Diep in december : roman noir
Patrick Conrad
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Meulenhoff/Manteau, 2009 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : CONR |
00/00/0000
Het was te verwachten én te vrezen: de herinneringen aan Hugo Claus vanuit de kring van de intimi. Patrick Conrad schrijft in Getande raadsels dat hij Claus voor het eerst ontmoette in 1967 en nadien bijna tien jaar moest wachten om weer eens echt in contact te komen met zijn bewonderde leermeester die later, zoals hij althans suggereert, ook echt een vriend zou worden. Getande raadsels lees je met terughoudendheid en met de vraag voor ogen of het nu allemaal wel hoeft. En is of was het niet de initiële bedoeling van Conrad het licht vooral op zichzelf te laten schijnen?
Een essentiële bijdrage aan de komende Claus-biografie levert dit boek alvast niet. Conrad haalt anekdotes aan, o.m. aan de hand van de beschrijving van foto's die, voor zover ze behoren tot zijn persoonlijk archief, ook (slecht) worden afgedrukt, maar even vaak niet worden opgenomen, zodat de lezer in feite het raden heeft naar de ware context ervan. Verder blijft het in dit herinneringsboek bij algemeenheden zoals: "Waar was Hugo? In zijn wereld, in de chaos van zijn dromen, in het grote labyrint van zijn teksten, in zijn denkbeeldige decors, (...) in de krampachtige eenzaamheid van de kale kamers waarin hij zich met zijn spoken terugtrok om, ver van onze schaamteloze blikken, dag na dag zijn literaire arbeid te verrichten." (p. 23)
Conrad ontleent de titel van zijn boek aan de opdracht die Claus voor hem schreef en tekende in Flagrant, een poëzie-uitgave van De Slegte. Wat Claus ermee bedoeld mag hebben, is ook voor Conrad zelf een raadsel. Enkele keren waagt Conrad zich aan een algemeen blijvende interpretatieve benadering. Zo heeft hij het onder meer over "de schier organische noodzaak" die Claus voelde om naar het Noorden terug te keren. Conrad: "Die onrust was niet nieuw. Uiteindelijk had hij zijn hele leven niets anders gedaan dan uit Vlaanderen vluchten om er terug te keren." (p.144) En dat Conrad er niet aan twijfelt dat Claus postuum erkend zal worden aan een van de belangrijkste Vlaamse schilders van de twintigste eeuw, lijkt me dan weer overtrokken als uitspraak. Getande raadsels is een overbodig boek. [Jooris Van Hulle]
Hans Renders
In 1967 ontmoette de jonge bedeesde Vlaamse dichter Patrick Conrad (1945) in een Brussels cafetaria Hugo Claus (1929-2008). Hij had als jonge dweper ook nog eens twee bundels van de Vlaamse Reus op zak en waagde het om een handtekening te vragen. Dit was het begin van een groeiende vriendschap die tot aan de dood van Claus duurde. Conrad vertelt nauwgezet hoe die vriendschap eruit zag: Claus was getuige bij zijn (vierde) huwelijk, ze schreven samen filmscripts en ze hadden in Frankrijk vlak bij elkaar een buitenhuis. Voor wie in Conrad is geïnteresseerd is dit een boeiend boekje, voor anderen wordt het gedweep met Claus soms wat te veel en te overdreven, zoals wanneer Conrad zijn boekje besluit (hij heeft het over 2009): 'Vandaag ben ik precies een jaar wees'. Ontroerend is wel het intieme relaas over wat er met Claus gebeurde toen hij aan de ziekte van Alzheimer leed.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.