Utopia
Thomas More
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lemniscaat, cop. 2008 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : FILOSOFIE : 157.2 ACHT |
31/12/2009
En Kaïn sloeg Abel dood
Hans Achterhuis oogstte in het verleden al lof met o.m. Het rijk van de schaarste en De erfenis van de utopie. Met de lijvige studie Met alle geweld, over de vele bronnen en verschijningsvormen van geweld, die deels op deze werken voortbouwt, onderneemt hij ook een filosofisch zelfonderzoek naar zijn engagement in actie- en vredesgroepen in de jaren '70, toen geweld volgens hem al te lichtvaardig werd omarmd als middel in de strijd tegen uitbuiting en onderdrukking.
Achterhuis belicht het geweld vanuit zes invalshoeken: het doel-middeldenken, de mimetische begeerte, de spanning tussen moraal en politiek, het wij/zij-denken, de strijd om erkenning, en de 'dierlijke' natuur van de mens. Geweld is een proteïsch fenomeen, en Achterhuis worstelt dan ook om te komen tot een definitie van geweld als "het min of meer intentioneel toebrengen of dreigen toe te brengen van schade aan mensen of voorwerpen". Hij wijst erop dat het (alvast bij hem) eerder om een set 'familiegelijkenissen' in wittgensteiniaanse zin gaat, dan om een wezensdefinitie. Geweld bezit geen eenduidige status, en is een door en door historisch concept. Achterhuis spitst zijn aandacht toe op fysiek geweld met politieke relevantie in het publieke domein, en op de utopische structuur van het legitimerende denken over geweld. Het gaat hem niet om de vragen van de psychiater of de psychotherapeut, dus niet zozeer over booswichten en hun psychologische drijfveren, maar vooral over zichtbare gewelduitbarstingen als straatgeweld, terroristisch geweld of oorlogsgeweld. Daarvoor gaat hij in gesprek met uiteenlopende denkers als Augustinus, Hobbes, Arendt, Schmitt, Benjamin, Machiavelli, Foucault, Sartre en Huntington. Voor het wijsgerig vertoog is de romankunst van eminent belang. Daarom put Achterhuis eveneens inspiratie uit literaire visies op geweld. Tolstoj bv., haalt in zijn magnum opus Oorlog en vrede het doel-middeldenken van de Duitse militaire theoreticus Carl Von Clausewitz onderuit. Maar vooral in het oeuvre van de Zuid-Afrikaanse auteur Coetzee vindt Achterhuis diepe inzichten over het hedendaagse geweld in al zijn vormen en de pogingen het te boven te komen.
Het geweld schuilt in onverwachte hoeken, zoals in het veelgeprezen humanistische geschrift Utopia van Thomas More. In deze ideale eilandsamenleving blijkt geweld een simpel middel om een doel te bereiken. Achterhuis ziet er een verborgen legitimatie in van het beginnende westerse kolonialisme, dat door Locke verder werd uitgewerkt en gerechtvaardigd. Kenmerkend daarbij was het afwijzen van de irrationele aspecten van geweld en het herleiden ervan tot instrumenteel gebruik in een rationeel politiek beleid, dat nochtans steunde op religieuze premissen: het was de goddelijke opdracht om ongebruikt land te ontginnen en vruchtbaar te maken.
Het deel over het wij/zij-denken adstrueert Achterhuis met de ineenstorting van "de illusie van multiculturele eenheid en broederschap". Francis Fukuyama's stelling van het 'einde van de geschiedenis', na de ineenstorting van het communisme, bezweek onder de krachtige verleiding van de wij/zij-tegenstellingen. De botsing van culturen, zoals uitgewerkt door de Amerikaanse politicologen Samuel Huntington en Benjamin Barber, stimuleerde na de aanslagen op de Twin Towers in 2001 het vijanddenken.
Achterhuis ziet in de moderniteit de voorwaarden voor complete volkerenmoorden, o.m. door de wapentechniek. De Shoah is voor hem niet uniek, maar wel het vergelijkingspunt bij uitstek voor de Rwandese genocide en andere volkerenmoorden. De wij/zij-tegenstelling is de noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde om een genocidale context te creëren. In Rwanda werden door het koloniale bureaucratische systeem 19e-eeuwse rassentheorieën toegepast om Hutu's en Tutsi's vast te leggen in twee klassen. De Europese kolonisatoren lagen hiermee aan de basis van de invoering van een wij/zij-tegenstelling in de Rwandese samenleving die na de dekolonisatie leidde tot de gekende trieste gevolgen.
Een tweede voorwaarde is de systematische dehumanisering van 'zij'. De Joden werden door nazistische propaganda met 'ratten' vergeleken die verdelgd moesten worden. De Rwandese radiozender Mille Collines omschreef de Tutsi's als 'kakkerlakken', waarvoor een 'definitieve oplossing' moest worden gevonden. Een derde voorwaarde is de zuiverheid van de eigen groep. Het zuiveren houdt echter zichzelf in stand: steeds weer duiken 'onzuiveren' op die moeten 'weggezuiverd' worden. Vierde voorwaarde is conformisme aan de schijnbaar nieuwe normen, waarbij straffeloos gemoord kan en moet worden. Een vijfde belangrijke voorwaarde is volgens Achterhuis "de mimetische kracht van geweld": eenmaal de psychologische drempel voor geweldgebruik is overschreden, werkt geweldgebruik mimetisch en aanstekelijk, en wordt het zelfs als onontkoombaar beschouwd. Verwijzend naar Hannah Arendt, stelt Achterhuis dat historisch determinisme nochtans moet afgewezen worden. Steeds zijn er enkelingen die ingaan tegen de genocidale logica door een houding van elementair moreel fatsoen, waarmee ze mensen redden. Arendt wil hiermee suggereren dat het anders had kunnen lopen, dat politieke en maatschappelijke structuren ons niet onherroepelijk bepalen. De menselijke vrijheid kan zich nestelen in verborgen hoekjes.
