Jungle
Joost Vandecasteele
Joost Vandecasteele (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 692 |
Dirk Leyman
i /un/16 j
Joost Vandecasteele daalt af in het inferno van een verscheurde stad
Een pletwals van geweld
Is het sciencefiction, een allegorie of een hardboiled detective? In Opnieuw en opnieuw en opnieuw van Joost Vandecasteele valt de megalopolis Neo-Sparta ten prooi aan een spiraal van geweld. De lezer hapt naar adem in deze claustrofobische wereld.
Joost Vandecasteele (°1979) bezit, naast vele andere talenten, ook dat van de alomtegenwoordigheid. Met recht en reden mag hij zich een ware multitasker in de kunsten noemen. Eerst spreidde hij zijn bedje bij het compromisloze Mechelse theatergezelschap Abattoir Fermé, later maakte hij ook naam als stand-upcomedian in Comedy Casino. Zijn voorstelling Otaku is geselecteerd voor het komende Theaterfestival en zelfs op Radio 1 duikt hij stelselmatig op.
Sinds zijn benauwende debuutverhalenbundel Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij is Vandecasteele eveneens gezegend met het predikaat 'beloftevolle jonge Vlaamse auteur'. Een label waar je best zuinig op bent: zo dik zijn dat soort specimens nu ook weer niet gezaaid. Reden genoeg voor Vandecasteele om mateloze ambitie tentoon te spreiden: "Ik zou het niet erg vinden om ooit een merknaam te zijn", zo verklaarde hij vorige week nog in een Vlaamse courant.
Bij zijn race naar de top moet Vandecas-teele het alleszins niet hebben van brave, navelstaarderige literatuur. Integendeel: zijn chaotische wereldbeeld is afgezoomd met driftig aangebrachte grijs-zwarte vegen. Elk flintertje hoop lijkt er uitgebannen en in de talloze postapocalyptische taferelen wemelt het van de verveelde survivers. Vandecasteele troonde ons in zijn verhalen mee naar een spooky en tegelijk ook hedonistisch universum dat slechts een paar ademtochten in de toekomst ligt.
Pestilente lijkgeur
In zijn lijvige, eerste roman Opnieuw, opnieuw en opnieuw is het alsof we in het middelpunt belanden van een zoveelste allegorische performance van Abattoir Fermé. De gewelddadigheid is prominent en er wasemt een pestilente lijkgeur uit menige bladzijde. De archetypische hoofdpersonages Alex, een respectabele pief in het politiekorps en Penny, een slimme ex-hoer die rebellenleidster wordt, zijn voortdurend in de greep van een onheilspellend ritueel van aantrekking en afstoting. Vandecasteele grossiert in virulente scènes, die zich voltrekken in een op exploderen staande stadsstaat. Neo-Sparta is in de greep van de guerrilla en bestaat uit vijandige subculturen met hallucinante overlevingsmechanismen en met eigen tv-zenders en ordediensten.
Vandecasteele windt er geen doekjes om: zijn gedreven roman heeft een mythologische achtergrond, hem ingefluisterd door Heinrich von Kleists toneelstuk Penthesilea uit 1807, waarin de Amazonekoningin Penthesilea en de held Achilles uit de Trojaanse oorlog hun opwachting maken. Maar de adaptatie is los uit de pols, al vraagt Vandecasteele zich hier natuurlijk wel af wat er gebeurd zou zijn als Sparta de triomf had genoten in plaats van Troje.
Geschifte furies
Penny is de hedendaagse Penthesilea, een moeilijk in te tomen schepsel dat zich voortdurend in de gevarenzone begeeft, maar begiftigd is met een tegendraads leidersinstinct. Al vroeg in haar jeugd, die ze doorbrengt in het dorp Shittegem (!), verlangt ze naar de stad en de chaos: "Niet dat ik ambieerde om ooit hoer te worden, maar de beelden van Neo-Sparta en zijn naamloze massa hadden een ongekende aantrekkingskracht op mij." Daar ontworstelt ze zich langzaam aan haar routineuze bestaan als prostituee om op handen gedragen te worden door de 'amazones'. Met deze geschifte furies neemt ze het voortouw om gedeelten van de megalopolis te vuur en te zwaard onder controle te krijgen. Er wordt daarbij niet gekeken op een hectoliter plastisch vergoten bloed meer of minder. Het eerste deel van het boek beleven we vanuit het oogpunt van Penny, "een vrouw met stekels op de rug en grootse dingen in de kop". Maar in het geheim ontmoet zij Alex, de brutale politiechef die carrière maakt door - nou ja - ietwat orde op zaken te stellen en menig slachtoffer op zijn scalp steekt. In een kille hotelkamer bedrijven Alex en Penny regelmatig de liefde, na een bizar en grillig machtsspel van wederzijds kleineren, een zenuwoorlog vol drank en stoerdoenerij: "We zijn allebei zo goed geworden in onszelf onderuithalen tot we niet meer zijn dan een fractie van wie we ooit waren." Toch lucht Alex zijn hart tegen haar. Maar lokt hij Penny ook niet in een hinderlaag? En waarom biedt hij haar bescherming?
