De knikkers van Qadir : het waargebeurde verhaal van een vader op de vlucht
Qadir Nadery
Leo Bormans (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2010 |
VOLW. : NON FICTIE : 415.3 BORM |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Lannoo, 2010 |
VOLWASSENEN : NON FICTIE : 415.3 BORM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2010 |
VOLW. : NON FICTIE : 415.3 BORM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2010 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 415.3 BORM |
15/02/2012
‘Waar is de wijsheid die we zijn kwijtgeraakt in de kennis. Waar is de kennis die we zijn kwijtgeraakt in de informatie?’ Met dit citaat van T.S. Eliot illustreert Leo Bormans de uitdaging die aan de grondslag van Geluk ligt. In een omgekeerde beweging wil de auteur op basis van wetenschappelijk onderzoek (de informatie) tot inzichten komen (de kennis) om zo enkele sleutels aan te reiken die de lezer tot wijzere mensen kunnen maken. Geen ethische voorschriften die we moéten volgen, moéten geloven, maar een verzameling diverse wetenschappelijke vaststellingen die een basis kunnen vormen om de levensvoldoening te bevorderen.
Bormans werd door zijn omgeving als een toonbeeld van doorleefde positieve houding beschouwd. Toen hij daarom besloot een boek te schrijven over optimisme ontdekte hij dat er wereldwijd honderden wetenschappers bezig zijn met wat positieve psychologie bleek te heten. Positieve psychologie richt zich op de positieve kracht die in mensen schuilt. Daarmee onderscheidt het zich van de klinische psychologie die zich voornamelijk met ziektebeelden bezighoudt. De positieve psychologie wil het verschil maken met de humanistische psychologie, religie en filosofie door wetenschappelijke methodes te gebruiken voor hun onderzoek naar het optimaal menselijk functioneren. Niet geloof of spiritualiteit vormen de basis van de inzichten, maar wetenschappelijk onderzoek. Geen geloof? Toch wel een beetje: het geloof dat in elke mens een positieve kracht schuilt en dat je die kan versterken en ontwikkelen.
In dit boek laat Bormans honderd wetenschappers in de positieve psychologie aan het woord om hun voornaamste bevindingen rond geluk, subjectief welbevinden of levensvoldoening te delen met een breed publiek. En dat telkens in minder dan duizend woorden en in een heel verstaanbare taal. Laat je dus niet ontmoedigen door het idee dat het om wetenschap of psychologie gaat om Geluk als een gepast salontafelboek te beschouwen.
Alle bevindingen zijn gebaseerd op empirisch onderzoek, maar toch blijkt het resultaat inhoudelijk vaak verassende overeenkomsten te vertonen met boeken zoals 365 wijsheden uit de Andes, Wijsheden van Afrikaanse volkeren, of Wijsheden van wereldreligies. De verhalen waarmee de spreuken, slagzinnen, oneliners worden gekaderd zijn dit keer geen sprookjesachtige kortverhaaltjes uit het leven van een Chileense landbouwer, Nepalese herder of Algerijnse nomade, maar korte beschrijvingen van de resultaten van wetenschappelijke onderzoeken naar subjectief welbevinden.
Dat het onderzoek soms niet meer is dan een bevestiging van wat we intuïtief al weten of kennen in een spiritueler vocabularium, is op zich geen probleem voor de positieve psychologie. Want vaak blijken er ook volkswijsheden te bestaan waarvoor geen wetenschappelijke evidentie wordt gevonden. Zo kan de positieve psychologie de waarheden over geluk onderscheiden van de clichés die ons verkeerde keuzes zouden kunnen doen maken. Zo blijkt uit het boek onder meer dat geluk wél maakbaar is en je het actief kan nastreven, waardoor het iets wordt dat gedeeltelijk onder je eigen verantwoordelijkheid valt. Of bv. ook dat vanaf een bepaald basisinkomen geld nog weinig kan veranderen aan je levensvoldoening. Uit een ander artikel blijkt dan weer dat geld vooral gelukkig maakt als je het aan anderen kan geven. Een andere opmerkelijke conclusie die wat ingaat tegen de common sense, lezen we in een Indiaase bijdrage waarin uitgelegd wordt dat geluk niet gelijk staat met de afwezigheid van lijden. Voor de westerse lezer misschien niet zo een vreemde vaststelling, maar voor het ooit boeddhistische India toch een stellige nuancering van een zeer centrale leerstelling van het boeddhisme. Sommige bijdragen leggen een lijstje voor met wat onontbeerlijk is om geluk te kennen. Soms gaat het om wat voorspelbare ‘drie pijlers’, ‘tien geboden’ of ‘zeven kernprincipes’, maar vaker duiken verrassende elementen op in de lijstjes. En altijd weer zijn de lijstjes verschillend van elkaar.
