Jouw huid : roman
Jeroen Theunissen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff/Manteau, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : THEU |
Bart Van der Straeten
2/ei/27 m
Jeroen Theunissen toont het échte engagement van de dichter
Een vorm van vermoeidheid heette Jeroen Theunissens derde prozaboek, dat vorig jaar verscheen. Een man trok erin weg van zijn vertrouwde omgeving en zocht wereldwijd naar harmonie, althans tot zijn geld op was. In zijn nieuwe, tweede dichtbundel Het zit zo brengt de jonge Gentenaar dezelfde glimmende, troosteloze wereld in beeld: 'je kunt dromen waarmaken als je dat wilt/ [...] als je het geld maar hebt'.
De laatste afdeling van de bundel is 18 pagina's lang en vertelt het epische verhaal van een "ik, eenendertig, blakend van kracht en gezondheid", die "de ruimte" in trekt. Dat die 'ik' de auteur zelf is, wordt duidelijk als hij zijn adres en telefoonnummer in het gedicht vermeldt. In die onbestemde 'ruimte', die nu eens een metafoor lijkt voor het paradijs, dan weer voor de maatschappij, voor de buzz van de media, of voor het ware leven, gaat hij op zoek naar waarheid, naar een bestemming. Hij zou er "gelukkig zijn misschien". Op zijn tocht wordt hij begeleid door celebrities als Richard Branson, Desmond Tutu en Angelina Jolie, die hem goede raad influisteren. In het verste deel van de ruimte, "voorbij de toekomst", vindt hij uiteindelijk een gele bloem: "mijn gele bloem werd mijn dogma".
Daarmee is de centrale tegenstelling getekend die als een rode draad door de bundel loopt: die tussen de ongrijpbare, virtuele wereld van geld, IT en media enerzijds en de hele concrete wereld van bloemen, bomen, gebouwen en objecten anderzijds. Net als in zijn debuutbundel Thuisverlangen uit 2005 probeert Theunissen met zijn gedichten vat te krijgen op de drijfveren van de wereld die ons omringt. De sterke "ode" die hij brengt aan het "land waar ik woonde en woon" begint en eindigt met de kennelijk meest kenmerkende eigenschap van dat land:
Land van geld
land zonder bergen
land met huizen.
Land met burgers
consumentenland mijn land
geen bed in de wind
land van mijn ouders
[...]
Land zonder handen zonder verhaal
land zonder taal zonder vogels
mijn land mijn enige land
land waar ik woonde en woon
land van geld.
Het is een gedicht dat zo uit Thuisverlangen had kunnen komen, met dat typische wilde Theunissenvers "geen bed in de wind", een regel die een opening is naar een ander universum: dat van de poëzie, dat van de 'taal' en de 'vogels' misschien. Het is een van Theunissens stijlkenmerken om in een vlot lopende strofe plots een ongrammaticaal vers in te voegen, of een vers dat de loop van het verhaal onderbreekt. Op die manier ondergraaft hij het 'normale' taalgebruik van massamedia en marketing.
Maar er is ook iets veranderd tegenover zijn vorige bundel. Terwijl Thuisverlangen soms nog een krampachtige zoektocht leek naar werkelijk engagement, naar een manier om zinvolle actie te ondernemen tegen de wereld "van laissez-faire en neoliberalisme" waarin de dichter leeft, lijkt hij zich er in Het zit zo bewust van te zijn dat die actie misschien alleen maar in zijn poëzie hoeft te liggen. Geëngageerd zijn wint het van willen geëngageerd zijn. Meer dan Thuisverlangen bevat Het zit zo dan ook simpelweg mooie gedichten, vaak van een stemmige eenvoud en concreetheid. 'Een lief' is zo'n pareltje:
Mijn lief waste bloemen
met hout en met stenen,
zij danste een grotere trap
naar beneden.
Bakte in ovens
haar kleren van deeg,
kroop in mijn vingers
als in hoopjes verleden.
Ach, was ze zo stil
als de prenten van muren
met de mortel in huis.
Maar ze smeekt om zeep
en om afwas en buren
en een film op de buis.
Is het überhaupt nog mogelijk geëngageerd te schrijven in een wereld "die zo hard zijn amusement en zijn engagement van de daken schreeuwt" dat er alleen nog "geruis" te horen is? Ja, erkent Jeroen Theunissen in zijn nieuwe bundel. Je moet er tegen dichten. Poëzie kan de mechanismen blootleggen die achter het geschreeuw schuilgaan. Poëzie kan de schoonheid van het concrete laten zien in de chaos van het geruis. Poëzie neemt de taal terug uit de klauwen van managers en marketeers, die haar geïnstrumentaliseerd hebben. Het échte engagement van de dichter ligt daar. In Het zit zo is Jeroen Theunissen zich daar meer dan ooit bewust van geworden en dat is, om het in onpoëtische termen te zeggen, pure winst.
31/12/2009
Een dichter die ons wil vertellen hoe "het zit", moeten we daar niet het grootste wantrouwen tegen koesteren? Of is de titel van Jeroen Theunissens tweede dichtbundel helemaal geen uiting van visionaire pretenties, maar veeleer van ironie of zelfs gelatenheid tegenover een bepaalde stand van zaken? De gedichten uit de bundel lijken erop te wijzen dat geen van die twee betekenissen helemaal opgaat: in Het zit zo klinkt Theunissen in de eerste plaats als een dichter die voluit voor de concrete werkelijkheid wil gaan ("ik ben geen alwetende zwijger", zo klinkt het in een van de 'Vijf liefdesgedichten'). En toch doemen de metafysica en de romantiek wel degelijk op.
