Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Nieuw Amsterdam, cop. 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4826 |
Besprekingen
31/12/2009
Een jonge debutant kan je Eduardo Lago (Madrid, 1954) niet noemen, maar op literaire ervaring kan hij wel roemen. Lago doceert al ruim 15 jaar literatuur aan het Sarah Lawrence College in New York, is sinds 2006 directeur van het Instituto Cervantes aldaar en schrijft voor de culturele bijlage 'Babelia' van de Spaanse krant 'El País'. Hij vertaalde ook werken van diverse Amerikaanse schrijvers, zoals Henry James en Junot Díaz, en ontving een belangrijke prijs voor zijn vergelijkend onderzoek van drie Spaanse vertalingen van Joyce's Ulysses. Bovendien publiceerde hij in 2000 al een bundel verhalen. Noem me Brooklyn is zijn eerste roman en hij ontving er in 2006 de Premio Nadal voor. De smaak van het romanschrijven heeft hij blijkbaar te pakken, want eind vorig jaar verscheen zijn tweede: Ladrón de mapas.
Lago verwerkt zijn kennis van de literatuur substantieel in Noem me Brooklyn, waarin intertekstualiteit een belangrijk gegeven is. De titel brengt onmiddellijk Herman Melville's openingszin uit Moby Dick in gedachten ("Noem me Ismaël."), en naarmate je vordert in het boek duiken namen op van schrijvers als Alfau en Pynchon, die als personages worden opgevoerd. Overigens wordt het hele schrijfproces van een roman gethematiseerd in de vorm van het zgn. 'metavertellen'.
Journalist Néstor (Ness) Oliver-Chapman is de morele verplichting aangegaan een boek te voltooien van zijn overleden vriend Gal Ackerman, een boek waaraan laatstgenoemde vele jaren had gewerkt zonder tot een succesvolle afronding te komen. Uit diens enorme verzameling papieren, aantekeningen, schriften, brieven, verhalen e.d. selecteert Ness het materiaal voor Brooklyn, Gals boek, en vernietigt wat niet bruikbaar is. Ness neemt zijn intrek in Gals kamer boven een kroeg in Brooklyn ? waar Gal altijd aan de kapiteinstafel zat te schrijven ?, want het boek voltooien blijkt een flinke klus die twee jaar in beslag neemt. Ness (en met hem de lezer) dringt steeds dieper door in de levensgeschiedenis van Gal. Uiteindelijk leidt zijn belofte tot de verwezenlijking van Gals boek én tot de roman Noem me Brooklyn. Hiermee mag ook Néstor zich nu schrijver noemen. In wezen reflecteert deze wordingsgeschiedenis deels Lago's eigen worsteling met het schrijven van een roman. Ook hij verzamelde en schreef jarenlang materiaal ? de inspiratie daartoe deed hij op in een New Yorkse kroeg waar hij veelvuldig kwam ? en ook hij heeft daarvan uiteindelijk heel veel in de prullenbak laten belanden.
Noem me Brooklyn behelst een soort raamvertelling. Het kader vormt Ness' verhaal, een vertellerspersonage dat op verschillende plaatsen in het boek het woord terugneemt en opmerkingen plaatst bij de vele door Gal geschreven en soms herziene (mini)geschiedenissen. De roman vangt aan bij de Deense begraafplaats op Fenners Point (Deauville,VS) waar Gal begraven ligt. In 1994, twee jaar na diens dood, brengt Ness een exemplaar van het door hem voltooide Brooklyn naar het graf en schetst hij in een monoloog met zijn overleden vriend de achtergronden ervan. Op die plek eindigt het verhaal ook 16 jaar nadien, wanneer hij Gal op de hoogte brengt van de laatste verwikkelingen rond Brooklyn. Ertussenin ligt Gals geschiedenis besloten, die catalectisch aan de hand van (een deel van) diens nagelaten papieren en van Ness' onderzoek naar Gals leven wordt verteld.