In het tweede deel, zeven jaar later, met een cynischer geworden, haast normloze Alex aan het woord, is de verdwenen (of vermoorde?) Penny tot een regelrecht waanidee uitgegroeid. Haar opsporen wordt een van zijn belangrijkste levensdoelen. Vandecasteele smeert de afdaling in de hel van Neo-Sparta breed uit, boordevol bizarre confrontaties en ontmoetingen, met de Macedonische Maffia, de Nieuwe Nutte-lozen, het gedienstige orakel in de vorm van tiener Winne en - let op deze krakkemikkige zin - Claudia "de enige vrouw die ik ken die benen openhouden om geneukt te worden kan laten klinken alsof het een zeldzaam talent betreft." De auteur krijgt niet genoeg van deze soms potsierlijke tribulaties in de schemerzone van de werkelijkheid, al toont hij natuurlijk zijn woeste schrijftalent. Maar de vraag rijst waar Vandecasteele heen wil met deze slijtageslag? Is iedereen dan toch gedetermineerd ondanks alle pseudo-revolutionair elan? Het symbolische laagje mythologie voegt al bij al niet zoveel toe aan het boek. En de grand finale met de ultieme clash - "het stopt pas als een van ons tweeën op de grond ligt en niet meer terechtkomt" - kan je slechts even nog op het puntje van de stoel houden, lamgeslagen als je bent door het inferno van redeloos suburbaan geweld.
Goedkope kungfufilms
Opnieuw en opnieuw en opnieuw kan dus niet de volle 300 pagina's de aandacht vasthouden. Daar is ook de afgeraffelde en soms slordige stijl verantwoordelijk voor, alsof pletwals Vandecasteele niet de tijd nam om nog een en ander bij te vijlen. Verhaspelde uitdrukkingen komen regelmatig voor: "een gesnurk waar geen merg of been tegen opgewassen was". En nogal zinledige vaststellingen ook: "Ik leefde het leven van een zombie met iets meer groenten in haar dieet." Vaak weet je ook niet of het loodzware ernst is, dan wel of er gegrimlacht mag worden: "Ik was een kwaaie madam en in plaats van in therapie te gaan begon ik maar een burgeroorlog." Bij een aantal gevechtsscènes moet je denken aan goedkope kungfufilms en B-strips. Kan best, want Vandecasteele gaat er prat op dat hij zich laaft aan de meest gore pulp.
Opnieuw en opnieuw en opnieuw, het is een titel als een repeteergeweer en dat is uiteindelijk ook de overheersende cadans. Vandecasteele mag dan gretig putten uit diverse genres, van hardboiled detective tot sciencefiction of games (en daarmee heel wat sterke beelden op je netvlies enten), te vaak waan je je in een lang uitgesponnen reprise van sommige van zijn debuutverhalen. De personages zijn dan misschien wel verknipte halfgoden, de karikatuur is nooit ver weg. Wat op de korte baan veel meer pregnantie had, dreigt hier een gimmick te worden.
Mark Cloostermans
i /un/11 j
'Opnieuw en opnieuw en opnieuw' wordt voorafgegaan door de zin: 'Naar een idee van Heinrich von Kleist en Mark Johnson'. Wie is Mark Johnson?
'Mark Johnson heb ik leren kennen toen hij voor The Wall Street Journal Europe schreef en ik zijn ghostwriter was voor het filmblad Screen international. We hadden het plan opgevat om samen filmscenario's te schrijven. Een van de ideeën was een herwerking van de mythe van Penthesilea en Achilles. Eigenlijk was het zijn idee, dus moest ik hem bedanken. Zijn versie is een scenario, mijn versie is dit boek. Mark is naar L.A. getrokken om het te maken in de filmwereld. Hij recenseert momenteel pornofilms voor Hustler. Dat is dan de tweede reden waarom ik hem dankbaar ben: omdat hij bewijst dat ik gelijk heb gehad door hier te blijven. Dit is wel een klein taalgebied, maar ik kan er mijn ding doen.'
Schrijft u nog altijd in de McDonald's, zoals u ooit vertelde?
