Dat met Leo
Stefan Boonen
Stefan Boonen (Auteur), Willo Gonnissen (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Clavis, 2008 |
Jeugdinfo (geel): Vrije tijd - Kunst
Kunst |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Clavis, 2008 |
Jeugdinfo (geel): Vrije tijd - Kunst
Kunst |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Clavis, 2008 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Kunst |
31/12/2009
Kunst met en kunst voor het kind
Kunst, kunstenaars en kinderen: Hoe breng je deze drie samen? En hoe breng je ze blijvend in aanraking met elkaar? Het is een vraag die de gemoederen in kinder(boeken)land nogal bezighoudt, getuige de grote productie van zeer uiteenlopende kunstboeken voor kinderen en jongeren de afgelopen paar jaar.
Kies je voor fictie, zoals Björn Sortland dat doet in zijn jeugdroman Een minuut eerlijkheid (De Leeswelp 2008, p. 114) waarin hij middels een jongen-ontmoet-meisjeverhaal aan de hand van 33 in het boek afgedrukte kruisigingsschilderijen chronologisch verhaalt over de West-Europese kunstgeschiedenis van de middeleeuwen tot heden? Of kies je voor een 'papieren museum' (De engel met de twee neuzen, De Leeswelp 2008, p. 101) waarin 'museumdirecteur' Ted van Lieshout op zoek gaat naar de inspiratiebronnen van hedendaagse illustratoren en je zo verrassende vensters biedt op oude en moderne schilderkunst? Kies je voor de speelse non-fictie van Joke van Leeuwen, die in Een halve hond heel denken (De Leeswelp, 2008, p. 101) met behulp van een grote hoeveelheid impressies meesterlijk beschrijft wat onze verbeeldingskracht vermag onder het motto "ik zie ik zie wat jij niet ziet" en je blik voortdurend ontregelt? Of voor het ontwikkelen van een "creatieve breinstijl" met hulp van de internationaal succesvolle, interactieve Grote tekenboeken (Nieuw Amsterdam, 2008) van de Japanner Taro Gomi?
Dat in het aanbieden van kunst aan jeugdigen werkelijk alles mogelijk en geoorloofd is, wordt bevestigd door vier recent verschenen kunstboeken die qua aanpak, inhoud en visie werkelijk in niets op elkaar lijken: Beroemde kunstenaars: van Giotto tot Van Gogh van kunstkenner Charlie Ayres, Mooi niet (over hedendaagse kunst) van Stefan Boonen en Willo Gonnissen, Vincent van Gogh: een leven in schilderijen van theatermaker Frank Groothof en Toeval gezocht van pedagoog Annemiek Huisingh, hoofd educatie Stedelijk Museum Amsterdam, Rixt Hulshoff Pol en Ellie van den Bomen (red.).
Meest traditioneel en gericht op kennisoverdracht is het op groot formaat uitgegeven kunstboek van Charlie Ayres, waarin de lezer kennismaakt met het leven en werk van twintig kunstenaars, beginnend bij de middeleeuwen en eindigend bij de 19e eeuw. Minst traditioneel en gericht op hersenontwikkeling en het stimuleren van een creatieve breinstijl en de verbeelding (bij jonge kinderen) is Toeval gezocht, dat in woord en veel beeld enthousiast vertelt over hoe kunstenaars en leerkrachten ? middels een speciaal bij een expositie van het kunstenaarsduo (Liet) Heringa/ (Maarten) van Kalsbeek ontwikkeld kinderkunstproject ? samen actief aan de slag gingen met vijftien basisschoolklassen in Noordholland, onder het motto: "creativiteit is de vrijheid om ieder moment iets van een andere kant te bekijken".
Tussen die twee boeken bewegen zich Groothofs muzikale Van Gogh-biografie en het aantrekkelijk ogende en mooi verzorgde Mooi niet, waarin je middels een fantasievolle tekst wordt rondgeleid (door "de Melkjongen") langs verschillende kunstateliers in een voormalige oude melkfabriek in Vlaanderen.
Frank Groothofs aanpak wijkt af van zijn eerdere muzikale vertellingen. Dit keer geen liederen, maar alleen gesproken tekst van vnl. 'Vincent' en zijn 'broer Theo'. Een, voor wat we van Groothof gewend zijn, vrij serieuze, weinig speelse tekst die gedragen wordt door goed gekozen, afwisselend dromerige, melancholieke, zoekende en lichtvoetige muziekstukken van negentien verschillende componisten, onder wie Ravel, Satie, Liszt en Fauré.
