Mogelijkheid van een eiland
Michel Houellebecq
Michel Houellebecq (Auteur), Martin de Haan (Vertaler), Rokus Hofstede (Vertaler), Bernard-Henri Lévy (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2009 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : HOUE |
31/12/2009
Typerend voor dit 'steekspel' tussen Michel Houellebecq en Bernard-Henri Lévy is de discussie die de twee controversieelste Franse schrijvers van het ogenblik houden over een uitspraak van Goethe: "liever onrecht dan wanorde". Ooit werd die door de nationalistische auteur Maurice Barrès gebruikt om een herziening van het proces van de ter dood veroordeelde Dreyfus af te wijzen. Lévy ? die zoals meermaals zal blijken zijn zaakjes kent ? wijst erop dat de volledige uitspraak "liever bega ik onrecht dan dat ik wanorde duld" is, en dat de context waarin dit werd gezegd juist het tegendeel beoogde van de interpretatie die Barrès eraan gaf. Goethe kwam immers op voor een Franse soldaat die hij niet aan de blinde wraakzucht van het volk wilde offeren, hoewel de man wellicht schuldig was aan grote misdaden. Houellebecq had die uitspraak geciteerd in verband met wat volgens hem een nutteloze verzetsdaad tijdens de Tweede Wereldoorlog was, wat door Lévy fel werd gecontesteerd. Als ze het beiden uiteindelijk eens zijn over de juiste interpretatie, is het om toch tot een verschillende conclusie te komen.
Met dat alles is deze briefwisseling geen echte polemiek geworden, maar een intelligente gedachtewisseling die meestal goed geformuleerd en soms zelfs grappig is, hoewel naar het einde toe de gespreksstof tekenen begint te vertonen van bloedarmoede.
Houellebecq zet van in het begin de toon: "Samen symboliseren wij perfect de schrikbarende futloosheid van de Franse cultuur en intelligentie" en we zijn immers "allebei tamelijk verachtelijke individuen", waarmee hij uiteraard bedoelt dat ze blijkbaar door velen veracht worden en daar een boom over kunnen opzetten. Lévy ziet die afrekening in eerste instantie nog niet zitten en gaat in op het verschil in persoonlijkheid en ideologie dat aan de basis ligt van hun totaal tegengestelde houding in het leven en in de samenleving. En zo wordt vooral de eerste helft van hun ongeveer zes maanden durende contact (tussen januari en juli 2008) beheerst door een gesprek tussen de progressief en de conservatief, de optimist en de pessimist, de bevlogen, geëngageerde intellectueel en de illusieloze, apathische mensenhater.
Omdat die verschillen ? zoals uit hun persoonlijke herinneringen blijkt ? een samenhang vertonen met hun respectieve levensgeschiedenis en het milieu waar ze vandaan komen, ontstaat langzamerhand steeds meer begrip voor elkaars standpunt. En wanneer in volle correspondentie het vernietigende boek van Houellebecqs moeder verschijnt, verandert de toon volledig: beide "natuurlijke mikpunten van de meute" vallen elkaar in de armen, en er wordt nog alleen ingegaan op wat ze allemaal van de kritiek en de satirische pers te verduren krijgen en hoe ze daar het best op kunnen reageren. Hoewel Houellebecq in die epistels "de verleiding van de paranoia" onderkent, kan hij er zich toch niet aan onttrekken ("het was de wil om te mishagen die me staande hield"). Lévy houdt zich dan weer groot en blijft beweren dat hij een "gegarandeerd en vuurvast gepantserd ego" heeft ontwikkeld waarop alle achterklap als op olie afglijdt. Dat ze er echter allebei meer onder lijden dan ze willen toegeven, valt duidelijk te merken aan de oplopende irritatie waarvan de brieven naar het einde toe getuigen. Zoals ook duidelijk is dat de narcistische kant van hun persoonlijkheid door deze confrontatie nog werd geaccentueerd. Dat betekent echter niet dat dit geen boeiend steekspel heeft opgeleverd. [Jan Baes]
Menno Gnodde
Een flonkerende brievenestafette van de twee internationaal bekende Franse auteurs. Tussen 26 januari en 11 juli 2008 wisselen misantroop Michel Houellebecq (1956) en humanist Bernard-Henri Lévy (1948) 28 brieven, waarin zij flemend en vlijmend zichzelf, elkaar, hun families en de wereld de maat nemen. Twee antipoden, beiden echter gezegend met "het geluk van een boekenplank", leveren aldus prikkelende bekentenisliteratuur, die hen en hun leefomgeving scherp belicht. Verrassend toch ook hoe dicht zij elkaar soms naderen, tot aan hun uitgesponnen slachtofferrol toe in de "literaire kernoorlog". Bespiegelingen over ik en de ander, over democratie en legitimiteit, over spirituele principes en het vrije subject staan geplaatst in een concrete context, verbinden heden en verleden, en vullen het huidige klimaat kleurrijk in. Natuurlijk, zij beseffen terdege ook voor een (erudiet) lezerspubliek te schrijven, de een stilistisch direct, de ander wat meer omzwachteld, maar geven zich in dit intellectuele steekspel toch ruim voldoende bloot om bereikbaar te zijn. Een intrigerende bundel, nauwkeurig en consciëntieus vertaald!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.