'Nee, dat is voorbij. Ze hebben er geen internet meer en het was er niet meer gezellig. Ik ben op de dool nu. Voor mijn volgende boek heb ik nog een schrijfplek nodig. Er is wel een café waar ik geregeld kom - ze hebben er geen internet, maar ik pik het wel van het café daarnaast - en dat werkt vrij goed, maar ze beginnen mij er te kennen. Als ik binnenkom, zetten ze direct een koffie verkeerd op tafel. Ik ben juist een fan van anonimiteit.'
U schrijft letterlijk in de stad. In uw boeken spelen gevaarlijke megasteden een grote rol. Er dringt zich een verband op.
'Schrijven is een fysieke handeling. Het helpt om fysiek ergens te zijn. Je schrijft over wat je daar voelt en ziet. Ik laat mij doen door wat ik zie, zou je kunnen zeggen. Als ik in de McDonald's zit, tegenover een bedelaar die zijn meegebrachte blikjes bier aan het uitdrinken is, dan voel ik niet de behoefte om een lieftallige scène te schrijven. Nee, dan wil je het over die man hebben, omdat je met zijn realiteit geconfronteerd wordt.'
Dus: neem Joost Vandecasteele weg uit de stad en je krijgt een ander type boeken?
'Jazeker. De stad zou er een minder grote rol in spelen. Ik denk erover iets te doen met isolement, in een volgend boek. Dan moet ik me ook letterlijk isoleren.'
Waarom isolement?
'Omdat ik dat nu ervaar. Ik heb een paar jaar geleden besloten om alles op mijn eentje te doen: theater, stand-upcomedy, literatuur. Nu begin ik het sociaal isolement te voelen. Dat is niet eens negatief bedoeld, hoor. Maar om dat thema uit te werken, zal ik niet in een café zitten, maar in een ruimte zonder ramen.'
Ondanks gelijkenissen, zoals de rol van de stad, is deze roman anders dan uw debuut. Minder angstig.
'Logisch. Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij gaat over mij en de grote stad, over gewone mensen die proberen te overleven. Alex en Penny zijn gebaseerd op mythische helden; dan krijg je een andere invalshoek.'
Alex en Penny voeren een privé-oorlog. Dat idee passeerde ook in uw debuut. Met wie zou u graag een privé-oorlog uitvechten?
'Met de Open VLD-jongeren? Dat moet schoon zijn: die vechten natuurlijk in kostuum, met hun das rond hun voorhoofd. Allez, liberaal en jong zijn, dat is toch een contradictie? Ik vind dat raar.'
Er blijven aan het eind enkele mysteries onopgehelderd. Moest dat zo?
'Alex moest steeds geobsedeerder worden door Penny. Dat kan maar als hij onderweg geen antwoorden krijgt. Ik wou er trouwens absoluut geen politieroman van maken, met een formulematige ontknoping aan het einde. Het is beter voor de roman om niet alles uit te leggen. Zoals de stad zelf, Neo-Sparta, daarover laat ik veel in het ongewisse. Er is geen geschiedenis van de stad: die is opgesmukt en bij elkaar gelogen. Een ander mysterie zijn de goden. Er is een tempel en er passeert onder andere een krantenartikel over een god die is gestorven in een achterbuurt. Het lijkt alsof ze er echt zijn, alsof ze echt met de mensen spelen. Maar je weet het nooit zeker.'
'Neo-Sparta is een "what if". Wat als niet Athene had gewonnen, maar Sparta? Wat als die stad nog altijd zou bestaan? Hoe zou men er dan leven? Van de inwoners van Sparta werd verwacht dat ze altijd klaarstonden om geweld te plegen, om te vechten voor de staat. Dat geldt voor de inwoners van Neo-Sparta ook, al moeten zij dan vechten om individueel te overleven.'
Op papier schuwt u het geweld niet. Er worden gevechten georganiseerd op leven en dood tussen mensen, maar ook tussen mensen en dieren. Zou u daar naar gaan kijken?
'Kijken wel, ja. Deelnemen niet. Dat is het probleem met mannen met brillen, wij zijn ons te bewust van de bril.'
'Geweld is een van de zaken die mij blijven fascineren. Ik heb absoluut een internetverbinding nodig als ik werk en ik volg alles dat gaat over geweld, technologie en showbiz. Wie mijn werkdag rationeel bekijkt, zal mij ongetwijfeld heel lui vinden. Ik kijk veel slechte tv op de laptop, veel trailers. Ik lees roddels over mensen die ik niet ken, recensies van games die ik niet wil spelen... Is dat tijdverspilling? Ik heb dat nodig. Al pik ik er maar één zin uit, of één idee, dan nog is het de moeite waard.'