De muziek inspireert en helpt je de schilderijen van Van Gogh verbeelden. En dat is nodig. Want de verknipte originelen die Irma Braat knullig bewerkte, zijn bijna een belediging voor de impressionistische grootmeester wiens leven zo'n lijdensweg was. Waarom niet gekozen voor kleurenreproducties van de originelen? Aangevuld met afbeeldingen van werk van Gauguin, Toulouse en Monet? Schilders die allemaal terloops in de tekst worden genoemd om Van Gogh in een bepaalde traditie te plaatsen? Dan was Van Gogh recht gedaan. Recht gedaan als typisch voorbeeld van een kunstenaar die de vrijheid nam om het leven en de schilderkunst op eigenzinnige wijze te bekijken, te beleven en te beoefenen.
Ook Mooi niet mist zijn doel. Tenminste, als op zichzelf staand boek. Opgemerkt moet worden dat Mooi niet eigenlijk een onderdeel is van een totaalproject voor jongeren rond kunst, kunst kijken en tentoonstellen, ontwikkeld door de educatieve poot van kunstencentrum ZAP33 in Hasselt (www.z33.be). En het is niet ondenkbaar dat het boek van Boonen en Gonnissen gecombineerd met het 'doepakket' meer effect heeft. Nu, op alleen papier weet de melkjongen als gids niet voldoende te prikkelen en inspireren. Zijn commentaar is niet altijd even sprankelend en ontbeert humor. Bovendien weerspiegelen de soms wat vlakke, weinig aansprekende illustraties de in de tekst besproken kunstwerken onvoldoende.
Neemt niet weg dat de 'pauzes' (dubbele 'kunstloze' pagina's met alleen tekst) en 'doe-het-zelf'-tips je evengoed wel overtuigen van het feit dat kunst meer is dan zomaar een schilderij of een beeldhouwwerk.
Mooi zijn bv. de 16 originele vragen om aan jezelf te stellen als je voor een kunstwerk staat. Vragen als: 'Waarom heeft de kunstenaar dit kunstwerk gemaakt?' 'Welk gevoel past het beste bij dit werk?' 'Als je een dief was zou je dit willen stelen?' Vragen die tot nadenken stemmen over kunst en je meningen helpen vormen en van Mooi niet allesbehalve een conventioneel kunstboek maken. Maar het bewandelen van onconventionele kunstpaden leidt kennelijk niet altijd tot het uiteindelijke beoogde doel (jeugd en kunst blijvend verbinden).
Verrassend genoeg slaagt de Engelse Charlie Ayres er wel in je ziel te raken en enthousiast te krijgen voor kunst, ondanks, of misschien wel juist dankzij, de vrij traditionele aanpak van zijn bijzonder fraai verzorgde kleurrijke kunstkijkboek Beroemde kunstenaars, dat een rijke schat afbeeldingen van historisch grote kunstwerken bevat: Een lust voor het oog.
De chronologie van de kunstgeschiedenis volgend passeren grootheden als Giotto, Leonardo da Vinci, Albrecht Dürer, Michelangelo, Caravaggio, Diego Velázquez, Rembrandt, Claude Monet en Van Gogh de revue, zoals de overzichtelijke vrolijke slinger van (zelf)portretten met paginaverwijzingen voorin het boek al verraadt. Ayres beschrijft helder en toegankelijk hoe al deze schilders/ beeldhouwers in hun ateliers werkten en geeft daarbij korte, toegankelijke informatie over werkwijze, techniek (zoals die van fresco's) en persoonlijk leven alsook weetjes in aparte kadertjes (vergt wel wat historische en Bijbelse kennis), verwijzingen naar websites en suggesties om zelf die technieken eens toe te passen.
Dat de kunstenaarskeuze van Ayres nogal willekeurig lijkt, is geenszins storend. Door op details te wijzen weet hij je moeiteloos in de verhalen van de verschillende kunstwerken te trekken. Dat alle hoofden op het verstilde schilderij 'De Ansidei Madonna' van Rafaël (1483-1520) naar rechts kijken, bv., waardoor je blik vanzelf van de een naar de ander glijdt. Dat Caravaggio (1571-1610) in zijn schilderij 'De roeping van Mattheüs' het licht de lijn van Jezus' hand laat volgen waardoor je blik min of meer gedwongen bij het gezicht van Mattheüs uitkomt. En dat Artemisia Gentileschi (1593-1656) een van de eerste grote vrouwelijke kunstenaars was die heldinnen centraal stelden in haar werk.
