Lied der revolutie : geschiedenis van de Amerikaanse vrijheid
Russell Shorto
Russell Shorto (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Mouria, cop. 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 155.2 DESC |
31/12/2009
De filosofische opvattingen van René Descartes (1596-1650) leidden op zeker ogenblik tot zware opstootjes aan de universiteiten van Utrecht en Leiden, en zijn leer dat alleen de rede zou kunnen bepalen of iets waar of onwaar is, werd even in de ban gedaan. Zwaar teleurgesteld in het land dat hem eerst zo gastvrij had ontvangen, ging de denker van de twijfel in op een aanbod van koningin Christina van Zweden en verliet Nederland om er nooit meer terug te keren. Het ruwe klimaat in Stockholm werd hem immers kort na aankomst fataal en zijn lichaam werd er op een klein kerkhof begraven.
Zijn roem groeide intussen zodanig dat een Franse ambassadeur 16 jaar na zijn dood zijn botten liet opgraven en naar Frankrijk vervoeren. Daarmee start het verhaal van het wedervaren van het gebeente van de filosoof, dat 350 jaar later zou eindigen met het besluit van de Franse premier François Fillon om de schedel die in het Parijse Musée de l'Homme was beland, te verhuizen naar La Flèche, een klein dorpje in het noordwesten van Frankrijk, waar Descartes in zijn jeugd school had gelopen. Of het zover komt, is lang niet zeker, want wat er van zijn lichaam rest, ligt begraven in de Parijse kerk Saint-Germain.
In De botten van Descartes beschrijft Russell Shorto, directeur van het John Adams Institute, het kleurrijke wedervaren van Descartes' stoffelijke overschot. Het boek vertelt op ongemeen boeiende wijze over het merkwaardige traject van de menselijke resten, die achtereenvolgens werden gestolen, gescheiden, vervalst, aanbeden en bestudeerd. De meest controversiële studies waren wel de metingen die in de 19e eeuw op de opvallend kleine schedel werden uitgevoerd, met als onderliggende vraag hoe zo'n geniaal brein had kunnen functioneren in zulke kleine recipiënt.
Maar meer dan een historisch onderzoek is deze studie ook 'een beknopte geschiedenis van het conflict tussen geloof en rede', zoals de ondertitel luidt. Naast het uitvoeren van academisch werk en een odyssee langs tal van archieven, heeft Shorto ook een groot aantal mensen bevraagd naar de huidige betekenis van de man die de vader was van "de moderniteit en haar voortbrengselen". Hij beperkt die ontmoetingen niet tot experts als de Amerikaanse filosoof Richard Watson, die deze stelling volop steunen, maar ondervroeg links en rechts ook dilettanten zoals Ayaan Hirsi Ali, een notoir en radicaal strijdster tegen de irrationaliteit, en een absolutistische dominee uit Maryland, voor wie alle kwaad juist uit de ratio voortkomt.
Shorto's eigen opvatting dat de rede op zich alleen maar de zinloosheid van het leven lijkt te onderlijnen, en dat religie en kunst noodzakelijk zijn om betekenis te geven aan het bestaan, spoort met de ideeën van de merkwaardige figuur van pater Jean-Robert Armogathe, die hij in zijn epiloog aan het woord laat. Deze onderzoeksdirecteur aan de Ecole des Hautes Etudes aan de Sorbonne benadrukt dat de mens naar zijn mening ook volgens Descartes wel gezegend moet zijn met een goddelijk vermogen om tijd en ruimte te overstijgen in de geest, ook al zijn we op lichamelijk vlak geketend aan de dood.
Het debat over deze kwestie is dus nog lang niet beslist. Wat wel vaststaat ? en dat bewijst de intellectuele queeste die in dit boek met brio wordt gevoerd ?, is dat de filosofie een hoogstnoodzakelijke oefening is en dat ze onvervangbaar deel uitmaakt van de menselijke geschiedenis. Met illustraties van o.m. de betrokken schedel. [Jan Baes]
Ria Scholten-Boswerger
Beschrijving van de ontwikkeling van de filosofische stromingen in West-Europa met als beginpunt René Descartes (1596-1650), die als de vader van het modernisme wordt beschouwd. Hij had grote invloed op de weg naar het moderne denken, door te komen met een nieuw wereldbeeld op basis van de rede en niet meer op basis van religie. De auteur gebruikt de speurtocht naar, en het gesol met, de stoffelijke resten van Descartes als kapstok om een geschiedenis te schrijven van de filosofie in West-Europa van de laatste 350 jaar. Het is een boeiend verslag geworden van de ontwikkeling van het intellectuele leven en de ontwikkeling van het wetenschappelijk denken in Europa. De Amerikaanse auteur, die zelf filosofie studeerde, deed voor dit boek grondig onderzoek en maakt in zijn beschrijving veelvuldig gebruik van vele anekdotes over diverse wetenschappers in de eeuwen na de dood van Descartes. Dit maakt het geheel heel leesbaar. Met inhoudsopgave, enkele zwart-witfoto's van museumstukken en oude prenten, bronvermeldingen, een bibliografie en uitgebreid register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.