Brieven uit Genua
Ilja Leonard Pfeijffer
Ilja Leonard Pfeijffer (Samensteller), Gert Jan De Vries (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff, cop. 2008 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VERZAMELBUNDEL : PFEI XXL |
31/12/2009
Tegen de vele kritische geluiden over de teloorgang van onze westerse beschaving past blijkbaar vooral 'verzamelen' en 'in kaart brengen'. Het ene boek na het andere biedt gemakkelijk leesvoer, vaak voor een weinig kritisch publiek. Dat geldt ook voor de vele bloemlezingen die ons poëtische patrimonium in kaart brengen. Onlangs verscheen een zoveelste verzameling, ditmaal van de hand van Ilja Leonard Pfeiffer en Gert Jan de Vries. De omkadering heeft alvast alles van de turbulente dichter: een pompeuze titel en een sterk retorische inleiding. Daarin wordt een interessant beeld opgehangen van het canondenken; naast de klassieke betekenissen van maatstaf (de beste teksten) of van vernieuwing (de canon als kanon) wordt hier de gedachte vertolkt van de canon als een soort van collectieve database, een gedeeld referentiekader (ideaal gesproken, een gedeelde kennis) dat een maatschappij of een cultuur hanteert. In die optiek hebben de samenstellers hun bloemlezing opgevat. Als gevolg van die keuze is de voorgestelde selectie vrijwel uitsluitend 'westers' gekleurd en krijgt het Nederlandse taalgebied een zekere oververtegenwoordiging: het gaat hier immers om het kader van onze eigen cultuurhistorische perceptie. De eigenlijke bloemlezing is echter vooral interessant omwille van de vele ontdekkingen die de lezer kan doen: bekende gedichten van bekende auteurs uiteraard, maar ook veel minder bekende auteurs (uit minder populaire taalgebieden) en minder bekende teksten. Doordat de gedichten daarenboven min of meer chronologisch zijn geordend, krijgt de lezer een intrigerend beeld over de verschillende Europese tradities in een zelfde periode.
Toch zijn bij dit boeiende initiatief twee kritische kanttekeningen op hun plaats. Aan de ene kant wordt het perspectief omschreven als Nederlands en Vlaams, maar in het register wordt de Nederlandse literatuur dan weer onderscheiden van de Belgische (die ook deels Franstalig is). Hier stelt de lezer een groot onevenwicht samen ten gunste van de Nederlandse literatoren, maar bij nader toezien is slordigheid toch troef: hoe kan men anders verklaren dat bv. de schrijver van 'Reynaert de Vos' als Belg wordt gekarakteriseerd maar de schrijver van het 'Egidiuslied' en 'Hadewych' dan weer als Nederlanders? Ook de opdeling van de Engelstalige literatuur is minder vanzelfsprekend dan ze lijkt. Blijkbaar is de spanning tussen Europese en nationale dichters niet zo eenduidig af te bakenen als de samenstellers suggereren. Ook de opgegeven dateringen zijn meermaals slordig en fout, en oudere teksten zijn vaak uit volstrekt verouderde edities geciteerd. Aan de andere kant is de keuze van de Nederlandse vertalingen ook niet bepaald consequent te noemen. In een aantal gevallen is (niet onterecht) geopteerd voor een nieuwe vertaling van de betreffende teksten of is gekozen voor de meest recente (zij het niet altijd meest getrouwe) vertaling. In andere gevallen is daarentegen de voorkeur gegeven aan 'historische' vertalingen van de hand van belangrijke dichters als Leopold of Boutens. Die vertalingen zijn echter lang niet altijd opgevat volgens de principes van de hedendaagse vertaalpraktijk. Het lijken details, maar ze doen toch afbreuk aan de pretentie van deze uitgave. Wat echter niet wegneemt dat het in deze monumentale editie aangenaam grasduinen is. [Dirk De Geest]
T. van Deel
Een wat zwabberig en zelfgenoegzaam woord vooraf moet deze overigens best aardige bloemlezing rechtvaardigen. (“Deze canon is een canon van nu. Daarvan zijn we ons bewust en daarop zijn we trots.”) Er zouden de ‘belangrijkste’ gedichten van de Europese poëzie in staan. Iedereen begrijpt al zonder uitleg dat daarover veel verschil van mening kan bestaan. Maar het spelletje “Wat is er gekozen van wie?” laat zien dat de bloemlezers in veel gevallen het geijkte (noem het de canon) hebben gekozen. Van Homerus, van Sappho, van Villon, van Hooft, van Goethe, van Slauerhoff, en van vele tientallen anderen. Tot zover niets nieuws en betrekkelijk saai eigenlijk, want juist al die gedichten die al eindeloos gebloemleesd zijn, winnen (zoals Paul Claes* in zijn vrijwel gelijktijdig verschenen Nederlandse canon-bloemlezing laat zien) bij commentaar, en commentaar is in deze bloemlezing volstrekt afwezig. Toch is er ook veel nieuws, al was het maar uit taalgebieden die minder bekend zijn, zoals Noorwegen, Roemenië of Turkije. Iets nieuws is natuurlijk strijdig met het begrip ‘canon’, maar zo tegenstrijdig is deze bloemlezing nu eenmaal ingericht. De meeste mensen kennen wel Vergilius, maar hebben niet van Sulpicia gehoord. De chronologische volgorde van de gedichten heeft een verrassend effect.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.