Compenseert dat geweld iets anders?
'Natuurlijk! Mijn boeken zijn sowieso compensaties voor het heel gestructureerde leventje dat ik momenteel leid. Sinds mijn puberteit vertrekt alles bij mij vanuit een woede, een agressie. Ik denk dat mijn ouders zich vroeger veel zorgen over mij en mijn kwaadheid gemaakt hebben. Sinds ik die kan uiten op papier of op scène, is het veel verbeterd.'
Soms citeert u zichzelf: stukjes uit uw stand-uprepertoire verzeilen in het boek, u verwijst naar uw voorstelling 'Otaku'... Bouwt u aan een oeuvre waarin alles samenhangt?
'Ik zou het niet erg vinden om ooit een merknaam te zijn. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik mij mag uitdrukken in literatuur, maar het is slechts een van de dingen waar ik de stempel "Joost Vandecasteele" op druk. Vandaar dat ik ook absoluut het voorbije jaar nog Otaku wou maken: om te tonen dat ik niet alleen schrijver ben. Die verwijzinkjes en inside jokes... Ik ben natuurlijk nog niet bekend genoeg. Er zijn heel weinig mensen die én het boek zullen lezen én Otaku zullen bijwonen. Maar ik vind dat wel belangrijk om een soort Vandecasteele-universumpje te creëren, en blij dat journalisten als jij of van Humo dat universumconcept snappen.'
U wil uzelf bewijzen?
'Ja, sinds ik zogezegd als onafhankelijke door het leven ga - niet meer verbonden aan een gezelschap of zo - voel ik mij langzaamaan zelfzekerder. Ik heb mijn eigen speeltuin afgebakend. Ik ben niet die komiek die boeken schrijft. Mijn stand-up is trouwens niet eens comedy. (lacht)'
* ...maar wie is Joost Vandecasteele dan wel?
Geboren in 1979. Studeerde theaterregie in Brussel. Theatermaker/acteur/schrijver.
Maakte deel uit van de artistieke kern van Abattoir Fermé.
Verwierf bekendheid als stand-upcomedian in Comedy Casino. Zijn standupvoorstelling 'Otaku' is genomineerd voor Het Theaterfestival 2010.
Debuteerde vorig jaar met de verhalenbundel 'Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij' (genomineerd voor de Academica Debutantenprijs).
Volgens Facebook is zijn politieke visie 'te rechts voor woorden', zijn visie op religie 'te gelovig voor woorden'.
Kwam langs in 'De slimste mens ter wereld' en heeft een rubriek in het Radio 1-programma 'Ongehoorde meningen'.
Mark Cloostermans
i /un/11 j
Joost Vandecasteeles debuut, Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij, is overschat. Jazeker. En wel door mij.
In maart 2009 schreef ik in deze bijlage over een debuut als een rollercoaster, van een schrijver die zijn talent in alle richtingen verkent. In een onbewaakt ogenblik ventileerde ik zelfs enthousiasme. Mea culpa. In vergelijking met Vandecasteeles tweede stelt zijn debuut niks voor.
Opnieuw en opnieuw en opnieuw begon als een hervertelling van de geschiedenis van de Amazonekoningin Penthesilea en de held Achilles. Deze personages uit de Trojaanse oorlog werden door Heinrich von Kleist gebruikt in een toneelstuk uit 1808, reden waarom Vandecasteele Kleist bedankt voor de voorzet. Maar je hoeft noch je kennis van de mythologie op te frissen, noch je bibliotheek met Duitse klassiekers aan te vullen, want de roman staat perfect op zich.
Penthesilea is Penny, 'de hoer die terugvocht', zelfs in die mate dat zij met haar collega's, de Amazones, een stukje van de megalopolis Neo-Sparta heeft buitgemaakt. Achilles is Alex, de held van de politie. Hun strijd is breaking news op alle netten. 'Penny was de eerste terroriste ooit wier outfits besproken werden in glossy magazines'. Van Alex is een action figure te koop.
Wat het grote publiek niet weet, is dat de twee elkaar al jaren kennen. Alex heeft toegekeken hoe Penny zich ontpopte van slachtoffer tot rebellenleidster en houdt haar de hand boven het hoofd. De vraag is: hoelang nog? En wie heeft er het meeste te verliezen?