Al in het eerste gedicht van de bundel ('De dagen lengen!', uit de sectie 'Gedetailleerd') wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds een spreker die vaststelt dat de dagen lengen, en anderzijds enkele vertegenwoordigers van De Maatschappij: "De dagen lengen! / De dagen lengen gedetailleerd / terwijl anderen wetenschapper, manager, / leraar of politicus zijn." Die maatschappij, zo blijkt algauw, is die van de consument met de "spaarkaart", die lijdt aan een specifiek soort gezichtsvernauwing. De slotregels van 'Een moeder' geven aan wat die blindheid zou kunnen inhouden: "Moeders therapeut, haar doel / en richting (ze kijkt omhoog) / haar alles, haar vakantie, haar diploma's." Tegenover een wereld waarin de dingen worden bekeken vanuit een economische logica, lijkt Theunissen een wereld te willen stellen waarin de dingen 'gewoon' worden gezien en benoemd. In 'Een bril' lezen we: "Ik volg les, bril. Bril: je bent gefabriceerd / in onze stilteloze dagenstraten / opdat er waarheid zou zijn soms, / waarheid ligt klaar, zo concreet!". In zeven heterogene secties tracht Theunissen zich daarom te bevrijden uit de alledaagse betekenisdwang.
Het spreekt voor zichzelf dat dit dichterlijke engagement om de concrete 'waarheid' te vatten problematisch is. De bril uit de hierboven geciteerde regels is immers ook een kader om naar de werkelijkheid te kijken en de waarheid die daar zo concreet klaarligt, is dan ook altijd een waarheid van de waarnemer. Bovendien is ook de bril "gefabriceerd", een product van dezelfde werkelijkheid waartegen de dichter zich afzet. Hoewel Theunissen zich dus niet buiten die wereld kan begeven, tracht hij dat toch te doen, bv. door de dingen bij hun naam te roepen (er staan veel uitroeptekens in deze bundel) of er nieuwe samenstellingen voor te bedenken (zie de hierboven geciteerde "dagenstraten"). Heel wat gedichten uit Het zit zo lezen als schetsen van die dingen die zich 'toevallig' voor ons oog voltrekken, als pogingen om tot een onthechte beschrijving te komen. Toch schemert steeds een besef door dat dit engagement relatief is, bv. in het twee regels korte gedicht 'Gekapte bomen' (uit de sectie 'Wat ik zag vandaag'): "Ach, nu zie ik ineens / twee gekapte bomen." Wat eerst een verwonderde waarneming lijkt, krijgt immers al snel een wrange ondertoon. Want waarvoor werden die bomen gekapt? Om te worden verwerkt tot het papier waarop poëzie wordt gedrukt?
De gekapte bomen zijn een goed voorbeeld van Theunissens talent om de paradoxen uit te buiten die eigen zijn aan elke poëzie die een plek in de wereld claimt. Hetzelfde geldt voor het lange slotgedicht, 'In de ruimte', waarin de verschillende betekenissen van het woord 'ruimte' worden uitgebuit (de ruimte als een kinderlijke droom met astronauten, maar ook de ruimte als uitgestrektheid, als de wereld zelf). Soms balanceert de dichter behendig tussen schijnbaar objectieve beschrijvingen en vreemde toevoegingen of vergelijkingen (zo gaat Gare d'Austerlitz vergezeld van het overbodige "plaats die treinen bevat"), waardoor het gewone inderdaad plots vreemd wordt. Even vaak echter verbleekt dat effect van verhevigde helderheid, dat Theunissen enkel weet te bereiken door een uitgekiend spel met ritme, klank en betekenis. En af en toe verliest de dichter zich zelfs in een vorm van zelfexpressie die te transparant is om waar of interessant te zijn. Zie bv. deze openingsregels uit een titelloos gedicht: "En wij? Wij voerden oorlog met onszelf, / het was een tijd van romantiek, een tijd van helden, sterven kon, we waren zestien / of achttien, schuld van het kapitalisme." Het zit zo heeft een problematische opzet die gedoemd is tot falen, maar dat maakt de bundel net potentieel interessant. Het is dan ook jammer dat Theunissens onmogelijke spreidstand ? tussen taal en essentie, tussen gedicht en wereld... ? niet altijd een dwingende vorm krijgt. [Koen Sels]
Albert Hagenaars
Feitelijk berust de poëzie van Jeroen Theunissen (Gent, º1977) in deze bundel, z’n vijfde publicatie alweer, op een misverstand. De dichter stelt namelijk dat er maar een werkelijkheid is die begrepen moet worden. In zijn niet aflatende streven die gestalte te geven, en Theunissen gebruikt hiertoe gelukkig al een eenvoudiger spreektrant en nuchterder perspectief dan in zijn debuut, moet hij echter uitgaan van de dagelijkse realiteit, die niet helemaal valt af te schudden. Zo komt hij in een poëtische spagaat terecht en in die fascinerende maar ongemakkelijke houding (een van de interpretaties van de titel), in die spanning, doen z’n gedichten zich regelmatig volledig gelden. Theunissens pogingen in en met taal een eenduidig belevingsveld te scheppen moeten onvermijdelijk falen. Zelf heeft hij het over ‘een geslaagde mislukking’ en dat is een perfecte omschrijving. De bedoeling van de dichter legt het af tegen het in alle hevigheid gistende gedicht: het proces is van veel meer belang dan het product. De lezer krijgt daarvan het creatieve dividend uitgekeerd, maar nog niet bij élk gedicht.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.