De laatste weken van het jaar : 20 nieuwe kerstliederen op oude Engelse melodieën
Mieke De Jong
Mieke Boon (Auteur), Peter Henk Steenhuis (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, cop. 2009 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 700.6 BOON |
31/12/2009
Dit boek richt zich tot al diegenen die zich onwennig voelen bij het kijken naar kunst. In tegenstelling tot de romantische opvatting dat je een kunstwerk het best onbevangen en gevoelsmatig tegemoet treedt, vertrekken Mieke Boon en Peter Henk Steenhuis vanuit de idee dat je naar kunst moet leren kijken door de eigen blik kritisch door te lichten. Bovendien, zo luidt een ander uitgangspunt van de auteurs, kunnen filosofische perspectieven daarbij heel behulpzaam zijn. Of het nu gaat om de waarnemingsleer van Kant, de ideeënhistorische benadering van Alasdair MacIntyre of de theorie van de Ander van Levinas, het kan allemaal helpen om kunstwerken in een nieuw licht te zien. Misschien worden hier en daar nu wenkbrauwen gefronst: resulteren die filosofische invalshoeken niet noodzakelijkerwijs in Hineininterpretierungen, doordat schilderijen en foto's ? waartoe dit boek zich op één uitzondering na beperkt ? in het keurslijf van een welbepaalde idee gewrongen worden? Het antwoord is gelukkig negatief. De auteurs zijn er nl. niet zozeer op uit om in kunstwerken filosofische waarheden bevestigd te zien, het gaat hen er veeleer om 'kijkmogelijkheden' te ontwikkelen.
Voor deze werkwijze hebben Boon en Steenhuis een gepaste vorm gezocht. Elk kunstwerk gaat vergezeld van een 'gesprek', dat meestal volgens hetzelfde procedé is uitgewerkt: eerst kijken beiden aandachtig naar het werk, dat bepaalde vragen en interpretatiemoeilijkheden oproept, daarna wordt er een filosoof of een cultuurhistorisch idee bij gehaald, en vervolgens wordt teruggekoppeld naar het kunstwerk om het met behulp van de desbetreffende filosofische of cultuurhistorische reflecties te herbekijken. Die aanpak loont, omdat ze het kijkproces zelf incorporeert, de illusie van een spontane of intuïtieve toegang tot kunst logenstraft en het geloof opheft in een soeverein weten van het individu. Je moet zelf leren kijken, maar dat leren doe je niet op eigen kracht. Kenmerkend is bv. hoe Mieke Boon toegeeft dat ze zonder de hulp van een kunsthistorica van haar universiteit nooit had kunnen zien waar het Mondriaan in zijn schilderijen om te doen is geweest. In dit boek is die helpende rol voor Boon zelf weggelegd. Haar gesprekspartner stelt vooral vragen en komt zelf nooit met een doordachte visie uit de hoek. En als hij al eens iets tegenwerpt, dan is dat geheid om Boon met een scherp antwoord te laten 'scoren'. Het boek had er m.i. bij gewonnen als er wat meer evenwicht tussen de gespreksgenoten was geweest en er af en toe een 'botsing van ideeën' zou hebben plaatsgehad.
Een ander minpuntje is dat er soms wat te veel wordt gepsychologiseerd. Bij de portretten ligt dat misschien voor de hand, maar in het geval van een roeiertje in een landschap is de vraag hoe die zich voelt, al minder relevant. Gelukkig wordt dat veelvuldige gepsychologiseer in het boek zelf 'gecorrigeerd', doordat de psychologische invalshoek in het geval van Lucian Freud en Picasso ontoereikend en zelfs misleidend wordt geacht. Elk kunstwerk, zo maakt dit boek mooi duidelijk, moet bejegend worden met een daartoe geëigend denkapparaat en bekeken worden met een adequate blik. Dat is voor de kenner misschien evident, maar de geïnteresseerde leek zal zijn denken over en kijken naar kunst met deze oriëntaties zeker hebben aangescherpt. [Koen Van Baelen]
Astrid Dekkers
Gemiddeld kijkt een bezoeker van een museum 9 seconden naar een kunstwerk en dat is niet erg lang. Een filosoof en filosofieredacteur doen een poging daar verandering in te brengen. In 27 gesprekken gaan ze in op verschillende kunstwerken: het beeld, ontstaansgeschiedenis, mensbeeld etc. Zo willen ze laten zien dat beter kijken te leren is. Samen naar iets kijken en er een gesprek over voeren is altijd een goede methode om een beeld te beschouwen. Aan bod komen werken van o.a. Rembrandt, Vermeer, Mondriaan, Olafur Eliasson en Lucian Freud, maar ook enkele World Press Photo's. Bij elk gesprek is het kunstwerk in kleur afgedrukt en is korte achtergrondinformatie aangegeven. Dat beiden auteurs goed met elkaar kunnen praten is duidelijk, de gesprekken bevatten veel interessante opmerkingen. Toch blijft het geheel wat gesloten voor de lezer en springen de gesprekken soms erg van de hak op de tak. Pittige kost dus, geschikt voor lezers die al een goede kennis hebben van geschiedenis en filosofie. Het boek biedt geen systematische kijkmethode, maar is bedoeld als inspiratiebron. Eerder gepubliceerd in Trouw in 2004-2009.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.