Wie was Gal Ackerman? In wezen was hij een ontheemde, een Spanjaard geboren tijdens de Spaanse burgeroorlog, die als baby in de VS terechtkwam en daar werd grootgebracht door Ben en Lucia Ackerman. Zij waren destijds in Spanje actief als lid van de internationale brigade. Op 14-jarige leeftijd vertellen zij hem over zijn ware afkomst, over zijn Spaanse wortels. Zijn Spaanse moeder was tijdens de bevalling overleden en zijn Italiaanse vader, ingedeeld bij het bataljon Malatesta, werd vermist. Nog eens 14 jaar later reist een onwillige Gal naar Madrid om daar de ontluisterende geschiedenis van zijn biologische vader te vernemen uit monde van ex-brigadist Abe Lewis. Het verhaal dat Abe aan Gal doet, vindt niet aaneensluitend plaats, maar wordt met tussenpozen verteld. Daarbinnen krijgt Umberto Pietri, Gals biologische vader, dan weer een hoofdstuk. Zo is eigenlijk de hele roman opgebouwd. Lago, met Ness als mediator, presenteert Gals leven fragmentarisch, schept een caleidoscopisch beeld waarbij voortdurend heen en weer gesprongen wordt in tijd, voegt allerhande minigeschiedenissen van andere personages toe, en verwerkt dagboeknotities, krantenknipsels, columns, e-mails, brieven en geschreven verhalen in de roman. Gal is uiteraard de verbindende factor, maar er zijn er meer. Zo is er Brooklyn, waarover sfeervolle stukken zijn opgenomen aan de hand van uitstapjes die een jonge Gal met zijn grootvader maakte naar o.m. Coney Island, zo zijn er enkele belevenissen rond het befaamde Chelsea Hotel, en binnen Brooklyn is er de kroeg het Oakland, die wordt gerund door de Galiciër Frank Otero. Deze Frank ontfermt zich over marginale figuren die op een andere manier in de maatschappij staan, figuren als Gal, als de van liefdesverdriet gek geworden Deense zeeman Niels Claussen, als de Cubaanse homo Manuel, als Ness, die zich ? zo vertelt hij ? tijdig aan het verstrikkende net van Frank en het Oakland weet te onttrekken en uiteindelijk de VS achter zich laat. Er is de verbindende factor van de zogenaamde 'ballingen'. Vele personages ? overigens net als de schrijver zelf ? wonen weliswaar in New York maar zijn geen geboren Amerikanen.
Een van deze 'ballingen' is Nadia Orlov, die met haar ouders en broer vanuit Rusland naar de VS is geëmigreerd. Nadia is Gals grote, onmogelijke liefde. De enige persoon voor wie hij aan zijn boek werkte, zijn enige doellezeres. De rusteloze vrouw die hem telkens weer ontglipte, tot ze definitief verdween. Ook deze liefdesgeschiedenis vernemen we beetje bij beetje. Maar hoe betrouwbaar zijn Gals geschriften over haar? Hoe betrouwbaar zijn diens stukken überhaupt? Zo laat Lago Frank, via zijn ghost Ness, zeggen: "Wanneer hij me dingen over haar [Nadia] vertelde, luisterde ik altijd met een zekere voorzichtigheid. Niet dat ik dacht dat hij loog, daar was Gal niet toe in staat, alleen vervormde hij zijn herinneringen op dezelfde manier waarop hij ook de realiteit vervormde. Doen jullie schrijvers dat niet allemaal?" Volgens Gals aantekeningen zag hij Nadia voor het laatst op 1 juni 1986, in Bryant Park, kort voor ze naar Parijs vertrok om bij Bédier aan het Conservatoire National te studeren. Maar uit Nadia's dagboek en correspondentie blijkt iets anders. Werkelijkheid en literatuur zijn twee verschillende dingen; Gal kon zijn Brooklyn naar eigen hand zetten en dat wat hem niet beviel of te veel pijn deed, weglaten of vervormen om zo een particuliere literaire werkelijkheid te scheppen die niet per se getrouw hoeft te zijn aan de realiteit maar die wel 'fraaier' of draaglijker is. Franks woorden indachtig geldt hetzelfde voor Ness, hij is immers ook schrijver. De geschiedenis die de lezer uiteindelijk uit de fragmenten heeft gedestilleerd, komt daardoor enigszins op losse schroeven te staan. Maar zo is de literatuur, die nooit een getrouwe afspiegeling van de werkelijkheid is, laat Lago impliciet weten.
Noem me Brooklyn is geen rechttoe rechtane roman, verre van dat zelfs, en je kunt hem wat overgeconstrueerd noemen, maar een interessant debuut met daarin enkele fascinerende verhalen is het zeker. [Jacqueline Visscher]
Drs. Michael A. Vissers M.Ed.
Meerstemmige roman waarin Ness, een journalist van de New York Post, de belofte inlost om, op basis van allerhande los materiaal, de roman te construeren die zijn overleden vriend in gedachte had. Gaandeweg wordt het Ness duidelijk dat zijn overleden vriend de roman alleen schreef voor de uit zijn leven verdwenen geliefde Nadia. De Spaanse schrijver (Madrid, 1954) woont en werkt al meer dan 20 jaar in New York waar hij lang leiding gaf aan het plaatselijke Cervantes Instituut. Dit is zijn debuut, dat veel indruk heeft gemaakt en bekroond is met de belangrijke Premio Nadal. Het is een intrigerende pastiche over het schrijfproces dat universele thema’s als vriendschap, liefde en eenzaamheid bestrijkt. Deze ode aan Brooklyn en al zijn bewoners, onder wie schrijver Truman Capote en schilder Marth Rothko, zet aan tot gedoseerd lezen, omdat het nogal wat inspanning van de lezer verwacht. De vertaling leest soepel. Lago gebruikt net als Don de Lillo in 'Falling man' (2008) fictie als middel tot waarheidsvinding. Paperback; kleine druk.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.