Daytraders
Opnieuw en opnieuw en opnieuw wordt de eerste honderd bladzijden verteld vanuit het perspectief van Penny. Daarna springt het verhaal zeven jaar verder in de tijd en neemt Alex het estafettestokje over. Penny is intussen spoorloos verdwenen en Alex' liefde voor haar groeit uit tot een obsessie. Alle sporen die hij volgt, lopen genadeloos dood, totdat hij Winne ontmoet, een tienermeisje dat niet kan slapen en voorbestemd is om het 72ste orakel van Neo-Sparta te worden. Met haar paranormale gaven kan zij hem misschien op het spoor van Penny zetten.
Wie Vandecasteeles debuut las, weet in welke wereld deze feiten zich afspelen: een toekomst die sterk lijkt op ons heden, maar dan geëxtrapoleerd, verhevigd, een doorgedachte versie van het slechtste van de tijd. Ergens in deze roman komt een filmregisseur aan het woord, die duidelijk Vandecasteeles visie op kunst verwoordt: 'Wat ik probeer te doen in mijn films is een wereld construeren die heel echt lijkt en in realtime functioneert. (...) een heel waarachtige fantasie op het randje van geloofwaardigheid. Ik ben niet geïnteresseerd in nu, maar wel in wat nu kan veroorzaken.'
In Neo-Sparta is er in de ochtendspits een apart metrostel voor elke religie, zodat er geen onlusten uitbreken. Winkelstraten vallen niet onder de jurisdictie van de politie: die worden bewaakt door de ordediensten van de winkelketens. Straten dragen de namen van 'legendarische daytraders en munteenheden'.
Wie hier wil leven, mag niet bang zijn geweld te gebruiken. Een cynische attitude is meegenomen. Zegt Julie, de geestelijke leidster van De Nieuwe Nuttelozen: 'Ik heb zevenendertig sciencefictionfilms gevonden over dit jaartal en in achtentwintig daarvan gaat de wereld kapot. Dus al bij al doen we het blijkbaar beter dan verwacht werd.'
De cel van je tijd
Maar nogmaals: Opnieuw en opnieuw en opnieuw is zoveel meer dan Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij. De spanning tussen ons heden en Vandecasteeles toekomstvisioen was zo'n beetje de belangrijkste attractie van Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij. Dit keer is het slechts een decor - een kleurrijk en overtuigend opgebouwd decor, maar toch. Op de voorgrond zien we dit keer personages met psychologische diepgang, die de lezer echt bezighouden. Iedereen zal supporteren voor Penny (en terecht, ze is geweldig), maar met het ambigüe personage Alex heeft Vandecasteele zichzelf overtroffen. Ook hun relatie is boeiend: even verwrongen als romantisch, even ontroerend als ziek.
Mededeling voor de highbrowlezer die zijn neus al optrekt bij het lezen van de ondertitel ('Een Neo-Spartaanse hard-boiled liefdestragedie'): het is nog geëngageerde literatuur ook. Als een rode draad, zeg maar een slagader, loopt door het boek het verlangen naar maatschappelijke verandering. Omwenteling, revolte, het zijn hier geen loze begrippen, maar fysieke behoeften van de hoofd- en nevenpersonages. Het verlangen ligt hoogstens verborgen onder een puinlaag, genaamd cynisme.
Natuurlijk leidt al dat verlangen helemaal nergens toe. Daarvoor is de repressiemachinerie van Neo-Sparta te efficiënt, de mens te klein, de titel van de roman te veelzeggend. Het doet er niet toe. Vandecasteele stelt, tussen de regels door, pertinente vragen. Wat kunnen wij veranderen aan de wereld waarin we toevallig geboren zijn? Wat kunnen wij veranderen aan onszelf? Is ontsnapping aan de cel van je tijd en je lichaam een optie? Of bestaan de goden en het noodlot dan toch? Zoals de auteur zegt in het interview hiernaast: misschien bestaan ze, die goden, en misschien niet. Zou het iets uitmaken voor de vrijheid van de mens?
Opnieuw en opnieuw en opnieuw is hét boek voor lezers die de Vlaamse literatuur gewoonlijk terzijde leggen: driehonderd bladzijden hoogstaand entertainment, met personages die je iets doen en thema's die je blijven plagen, lang nadat het boek zijn vuurwerkachtige finale heeft bereikt. Een superbe roman. Totdat Vandecasteeles volgende verschijnt en ik al het bovenstaande weer inslik.
Tom Van Imschoot
i /ul/07 j
In de klassieke volière van de Vlaamse literatuur is theaterman, stand-upcomedian en columnist Joost Vandecasteele ongetwijfeld de grofst gebekte nieuw-komer, het type dat het kot op stelten zet. Met zijn debuut, de apocalyptische verhalenbundel Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij (2009), gooide hij meteen hoge ogen. Perfect functioneerde het allemaal niet, maar de wereld die hij optrok, een logische verheviging van de onze, bracht wel een nieuw gevoel voor subversiviteit én entertainment binnen, onder andere door de manier waarop hij uit undergroundsferen putte. Zijn genadeloze stijl droeg daartoe bij, tegelijk pijnlijk en hilarisch, verslavend en ontnuchterend, zij het soms een beetje slordig en krom - voor schaafwerk heeft Vandecasteele geen tijd.
