De avonturen van Hergé
Bocquet
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Oog & Blik, 2009 |
MAGAZIJN : STRIPS VOLWASSENEN: ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : CATE |
31/12/2009
If you ever tire of books written by present day lady writers of all sexes, you have a book here written by a woman who was never a lady at any time. For about ten years she was about as close as people get nowadays to being a Queen but that, of course, is very different from being a lady."
"[H]et magnetisme van haar persoonlijkheid, de charme van haar stem, de excentrieke schoonheid van haar gezicht waren onmiskenbaar. [...] Haar gezicht was vanuit alle hoeken prachtig, maar het mooist vond ik het en profil, waarbij het de lineaire zuiverheid had van een opgezette zalm. Haar zachte hese stem strooide onschuldige obsceniteiten rond; haar gebaren waren schaars maar expressief."
Twee Amerikaanse schrijvers over het Parijse model en kunstenares-zangeres Kiki de Montparnasse, onder de indruk van haar présence: Ernest Hemingway in zijn inleiding tot Kiki's memoirs (1930), de Engelse vertaling van haar Souvenirs; John Glassco in zijn Herinneringen aan Montparnasse (1969 ? vert. Atlas, 1995). Je kunt intussen een aardige bibliotheek vullen met biografieën, romans, verhalen en fotoboeken over Kiki, en er nu een ferme biografische zwart/wit graphic novel aan toevoegen. Scenarist Bocquet en tekenares Catel brengen haar leven in beeld met referentie ? ook letterlijk in de vorm van een stevig nawerk ? naar de kunstenaars en kunstbewegingen waarmee ze zich inliet.
Alice Ernestine Prin (Châtillon-sur-Seine 1901-Sanary-sur-Mer, 1953) begon al vroeg aan een carrière als model in Parijs, in de kolonie kunstenaars (kubisten, dadaïsten, surrealisten etc.) die zich in Montparnasse vestigden. Maurice Mendjisky, Moise Kisling en Tsuguharu Foujita waren de eersten voor wie ze langdurig poseerde. Van haar vriend Mendjisky kreeg ze de bijnaam Kiki, die ze met Kisling deelde. Foujita vereeuwdigde haar in zijn beroemde Nu couché à la toile de Joucy (1922). Het is echter met de talrijke foto's van Man Ray ? haar grote geliefde in de jaren '20 ? dat ze een beroemd model werd. Foto's als 'Le violon d'Ingres', 'Noire et blanche', films als 'Le retour à la raison' (1923) en 'L'étoile de mer' (1928) zijn of bevatten beelden die in het collectieve geheugen staan gegrift. Kiki was geen anoniem, passief model. Ze interageerde met de kunstenaars en begon zelf te tekenen en schilderen. Bekend, en grappig uitgebeeld in de strip van Bocquet en Catel, is de anekdote van haar eerste ontmoeting met Foujita. In plaats van te poseren, maakte Kiki zelf een portret van Foujita dat ze meteen daarna verkocht. Aan het eind van de jaren '20 vonden er enkele tentoonstellingen plaats van haar werk. Robert Desnos omschreef haar naïeve schilderijen (zie ill. hiernaast) als volgt: "Tu as, ma chère Kiki, de si beaux yeux que, le monde au travers d'eux, doit être bien joli. Ce que tu vois?" Ook haar eigen lichaam beschouwde Kiki als een kunstwerk en ze werkte hard aan haar maquillage, klederdracht en algemene voorkomen. Hier ligt een ironische waarheid: het lichaam-als-kunstwerk kan niet helemaal verdoezelen dat Kiki's naakte lichaam en promiscuïteit haar voornaamste bestaansreden en introductie tot de dominant mannelijke kunstenaarskringen waren.
Tegenwoordig wordt Kiki vooral herinnerd als een 'society queen' die de publieke aandacht naar zich toe trok en alle feesten opluisterde met haar vrolijke babbel, schunnige liedjes en dansen. Ze is een stijlicoon geworden van de 'gay twenties' en wordt steeds geassocieerd met libertinisme en erotiek (zie maar het gelijknamige lingeriemerk). Aan die reputatie heeft ze zelf meegewerkt, want vanaf het einde van de jaren '20 begon ze, daartoe aangespoord door de societyjournalist Henri Broca, zichzelf te zien als de 'koningin van Montparnasse'. Feesten, alcohol- en drugsmisbruik namen vanaf dan de overhand, haar artistieke connecties verdwenen naar de achtergrond. Ze verdiende de kost met cabaret en zingen, en Montparnasse was in het midden van de jaren '30 meer een toeristische attractie dan kunstenaarsnest geworden. Na de Tweede Wereldoorlog sukkelde Kiki in de marginaliteit en in 1953 stierf ze.
Het zou niet moeilijk geweest zijn om deze stripbiografie vol te stouwen met kunstenaars, kunstwerken en evenementen. De auteurs hebben het anders aangepakt. Ze concentreren zich op het turbulente levensverhaal van Kiki. Diepgaandere aspecten en verwijzingen naar de kunstevoluties verwerken ze indirect. Na de strip volgt een stevig nawerk met een chronologie die de biografische details in context zet, een flink deel biografische notities over de kunstenaars en andere personen en een lange literatuurlijst. Het album zelf is opgesplitst in dertig episodes, die elk als titel een plaatsnaam krijgen ? op die manier wijzen de auteurs op het grote belang van bepaalde plaatsen (cafés en restaurants, appartementen, ateliers) in het leven van Kiki en de Montparnasse-kunstkringen, en moeten ze daar verder geen aandacht meer aan besteden. Twee derde van de strip handelt over de jaren 1920-1934, de 'topjaren' van Kiki en Montparnasse. Binnen die jaren concentreren de auteurs zich op de intense, maar woelige relatie tussen Ray en Kiki.
