Kunst en/of mensenrechten : over de expo Newtopia in Mechelen
Charlotte Bonduel
Charlotte Bonduel (Redacteur), Luc Derycke (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2008 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700.6 BOND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2008 |
Zilver A (Multidisciplinair) WALK |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Lannoo, 2008 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : 2024 BOND |
31/12/2009
De relatie tussen kunst en bedrijfsleven is een beetje een ongemakkelijk thema. Vooral omdat de romantische opvatting van kunst stelt dat kunstenaars zich net verzetten tegen de instrumentalisering van het commerciële denken. En ook voor de postmoderne 'kritische' kunst kan de brug naar de economie een brug te ver zijn. Kritische kunst wil nl. afstand nemen van de machtsverhoudingen die het maatschappelijk veld bepalen. Nochtans is de schroom tegenover een ontmoeting tussen kunst en industrie ongepast. Kunst was immers altijd al commercie, zeker sinds het einde van de middeleeuwen, toen het patronaat van vorsten, patriciërs en rijke individuelen de traditionele rol van de kerk overnam. Alle grote renaissancekunstenaars werkten in opdracht van vorsten. Vele grote meesters werkten in een atelier met een moderne vorm van arbeidsdeling. Toch leeft vaak nog de angst dat de ontmoeting van kunstenaar en bedrijfsleider de kunst op een of andere manier zou 'besmetten'. Dat dit niet noodzakelijk het geval is, bewijst de manier waarop het bedrijf Constructies Espeel gedurende vele jaren met kunstenaars samenwerkte. Dit staalbedrijf, gevestigd in Rumbeke bij Roeselare, trad echter niet op als opdrachtgever of mecenas, maar ging echte samenwerkingsverbanden aan met kunstenaars. Deze samenwerkingen hadden altijd een contractueel karakter, waarbij zowel bedrijf als kunstenaar bereid waren met elkaar in dialoog te gaan. Dit boek biedt een overzicht van de manier waarop kunst en bedrijf er door de jaren heen vervlochten zijn geraakt.
Als het onderwerp van het boek niet meteen lijkt aan te spreken, dan is het de verdienste van de auteurs dat ze die aarzeling van de lezer ongedaan maken door de vlotte en boeiende manier waarop ze hun verhaal vertellen. Wie vreest een hagiografie te zullen lezen van een bedrijfsleider die zichzelf pluimen op de hoed wilde zetten door zich marginaal wat voor de kunst te engageren, kan op beide oren slapen: de manier waarop Constructies Espeel en de kunstenaars met elkaar in dialoog gaan, is een mooi voorbeeld van wederzijdse bevruchting. De auteurs (Charlotte Bonduel is verantwoordelijk voor het gros van de tekst) geven een helder overzicht van de manier waarop de artistieke samenwerkingen evolueerden van individuele projecten tot grotere manifestaties. Zowel de economische wetmatigheden van het bedrijf als de artistieke wetmatigheden van de kunstenaars behielden hierbij altijd hun eigenheid. Dit leidde soms ook tot ongemakkelijke relaties of projecten die niet helemaal van de grond kwamen. Waar de samenwerking in het geval van Paul Gees, Honoré d'O of Tjok Dessauvage tot fascinerende resultaten leidde, suggereert de tekst dat de samenwerking met Joëlle Tuerlinckx veel minder wilde vlotten. Het is een minpunt van het boek dat het ons weinig vertelt over het hoe en waarom van die mank lopende samenwerking. Daar staat tegenover dat dit boek op een heel lucide en concrete manier aantoont hoe kunst en industrie creatief en vruchtbaar kunnen samenwerken. In die zin is het zeer jammer dat dit boek zich duidelijk tot een gespecialiseerd publiek richt van mensen die professioneel met kunst bezig zijn, want net de heldere presentatie, opgeluisterd door meer dan honderd sprekende illustraties, maakt van dit boek ook een laagdrempelige inleiding tot een niet voor de hand liggend aspect van de hedendaagse kunst. Door zich toe te spitsen op een case study blijft dit boek altijd dicht genoeg bij de realiteit, zodat het zich nooit verliest in theoretisch gezwets.
Het succes van de samenwerking tussen Constructies Espeel en de kunstenaars die door het bedrijf zijn gepasseerd, laat zich misschien nog het best aflezen aan de diversiteit van de werken die eruit zijn voortgekomen. De massieve maar toch poëtische constructies van Paul Gees lijken een artistieke wereld verwijderd van de begrafenis van 720 liter proper flessenwater in een uitvaartperformance (1999) van Johan De Wit, het enorme 'Fenster' (1996) van Isa Genzken, of de sprookjesachtige 'Maanfontein' (1994) van Tjok Dessauvage en Philippe Bouttens. Het verrassendst zijn ongetwijfeld de oogverblindend mooie lotusbloesems die Hans Op de Beeck en Wim Maes in 2006 lieten vervaardigen. Al deze (en vele andere) werken laten zich op de paginagrote afbeeldingen genieten. En als we iets op de uitvoering willen afdingen, dan is het dat het jammer is dat ook op deze grote afbeeldingen de paginanummers gewoon over de foto's heen werden afgedrukt, wat vaak zeer slordig oogt. Verder biedt dit boek echter een fascinerende tocht langs een ongewoon maar boeiend artistiek traject. [Christophe Van Eecke]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.