Nauwelijks een jaar na zijn debuut gaat Opnieuw en opnieuw en opnieuw op dat elan verder. 'Een Neo-Spartaanse hard-boiled liefdestragedie', luidt de ondertitel. Dat klinkt als veel tegelijk, verheven en down-to-earth. Maar de roman vertelt dan ook hoe menselijke ambitie en hoogmoed telkens opnieuw voor de val komen door mateloze obsessie. Het zinnebeeld daarvan is Neo-Sparta, een uitdijend Sin City van hoogbouw en verloedering waar geweld en heilloze seks de norm zijn. De inzet van de geschiedenis, die in 'issues' wordt verteld alsof het om een comics -magazine gaat, is de verschroeiende liefde tussen Penny en Alex.
Penny, gemodelleerd naar de amazonekoningin Penthesilea waaraan Heinrich von Kleist een tragedie wijdde, komt in het eerste Volume aan het woord. Zij is een ex-hoer die, uit wraak voor het straffeloze mishandelen en vermoorden van haar vakgenotes, tot een 'staatsgevaarlijke rebellenleidster' en een stijlicoon is uitgegroeid. Zij en haar 'amazones' hebben een vrijplaats in de stad veroverd, maar hun terroristische strijd loopt totaal uit de hand. Daarom wordt zij door haar aartsvijand en heimelijke minnaar Alex, een politiechef, in de val gelokt op een groezelige hotelkamer, de plaats vanwaaruit zij haar verhaal vertelt. In de poging die daarop volgt om het bolwerk van de amazones te ontman-telen, verdwijnt ze echter spoorloos.
Het tweede Volume van de roman speelt zich zeven jaren later af, en laat Alex aan het woord. Neo-Sparta is verder ontmenselijkt, Alex' strijd met Penny behoort al tot een mythisch verleden, maar toch kan hij haar niet uit zijn hoofd zetten. Haar verdwijning is een obsessie geworden, die de roman zelf in een 'hard-boiled detective' verandert. Alex zet alles in om Penny terug te vinden. Geïnspireerd op de biografie van Mark Johnson, Wasted , daalt hij af in een wereld van verslaving en misdaad. Toch is zijn obsessie ook zijn redding. Als politiechef voert ze hem naar de ondergang, maar als held maakt ze hem juist menselijker. In een ontmenselijkende wereld is dat een catch 22.
En zo heeft Vandecasteele het graag. In het samengaan van fysieke noodzaak en onmogelijkheid ontstaat immers een heftigheid die blootlegt wat echt is. Vandaar dat zijn stijlmiddel bij uitstek de hyperbool is, de overdrijving. Door te overdrijven en zo 'een waar-achtige fantasie op de rand van het geloofwaardige' te creëren, openbaart Vandecasteele de logica die onze realiteit aandrijft én waar die in de toekomst toe leidt. In die zin is 'de perfecte catastrofe' waarin de roman eindigt, ook de perfecte wake-up call .
Nu ja, perfect. De eerste helft van het boek is weergaloos, maar in de tweede helft krijgt zijn pompende stijl iets pompeus en vermoeiends. Overdrijven leidt in geval van overdaad simpelweg tot overkill. En dat hindert de explosiviteit van de roman. Te veel zijsprongen, te veel moeizaam lopende zinnen, te veel herhaling van dezelfde humor ondermijnen zijn impact.
Herlezen helpt, toch weer opnieuw. Van de slapeloze Winne, die als 72e orakel van Neo-Sparta cruciaal is voor de ontknoping, terug naar de vertelster van de koortsachtige proloog. Zo openbaart de toekomst zich als een herhaling zonder einde. Het is Vandecasteeles uitdaging om het gevaar dat daarin schuilt te munten tot een steeds groeiende kracht, opnieuw en opnieuw.
Tot het ontploft.
