De ondraaglijke lichtheid van het bestaan
Milan Kundera
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ambo, cop. 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KUND |
31/12/2010
Deze nieuwe verzameling boekbesprekingen, brieven, herinneringen, beschouwingen en ontmoetingen gaat over een wereld waaruit de kunst verdwijnt. Zoals alle essaybundels van Kundera is Een ontmoeting een betrokken en diepgravend boek, waarin de auteur vol passie spreekt over een cultuur die er hoe langer hoe minder toe doet. Als voorbeeld citeert Kundera een 'special' van een Parijs weekblad waarin de genieën van de (vorige) eeuw worden opgesomd. Tussen alle wetenschappers, bankiers en ondernemers, vinden we één kunstenaar (Picasso), maar geen enkele schrijver, dichter, componist, filosoof... Anderzijds zijn er wel twee couturiers. Waarmee de verhouding van het nieuwe Europa tot zijn cultuur schrijnend duidelijk wordt.
Kundera grijpt als tegengewicht onder meer terug naar 'de komische afwezigheid van het komische' in De idioot van Dostojewski, dat contrasteert met het huidige gegniffel om het minste en geringste, en naar het 'sterven zonder poeha' uit D'un château l'autre van Louis-Ferdinand Céline, dat afsteekt tegen het hedendaagse uitstallen van de dood als een eerbetoon, alsof sterven een verdienste is. Verder heeft hij het over Professor of desire van Philip Roth en de 'zedelijke aardverschuiving' die dat boek teweegbracht, zodat er een grens werd bereikt en ons lichaam ? 'ontmaskerd en aan zichzelf overgeleverd' ? enkel nog de nostalgie van de liefde kan beleven.
Op het gevaar af voor een culturele reactionair te worden versleten, wordt uit de zwarte lijst van de opeenvolgende avant-gardes en modernisten (en de academici, die in dat zog alleen maar over literatuur lezen) Anatole France heropgevist. In zijn roman Les dieux ont soif geeft de verachte France met zijn typische intelligente ironie de "banaliteit van het alledaagse" vorm in een scherpzinnig, maar genuanceerd portret van de Jacobijnse schilder Gamelin, die uit idealisme ? en dus zonder scrupules ? zijn tegenstanders naar de guillotine zendt. Kundera stelt dat het geen historische roman is over de Terreur, zoals wel eens gedacht werd, maar een poging inzicht te verwerven in het mysterie van de menselijke geest die tot zulke excessen leiden kan. Een duivels actueel thema dus.
Verder heeft Kundera het over het principe van "het niet-ernstige", waar hij al eerder op wees bij schrijvers als Cervantes, Sterne, Diderot en Rabelais. Die wordt hier overigens nog eens aangesproken als een van de wegbereiders van de hedendaagse roman, een schrijver met een ongeëvenaarde vormrijkdom die ? als hij maar gelezen werd ? een inspiratiebron zou kunnen worden voor het verkennen van nieuwe horizonten. Het niet-ernstige wordt ook onderzocht in het werk van Bohumil Hrabal en Jozef Skvorecky, beiden geliefd voor hun humor, maar gewantrouwd door degenen die hen hun apolitieke houding verweten. Daartegenover staat Curzio Malaparte, wiens politieke engagement gecounterd wordt door buitengewone buitenissigheid en ongegeneerde ongedisciplineerdheid, naast een onweerstaanbare drang om in zijn werk de esthetische intentie hoog te houden. [Jan Baes]
T. van Deel
Milan Kundera is in deze veelal korte en persoonlijke essays over leven en kunst op zijn best. Hij weet zonder omhaal tot de kern van het door hem besprokene door te dringen. ‘Een ontmoeting’ noemt hij dit recente boek (uit 2009, direct en goed vertaald door zijn vaste vertaler Martin de Haan) en hij licht dat vooraf pregnant toe: “… ontmoeting van mijn bespiegelingen en mijn herinneringen; van mijn oude (existentiële en esthetische) thema’s en mijn oude liefdes (Rabelais, Janácek, Fellini, Malaparte…)…” Inderdaad komen Kundera’s leven, zijn kunstopvattingen, zijn literaire en muzikale voorkeuren en die op het vlak van de beeldende kunst uitvoerig naar voren. Er zullen weinig schrijvers zijn die met zoveel gemak omgaan met de grote namen uit de wereldkunst: van Sartre tot Márquez, van Beethoven tot Xenakis. De grote schilder is voor hem Francis Bacon, die hij als een geestverwant ziet van Samuel Beckett: “In de geschiedenis van de moderne kunst zijn Bacon en Beckett niet degenen die de weg banen; ze sluiten hem af.” Dit boek grossiert in dergelijke bijna aforistische formuleringen, vooral de zeer korte stukken over boeken (Dostojevski, Céline, Roth, Bergsson, Bienczyk, Goytisolo, Márquez). Kundera vat met een idee of een observatie in kort bestek een heel boek samen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.