeck al een voorafspiegeling van het militaire karakter van Pruisen. Het Duitse inferioriteitscomplex tegenover Frankrijk begint al in de tijd van het vorstelijk absolutisme. In de strijd tegen Napoleon komt Pruisen in contact met nationalisme en liberalisme, maar anti-Franse gevoelens beletten een doorgedreven democratische evolutie. Het eengemaakte Duitsland krijgt in 1870 vooral een historisch, en minder een democratisch fundament. De vergaande militarisering van Pruisen leidde onvermijdelijk tot de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Weimarrepubliek zien we de mislukking van het democratiseringsproces, ook doordat de linkerzijde de democratische partijen te burgerlijk en te conservatief vond. De democratisch verkozen president Hindenburg was een autoritair leider. In die zin is ook de start van het dictatoriale Derde Rijk niet echt een cesuur.
De Duitse burgerij was al sinds de negentiende eeuw geen behoedster van democratie, maar wel verdediger van een vooral tijdens de romantiek gecreëerde nationale cultuur. De eigen sociale geschiedenis van Duitsland maakte het land tot een vruchtbare bodem voor het nazisme.
De grootste cesuur in de Duitse geschiedenis is 1945. Vrij snel en dankzij de Koude Oorlog werd West-Duitsland opgenomen in een globale context. De enorme schande van de Tweede Wereldoorlog verplichtte de Duitsers tot een kritische reflectie op hun verleden. De DDR creëerde een communistische variant van het Duitse nationalisme, maar het verdampte samen met de staatsstructuur.
De geschiedenis van Duitsland is hiermee niet definitief beschreven. De titel laat de mogelijkheid open om in de toekomst een andere geschiedenis te schrijven. De invalshoek van Verbeeck is verrassend en interessant. De nieuwe eeuw is nog jong en aan de geschiedenis sinds de hereniging zijn amper tien pagina's gewijd. [Dirk Passchyn]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek schetst historicus Georgi Verbeeck (Universiteit Maastricht) in zeven hoofdstukken een geschiedenis van Duitsland, van de Germanen tot Angela Merkel. Het meest uitgebreide hoofdstuk is het vierde, over de negentiende eeuw. Toen pas ontstond er immers een soort nationale eenheid. In de voorafgaande hoofdstukken wordt er op gewezen dat veel vastgeroeste inzichten beïnvloed zijn door het romantische en nationalistische denken. In de laatste vier hoofdstukken beschrijft Verbeeck het ontstaan van een gezagsgetrouw Duits nationalisme, dat start bij Bismarck en onder Hitler zijn tragisch hoogtepunt kent, maar dat pas door de hereniging in 1990 ook in Oost-Duitsland op de achtergrond verdwijnt. Aan de geschiedenis sinds de hereniging zijn amper tien pagina's gewijd. De auteur tracht in de geschiedenis vooral continuïteit te ontwaren in plaats van cesuren. Zo ziet hij in de middeleeuwse Duitse Orde al een voorafspiegeling van het militaire karakter van Pruisen. Geen encyclopedisch overzicht, maar een verrassende geschiedenis. Met afbeeldingen in zwart-wit, kaarten, een bibliografie en een index.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.