00/00/0000
In de grootstad Neo-Sparta woedt al jaren een burgeroorlog tussen prostituees die het recht in eigen handen hebben genomen en de politie. Maar wat niemand weet is dat Alex, aanvoerder van het politiekorps, en rebellenleidster Penny voor de oorlog een relatie hadden en elkaar ook tijdens de oorlog blijven zien. Het verhaal begint wanneer de twee in het geheim op een hotelkamer hebben afgesproken om over 'hun' oorlog te praten. Maar even later valt de politie binnen: Alex heeft Penny in de val gelokt. Enkele weken later eindigt de oorlog met een grote explosie waarbij Penny, die ingeschakeld was om te bemiddelen, spoorloos verwijnt. Zeven jaar later kan Alex hun oorlog nog steeds niet loslaten, en wil hij Penny koste wat het kost terugvinden. Met de hulp van Winne, een meisje dat al jaren niet meer kan slapen en daardoor over paranormale gaven beschikt, raakt hij haar uiteindelijk op het spoor. Eén ding staat als een paal boven water: deze confrontatie met Penny moet de allerlaatste zijn, want voor Alex is de oorlog pas afgelopen als één van hen 'op de grond ligt en niet meer rechtkomt'.
De personages Penny en Alex zijn geïnspireerd op de mythe van amazonekoningin Penthesilea en Achilles, meer bepaald op de tragedie die Heinrich von Kleist hierover maakte. Vandecasteele plaatst zijn variant van deze tragische liefde in een metropool die een doorgedreven, geperverteerde versie is van een metropool zoals wij die kennen. In Neo-Sparta is het ieder voor zich. De politie heeft de stad allang niet meer in de hand. Elke dag wordt er wel ergens een mini-oorlog uitgevochten. Torenhoge flatgebouwen roepen hun onafhankelijkheid uit en verklaren de oorlog aan de rest van de stad. Er bestaat zelfs een groepering, De Kinderen van Niemand, die eist 'dat alles stopt, dat we geen moeite meer doen en het gewoon opgeven'.
Maar meer nog dan een stad van extremen, is Neo-Sparta een stad van clichés en stereotiepen. Het lijkt voor de inwoners niet mogelijk om in deze megapolis nog echte, authentieke mensen te zijn. Iedereen valt wel in één of andere categorie van clichés: een truckercliché, een tienercliché, een cliché op de dansvloer. Mensen zijn geen individuen meer, maar gemene delers, zoals de bewoners van een nieuwe villawijk: 'Hier leven zij die zich nooit meer zorgen hoeven te maken, maar het toch doen'. Ook de hoofdpersonages ontsnappen er niet aan. Zij mogen dan al wat steviger in hun schoenen staan, ook hun persoonlijkheden worden vervaagd en vervormd door de allesverterende, depersonaliserende grootstad. Wie is Penny? De mensen kennen waarschijnlijk vooral de goedgeklede actrice die haar speelt in een documentaire over haar leven. Penny beschouwt zichzelf ook niet als een bijzondere persoonlijkheid, voorbestemd om grootse dingen te doen, maar gewoon als een van de miljoenen mensen die van hun geboortedorp naar de grote stad zijn getrokken en door hun naïviteit in de prostitutie zijn beland. Ze voert geen oorlog uit idealisme, maar simpelweg omdat het een alternatief is voor psychotherapie. Alex daarentegen is ervan overtuigd dat sommige mensen, zoals Penny en Winne, voorbestemd zijn om grootse dingen te doen. Hij ziet het als zijn taak om hen te helpen bij het verwezenlijken van dit potentieel. En langzaam zal duidelijk worden hoe ver hij daarvoor bereid is te gaan. Maar de vraag is of dat zin heeft als ze er zelf niet in geloven: '"Penny, ik kom jou redden." "Van wat, sukkel?"'. Dat is de ware tragiek van dit verhaal: als Alex op een andere plek in een andere tijd was geboren, zou hij waarschijnlijk een held zijn. Maar in Neo-Sparta, waar oorlog gevoerd wordt uit verveling en de dapperste politiemannen niet meer zijn dan een pion in de campagnestrategie van de burgemeester, is heldendom een aftands begrip geworden.