Daarnaast is er in dit boek ook plaats voor op het eerste gezicht tegenstrijdige conclusies die in hun subtiliteit allebei waar zijn. Zo lezen we in een artikeltje van een Amerikaanse sociaalpsycholoog dat je basisgevoel van gelukkig zijn grotendeels genetisch bepaald is, en verderop in een bijdrage van kinderpsychiater Peter Adriaenssens dat geluk doorgegeven of zelfs gegenereerd kan worden door de opvoedingsstijl van de ouders en de betrokkenheid of emotionele band die daarin aanwezig is. Of nog, waar in de ene bijdrage de focus verlegd wordt van geluk als doel naar geluk als toevallig bijproduct van een zinvol leven, wordt in een andere bijdrage het rechtstreeks nastreven van een groei van het ‘bruto nationaal geluk’ wel aangeprezen en wordt economische groei als neveneffect daarvan beschouwd.
Op een volkomen pedagogisch correcte wijze worden de meeste bijdragen afgesloten met een korte opsomming van de conclusies uit het wetenschappelijk onderzoek. Omdat we levensadviezen nu eenmaal makkelijker aannemen als ze uit betrouwbare bron komen of van mensen die we wat groter of meer gevorderd achten dan onszelf, wordt telkens ook een kort profiel geschetst van elke auteur.
De op zich al erg leesbare teksten zijn verlucht met foto’s en hier en daar een kort tekstje dat op een grafisch aantrekkelijke wijze wordt weergegeven. De foto’s, waarvan de korrelgrote, de focus, de speling met scherptediepte of het afdrukformaat een huiselijke, gezellige sfeer oproepen, situeren zich qua stijl ergens tussen kunstfotografie uit de voorlaatste decennia van de vorige eeuw en foto’s uit een handboek ‘leefsleutels’ in. Op zich is het mooi beeldwerk niet helemaal in lijn met het grafisch ontwerp van de omslag en ook niet altijd de meest gepaste visuele ondersteuning van de tekst. De selectie van de foto’s en beelden gebeurde onder andere door de ietwat obligate en misschien wat weinig gewaagde Lieve Blancquaert.
Zelfs wie zich wat ergert aan de trend waarbij al dat zoeken naar gelukkig zijn, genieten, optimaliseren van een zeer bewust geleefd en akelig harmonisch leven haast een plicht wordt, zal het gros van de bijdragen in dit boek toch kunnen smaken. De diversiteit van de wetenschappers uit alle hoeken van de wereld draagt bij tot een zeer rijk geheel. De invalshoeken zijn even talrijk als het aantal medewerkers. Wierook is overbodig om in de sfeer te komen omdat er ook plaats is voor bijdragen uit de genetica, economie of seksuologie, en zelfs de rol van tegenslagen en ongeluk niet ontkend worden. Het gaat wel degelijk over positieve ervaringen, positieve eigenschappen en positieve instituties, maar geluk, hoop, liefde, doorzettingsvermogen, vitaliteit, betrokkenheid, coping, tevredenheid, veerkracht, flow, creativiteit, gezondheid, zelfvertrouwen, waarden, motivatie, optimisme, meditatie, vergeving… zijn niet de enige kernwoorden die we te lezen krijgen. [Roel Reubens]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek laat Leo Bormans honderd wetenschappers in de positieve psychologie aan het woord over geluk. Dat doen ze telkens in minder dan duizend woorden en in een verstaanbare taal. Hoewel alle bevindingen gebaseerd zijn op empirisch onderzoek, zijn ze soms niet meer dan een bevestiging van wat we intuïtief al weten of kunnen lezen in spirituele geluksboeken. Anderzijds bevat dit boek wel waarheden over geluk die zich onderscheiden van clichés die ons verkeerde keuzes zouden kunnen doen maken (zo blijkt uit het boek onder meer dat geluk wél maakbaar is). Verder is er ook plaats voor tegenstrijdige conclusies. Zo stelt een Amerikaanse sociaalpsycholoog dat je basisgevoel van geluk grotendeels genetisch bepaald is, terwijl kinderpsychiater Adriaenssens geluk relateert aan de opvoedingsstijl van de ouders. De meeste bijdragen worden afgesloten met een korte opsomming van de conclusies. Daarnaast wordt telkens ook een kort profiel geschetst van elk van de auteurs. Een populairwetenschappelijk boek met een hoopvolle ondertoon. Verlucht met kleurenfoto's.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.