Bovendien doen overeenkomsten tussen verschillende kunstenaars en hun wederzijdse invloeden je regelmatig gefascineerd terugbladeren, zoekend naar wat het werk van bv. Diego Velázquez (1599-1660) en 'De fluitspeler' van Édouard Manet (1832-1883) gemeen hebben, zodat je nauwelijks kan wachten de kunsthistorische instellingen en musea die achterin het boek worden genoemd, te bezoeken.
Kijken naar kunst ís een kunst: Een plezierige kunst en een inspirerende, dat maakt Ayres als geen ander duidelijk. Een kunst die volgens pedagoog Annemiek Huisingh, initiatiefneemster van het project Toeval gezocht (www.toevalgezocht.nl) het beste al heel jong aangeleerd kan worden door de creativiteit van kinderen te ontplooien: eerst kunst met het kind, dan kunst voor het kind, is haar uitgangspunt.
Dit kinderkunstproject, zoals vanuit het vooral voor volwassenen bedoelde boek duidelijk wordt, is geïnspireerd door de zgn. Reggio Emilia-benadering: Een visie die in 1945 in de Noord-Italiaanse stad Reggio Emilia ontwikkeld is door de charismatische, bevlogen pedagoog Loris Malaguzzi, die overtuigd was van de idealistische gedachte dat alles uit kinderen zelf komt en je het initiatief ? in het geval van Toeval gezocht het maken van 'kunst' ? bij kinderen zelf moet leggen. Als docent/begeleider betekent dat niet helpen, niet interveniëren, niet oordelen, maar luisteren, kijken, observeren, helpen wanneer het kind uit frustratie daarom vraagt en achteraf documenteren, reflecteren en interpreteren om nog betere uitgangspunten en randvoorwaarden voor toekomstige projecten te formuleren.
Startpunt voor Huisinghs kunstproject was de werkwijze van beeldend kunstenaars Liet Heringa (1966) en Maarten van Kalsbeek (1962). In hun werk staan toeval, zwaartekracht, de grilligheid van de natuur, tijd, omkering en samenwerking centraal. Ze verzamelen, selecteren, ordenen en rangschikken allerhande materialen en scheppen vervolgens grillige, complexe, kleurrijke en exotische beelden volgens het procedé: de een begint, de ander vervolgt, waarna de eerste weer verder gaat. Smelten, druipen, kneden, zagen, lassen ? net zo lang totdat een eenvormig, meerduidig beeld ontstaat.
De vele foto's in het boek tonen hoe een degelijke voorbereiding (het creëren van goede werkplekken voor de kinderen, bepalen of je het werkmateriaal op het platteland of in de stad verzamelt, het verzinnen met welke hulpmaterialen je de kinderen laat werken, het klaarzetten van doosjes of juist het neerleggen van grote vellen etc.) tot inspirerende kunstresultaten heeft geleid. Leuk ook de vele bij de foto's gemaakte opmerkingen van kinderen. Uitspraken als "ik maak het mooi tot het af is" en "in een museum zie ik beelden die er niet waren maar die toch gemaakt zijn", bevestigen het idee dat kinderen, door hun nog onbevangen kinderblik, over grote inventiviteit beschikken.
Robbert Dijkgraaf (universiteitshoogleraar mathematische fysica Universiteit van Amsterdam), Mark Mieras (natuurkundige en wetenschapsjournalist) en Joke van Leeuwen leggen in hun artikelen in Toeval gezocht helder en inspirerend uit hoe alle (jonge) kinderen eigenlijk kleine onderzoekers zijn. Ze leven zowel in een wereld van begrip als in een wereld van verwondering. Dat leidt tot onderzoekend gedrag: in de wetenschap, in de beeldende kunst, maar ook in de muziek. Wetenschap en kunst lopen daarom voor kinderen door elkaar. Zelf kunst maken is daarom buitengewoon nuttig voor de hersenontwikkeling. Het traint de aandacht, het verbetert de visuele waarneming en het is de opmaat naar abstract denken. Veel (vrij) tekenen betekent later goed rekenen.