Al deze narratieve keuzes resulteren in een vlot lezend album waarnaar je na afloop teruggrijpt om bepaalde passages beter te zien en begrijpen: details in de tekeningen, terugkerende motieven, de diepere betekenis van bepaalde anekdotes en dialogen. Een aantal psychologische constanten in Kiki's leven komen duidelijk naar voren: haar terugverlangen naar een ongecompliceerde, onschuldige jeugd en plattelandsidylle; vrijpostigheid en seksuele zelfstandigheid; een sterk bewustzijn over de grens tussen promiscuïteit en prostitutie; een vrolijke, onbekommerde instelling ondanks alle problemen en tegenkanting. Vele passages, anekdotes en letterlijke zinnen haalden de auteurs uit Kiki's autobiografie. De dubbelzinnige relatie tussen model en kunstenaar wordt aangehaald, maar niet geproblematiseerd. De auteurs verdoezelen niet dat Kiki een zware prijs heeft moeten betalen voor haar levensstijl, maar laten de positieve en vrolijke aspecten ervan doorwegen. Bij hen sterft Kiki al drinkend èn zingend. In de daaraan voorafgaande episode hadden de auteurs geïllustreerd hoe zelfstandig en vrijgevig Kiki nog was in haar armoede.
De Montparnasse-kunstenaars, hun werk en overtuigingen worden aangebracht in de loop van Kiki's levensverhaal. De auteurs gebruiken sommige kunstwerken als bron voor de reconstructie van het verleden. Van andere kunstwerken, zoals de eerste foto's door Man Ray (zie ill.) wordt getoond hoe ze tot stand kwamen. Met een minimale, sierlijke lijn bereikt Catel een markante gelijkenis. Het hele album door staat haar zwart-witte lijn in dienst van het verhaal. Kleine accenten ? scherpere lijnen, oogschaduwen, meer zwarte vlakken ? duiden negatieve evoluties en stemmingen aan. Knap zijn de drie pagina's waarin getoond wordt hoe Ray zijn rayogrammen maakte, terwijl Kiki en Ray praten over de ruzie tussen Tzara en Breton (zie ill.). Het is een van de weinige keren dat er over kunstbewegingen wordt gepraat in deze strip. Dat hadden Catel en Bocquet eigenlijk, op dezelfde wijze ingewerkt in het levensverhaal van Kiki, meer kunnen doen. Nu komt de dynamiek en heftigheid van de kunstkolonie in Montparnasse niet helemaal over. Op de achtergrond zie je soms wel nog onbenoemde verwijzingen naar andere kunstenaars, gebeurtenissen en beroemde locaties.
Aangezien er zoveel (auto)biografisch en beeldmateriaal bestaat over Kiki, dringt zich de vraag op waar de meerwaarde ligt van een stripbiografie. Naast de esthetische waarde van de strip op zich, ligt de meerwaarde in een geslaagde combinatie van compactheid, interpretatie en lezerswijsheid. In een paar uren kun je een goed geïnformeerde biografie lezen van een fascinerend personage waarvan de auteurs hun eigen interpretatie stevig onderbouwen. Met de rijke, verscheiden verzameling aan woorden en beelden ? zelf gemaakt of ontleend aan bronnen ? laten de auteurs ook een opmerkelijke vrijheid aan de lezer om zijn eigen visie op Kiki op te bouwen. [Chris Bulcaen]
Gerard Zeegers
Deze dikke stripbiografie in zwart-wit over Alice Prin, bijgenaamd Kiki van Montparnasse, won in 2008 de publieksprijs won op het belangrijke stripfestival in Angoulême. Dit boek vertelt het verhaal van Kiki die opgroeit in een klein dorpje en als tiener naar Parijs vertrekt; ze wordt een populair model van de vele schilders die in die tijd (het Interbellum) in Montparnasse wonen. Al snel maakt ze kennis met Man Ray, de Amerikaanse fotograaf die haar in 1924 vereeuwigt met zijn beroemde Le Violon d'Ingres. Met hem woont ze enkele jaren samen en er is sprake van een echte relatie. Ray heeft het echter te druk met zijn werk, wil geen kind en verliest Kiki uiteindelijk aan het nachtleven. Ze is ondertussen een beroemdheid geworden in de kunst- en uitgaanswereld. Zelf heeft ze ook schilderijen gemaakt die goed worden ontvangen; ze schrijft een biografie waarvoor Ernest Hemingway het voorwoord verzorgt. Kiki strijdt haar hele leven voor vrijheid. Overal waar ze komt, wordt ze als alleenstaande vrouw nagekeken. Het feit dat ze model is, doet haar reputatie ook geen goed. Het levert stof voldoende op voor een fascinerende biografie over een sleutelpersoon in een van de roerigste momenten van de kunstgeschiedenis. Een aanrader voor zowel kunst- als stripliefhebbers.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.