Achterhuis wijdt vervolgens een boeiend hoofdstuk aan de "gevaarlijke geest" van Carl Schmitt. Er bestaat volgens hem een verontrustende relatie tussen Schmitt en de opvattingen over politiek en geweld bij linkse denkers als Benjamin, Negri, Agamben, Derrida en ?i?ek. De nabijheid van nazistisch gedachtegoed bleek daarvoor geen probleem: van uiterst rechts tot uiterst links heeft Schmitt het politieke denken beïnvloed. De tegenstelling tussen vriend en vijand vormt voor Schmitt dé centrale categorie in het politieke domein. De vijand is voor hem echter geen uit te roeien 'kakkerlak' of 'rat'. Schmitt bekritiseert daarom moderne oorlogen die morele categorieën hanteren in plaats van politieke onderscheidingen. Het absolute, demonische vijandbegrip in moderne oorlogen, voortvloeiend uit utopisme à la Thomas More, wijst hij af.
Deze spanning tussen moraal en politiek manifesteert zich uitdrukkelijk in de westerse traditie van de rechtvaardige oorlog die opnieuw van onder het stof werd gehaald door de Amerikaanse politieke filosoof Michael Walzer. Achterhuis is kritisch voor deze traditie, omdat de normen ervan nooit eenduidig te interpreteren zijn en motieven in oorlogsomstandigheden allesbehalve transparant zijn. De 'rechtvaardige oorlog' heeft volgens hem trouwens plaatsgemaakt voor de 'humanitaire interventie', een nieuw type oorlog dat door de moraliserende tijdgeest waarin we leven, de enige vorm van rechtvaardige oorlog schijnt te zijn. Voor Achterhuis zijn die humanitaire interventies grotendeels ficties. Hij pleit ervoor die moreel beladen term spaarzaam te gebruiken, gelet op de chaos die er vaak tot stand mee wordt gebracht. Met behulp van Noam Chomsky toont hij aan dat de Amerikanen met hun interventies eigenlijk overal ter wereld staatsterreur bedrijven en daardoor hun morele autoriteit hebben verkwanseld.
Tegen Hannah Arendt in, stelt Achterhuis vast dat ook de ontstaansgeschiedenis van de Verenigde Staten doortrokken is van geweld, dat vervolgens bleef voortwoekeren. De moord van Kaïn op Abel en die van Romulus op Remus zijn twee bekendere voorbeelden uit de vele die René Girard beschrijft om het oergeweld aan te tonen waarmee de culturele ontwikkeling van de mens in gang werd gezet. De religie was volgens Girard een gewelddadige constructie om dit oergeweld te kanaliseren, door middel van het offeren van zondebokken.
Zondebokken blijken er ook in de dierenwereld te zijn. Het absolute onderscheid tussen mens en dier is in het licht van de evolutietheorie niet meer houdbaar. Vooral uit de studies van de primatoloog Frans de Waal, over het gedrag van primaten, blijkt de continuïteit tussen dierlijk en menselijk geweld, maar ook van moreel gedrag. Achterhuis vindt alle mechanismen en bronnen van geweld terug in het werk van De Waal en Konrad Lorenz, wat de vraag doet rijzen of zijn zes oorsprongen van geweld uiteindelijk niet tot de 'dierlijke' natuur van de mens kunnen worden herleid, want zelfs de 'mens met vuurwapen' blijkt een evolutionair product. Monocausale theorieën over geweld verwerpt hij evenwel.
Achterhuis heeft met dit helder geschreven werk vele inzichten, en veel literatuur over het thema, verwerkt tot een genuanceerd geheel. Veel lezers zullen zijn besluit maar magertjes vinden, want meer dan inkaderen, inkapselen en minimaliseren van geweld lijkt er niet in te zitten. Geweld behoort immers tot de menselijke conditie. Achterhuis beschouwt zijn zes geweldmechanismen als "antropologische constanten". Wordt de mens daarmee niet 'losgemaakt' uit de evolutie? Als geweld een evolutionair en historisch begrip is, kan het dan niet langzaamaan 'uitdoven'? Ligt het streven naar morele idealen niet evenzeer in de mens verankerd? Zo ja, dan is er zeker nog plaats voor het ideaal van geweldloosheid, zonder in utopistische dwangmatigheid te vervallen. [Hedwig Billiet]
Dr. D.G. van der Steen
Terugkijkend op zijn levenswerk constateert de filosoof Hans Achterhuis dat hij zich eigenlijk zijn hele leven heeft beziggehouden met de wijsgerige studie van het verschijnsel geweld. Met uiteindelijk dit boek als resultaat. Het is een indrukwekkende poging om de vele verschijningsvormen van het geweld te onderscheiden, te typeren, en vervolgens met elkaar in verband te brengen. Achterhuis onderscheidt zes bronnen: het denken in termen van middel en doel, het denken in termen van wij en zij, het verlangen naar het bezit van de ander, het verlangen naar de erkenning door de ander, de spanning tussen moraal en politiek, en de aard van het beest in de mens. Elk van deze thema's wordt breed uitgemeten, met een overvloed aan historische feiten, literaire verbeelding, wijsgerige analyses en hoogst persoonlijke reflectie. Met literatuuropgave en register. Zeer leesbaar, hoogst informatief en bij tijden verontrustend. Gebonden uitgave met leeslint.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.