Kinderen zelf kunst laten maken leidt tot een andere breinstijl, volgens Mieras. Het leidt tot "blikwisseling", volgens Dijkgraaf, "het inzicht dat ontstaat als je vanuit een ander perspectief naar iets kijkt". Kunst maken leidt tot "ontdekken" volgens Joke van Leeuwen, "het bezig zijn roept ideeën en invallen op". Kunst maken, zegt Van Leeuwen, is "de geest losmaken, zodat er iets kan gaan springen en huppelen in de gedachten. Spelen voor alle leeftijden". Dus laat kinderen eerst "het toeval zoeken en maken" alvorens ze voor 'De Nachtwacht' te zetten of voor het beeldende werk van Charlie Ayers' twintig Beroemde kunstenaars. [Mirjam Noorduijn]
Andrea Oostdijk
Een verhaal over hedendaagse kunst. De lezer wordt door de Melkjongen (de broer van een van de kunstenaars, die melk bezorgt) meegenomen op een rondleiding door de ateliers van fictieve kunstenaars. Hij beschrijft hun drijfveren en kunstwerken en vertelt ondertussen sterke verhalen. In het boek zijn ook enkele 'doe-het-zelf' opdrachten opgenomen, zoals verschillende manieren van naar kunst kijken of zelf een kunstwerk maken. Belangrijk is dat je op allerlei manieren over kunst kunt denken en een eigen mening mag hebben. Het boek bevat vele sobere, soms raadselachtige illustraties in kleur die op bijna abstracte wijze een beeld geven van het werk van de fictieve kunstenaar. Hoewel de kwaliteit van deze illustraties hoog is, had een grotere variatie in stijlen meer recht gedaan aan de eigenheid en eigenzinnigheid van de kunstwerken die in de tekst worden beschreven en die je zo graag in het echt zou willen zien. Tegelijkertijd is de 'Mooi niet'-box* verschenen, een doe- en beleefpakket over kunst voor kinderen in de bovenbouw van het basisonderwijs en de brugklas. Voor meer informatie hierover zie 'www. z33.be'. Vanaf ca. 12 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Dit boek kadert in een project van kunstencentrum Z33 in Hasselt. In het centrum bedenken en maken kunstenaars tijdelijke tentoonstellingen. Zij krijgen er ook een tijdelijk atelier. Z33 heeft ook een jongerenafdeling: ZAP33. Zij geven creatieve workshops en rondleidingen aan klasgroepen. 'Mooi niet' is het eerste lees-en doeboek over hedendaagse kunst van het centrum. Het is de bedoeling dat de lezers zelf actief worden: lees, denk, maak, schilder, lach, frons, grijns, voel, staat op de achterflap. In het boek vind je dingen om zelf uit te proberen en maak je kennis met onbekende kunstenaars als: een glaskunstenaar, een schrijver, een videokunstenaar, een beeldend kunstenaar, een installatiemaker, een schilder, een tekenaar, een fotograaf, een ontwerper ... Ze hebben één ding gemeen: hun werken zijn anders dan gewoon. Het boek besluit met een kort kunstwoordenboek. De lezer wordt rondgeleid in Z33 door de melkjongen, jongere broer van de huurder van het gebouw en kwebbelaar eerste klas. De toon waarop hij vertelt, is grappig en luchtig. Toch is er af en toe tijd om dieper in te gaan op de materie. Op p.12 bijvoorbeeld werpt hij op dat de vraag wat kunst is bij een modern kunstwerk complex is omdat het vaak gaat over andere zaken dan mooi of niet mooi. Zo zijn er ook tips om op verschillende manieren met je hele lijf naar kunst te kijken of vragen om aan jezelf te stellen als je voor een kunstwerk staat. De rondleiding wordt af en toe onderbroken voor praktische opdrachten, bijvoorbeeld: bedenk zoveel mogelijk zaken die je met een lege melkfles kan doen of gebruik een vork als basisidee voor een kunstwerk. Er zitten ook leuke aanzetten voor schrijfopdrachten in. Al deze dingen maken dat het boek ook los van een bezoek aan Z33 kan gebruikt worden in de klas of de jeugdbeweging. Het boek is in een hippe stijl geschreven met vlotte dialogen, soms iets te hip en met teveel zijsprongen. Het is grappig en luchtig, soms een beetje geforceerd. Maar het is over het algemeen een zeer toegankelijk en verdienstelijk werk over hedendaagse kunst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.