Vandecasteeles stijl is er een van superlatieven en hyperbolen. Het kan niet stinkend, smerig, immoreel, psychopathisch en apocalyptisch genoeg zijn. Of de lezer dit driehonderd bladzijden lang blijft appreciëren, is een kwestie van smaak. Maar er hangt wel een prijskaartje aan: Penny en Alex hebben geen eigen stem. De eerste honderd bladzijden van het boek worden verteld door Penny en de volgende tweehonderd door Alex, maar de manier van vertellen blijft dezelfde. Het lijkt vooral Vandecasteele zelf die aan het woord is, niet enkel als fatalist, maar ook als komiek. Zoals wanneer Alex in een café bijna slaags raakt met een man omdat hij per ongeluk het drankje had omgestoten van 'een geschoren eekhoorn in vrouwenkleren die zijn vriendin bleek te zijn'. Vandecasteele beschouwt dit soort taalgebruik als een handelsmerk. Het is dus een doelbewuste strategie, maar wel een die in dit verhaal soms staat als een tang op een varken. Vandecasteele lijkt niet echt wakker te liggen van zulke stilistische kwesties. Toch heeft dit onvermijdelijk gevolgen voor het verhaal als geheel. Zo vraag ik me af of alles wat in dit boek in algemene termen beschreven wordt of gewoon 'te cliché voor woorden is', misschien ook niet als een vorm van slordigheid kan beschouwd worden. Alsof Vandecasteele geen zin heeft in verdere uitdieping. Dit plaatst ook vraagtekens bij de originaliteit van het verhaal. De zoveelste verdorven stad, de zoveelste immoreel geworden mens, het zoveelste maatschappijpessimistische visioen... Waar ligt de grens tussen bewust beoogd special effect en gebrek aan uitdieping?
Op conceptueel vlak voel je in dit verhaal iets bewegen. Op vlak van stijl en uitwerking stagneert het een beetje. Honderd procent kan Opnieuw en opnieuw en opnieuw me niet overtuigen, maar ik kan niet anders dan dit boek het voordeel van de twijfel gunnen. [Johanna Cassiers]
i /ul/13 j
De wereld in 'Opnieuw en opnieuw en opnieuw' doet denken aan de film 'Sin City'. Schrijver Joost Vandecasteele schetst in zijn tweede boek een toekomstvisioen dat zich afspeelt in Neo-Sparta, een door God verlaten en door tuig bevolkt hellhole dat tegelijk hedendaags en futuristisch aandoet. Een stad even grauw als een aswolk, waar de grijze zone tussen goed en kwaad al lang het hele kleurenspectrum heeft opgeslokt. Prostituees zijn de sterke vrouwen en de sterke mannen zijn politieagenten van twijfelachtig allooi.
Het boek is een bewerking van Heinrich von Kleists toneelstuk Penthesilea uit 1807, waarin de Amazonekoningin Penthesilea en de held Achilles tegenover elkaar staan. De naam van het hoofdpersonage Polly, kan dan ook als een hommage aan Penthesilea gezien worden.
De hele sfeer van het boek is bigger than life. Vandecasteele schrikt er niet voor terug om de 'grote thema's' aan te pakken maar de conclusie over de menselijke conditie zijn niet bijster rooskleurig. In de beste Griekse traditie is de hele mensheid gedoemd tot mislukken. Hoop is er niet, geweld des te meer. Dat geweld doet overigens denken aan Amerikaanse Marvel-comics. Het boek is, net zoals de stripverhalen opgebouwd uit issues in plaats van traditionele hoofdstukken.
Die ietwat deprimerende boodschap wordt gelukkig goedgemaakt door de harde, cynische humor waarmee Vandecasteele zijn boek doorspekt heeft. Daarnaast bevat het verhaal ook veel interessante links naar de werkelijkheid. Prominente politici en humanitaire wantoestanden van over de hele wereld krijgen een literaire cameo in het boek. Enig minpuntje is dat de barokke stijl van de schrijver geen heel boek blijft boeien. Sommige passages zijn te zwaar op de hand, maar de heroïsche eindscène waarin de twee hoofdpersonages elkaar finaal in de ogen moeten kijken, maakt veel goed. (jh)
Jos Radstake
Dit tweede boek van Vandecasteele (1979), dat zich afspeelt in de gewelddadige en chaotische stad Neo-Sparta, lijkt nog het meest op een sciencefictionstrip, maar dan in woorden en met niet meer dan een plaatje. Een afbeelding van True Crime Comics. De ondertitel van de roman is ‘Een Neo-Spartaanse hard-boiled liefdestragedie’. Drie delen zijn er, alle drie in een ik-perspectief. Volume one Penny, Volume two Alex, Volume three Winne (waarmee we weer bij de proloog zijn). De hoofdstukken zijn genummerde ‘Issues’. Het verhaal vertelt over de haat-liefdeverhouding van een prostituee, Penny (leidster van de amazone beweging) en haar tegenspeler Alex, een carrière makende politieman. Er is een fatale gebondenheid. Na haar verdwijning onderneemt Alex, zeven jaar na deel 1, een zoektocht naar Penny.Volume three vertelt de dramatische afloop. Er is hier een gewelddadige wereld, vol ongeremde seks, elkaar bevechtende partijen en chaos. Er zijn verwijzingen naar de oudheid; er is literaire inzet, maar ondanks de extreme trekken (of daardoor?) is het een vermoeiend en gewild boek. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.