Tasmanië
Paolo Giordano
Paolo Giordano (Auteur), Mieke Geuzebroek (Vertaler), Pietha de Voogd (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cargo, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : GIOR |
2 items uitgeleend
|
Cargo, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : GIOR |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Cargo, 2009 |
VOLWASSENEN : ROMANS : GIOR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cargo, 2009 |
VOLWASSENEN : ROMANS : GIOR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cargo, 2009 |
VOLWASSENEN : ROMANS : GIOR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Cargo, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GIOR |
31/12/2009
Priemgetallen zijn alleen deelbaar door 1 en door zichzelf. Ze staan op hun plaats in de oneindige rij natuurlijke getallen, zoals allemaal tussen twee ingeklemd, maar verder uit elkaar dan de andere. Het zijn argwanende, eenzame getallen en daarom vond Mattia ze prachtig."
Mattia Balossino is een van de twee hoofdpersonen in deze alleszins overweldigende debuutroman van de kortgeleden afgestudeerde fysicus Paolo Giordano (1982), die daarmee vorig jaar de belangrijkste literaire prijs in Italië, de Premio Strega, in de wacht sleepte. Zijn tegenspeelster is Alice Della Rocca en beiden zijn ? twintigers op het ogenblik dat Mattia zijn bedenkingen maakt ? nooit nauwer verbonden geweest. "Vlak bij elkaar, maar niet dicht genoeg om elkaar te raken", weet Mattia die, evenals Alice, kampt met een onoverkomelijk jeugdtrauma dat elke reële toenadering, behalve in het groteske, onmogelijk zal maken.
Als uiterst fijngevoelige kinderen, die tevergeefs probeerden aan het oververhitte verwachtingspatroon van hun ouders te voldoen, dragen ze beiden de gevolgen van een dramatisch wedervaren dat hun persoonlijke ontwikkeling voorgoed zal tekenen. Mattia, die op zijn zevende de verantwoordelijkheid kreeg opgedrongen voor zijn zwakzinnige tweelingzusje Michela en die na haar plotse verdwijnen zijn schuldgevoelens enkel kwijt kan door zichzelf bij iedere tegenkanting te verminken. Alice die op dezelfde leeftijd, na een zeer pijnlijk verlopende skiles waarbij ze ei zo na omkomt, het leven verder door moet met een mank been en zich in haar opstandigheid en uit diepe schaamte over haar vermeende tekortkomingen anorectisch gaat gedragen. Beiden hebben een haat-liefdeverhouding met hun ouders, die tot elke prijs van hun kinderen een succes wilden maken maar geen enkel benul hadden van wat er zich in die kinderzieltjes afspeelde.
In zeven episodes ? vanaf 1983, het jaar waarop hun levens grondig veranderden, tot 2007, waarin ze, allebei dertigers, tot het besef komen dat ze voorgoed tot de eenzaamheid veroordeeld zijn ? wordt hun leven geschetst aan de hand van gebeurtenissen die hen eerst even tot elkaar brengen, in een "gebrekkige, asymmetrische vriendschap", maar die later telkens zullen resulteren in een emotioneel fiasco dat elk dieper contact bij voorbaat doet mislukken en zelfs onuitgesproken laat. Het spreekt dat alle pogingen in diezelfde periode om ook met anderen tot een vorm van sociaal verkeer te komen al even jammerlijk zullen falen, "zij door zich van de wereld afgewezen te voelen, hij door de wereld af te wijzen".
Giordano gebruikt om die zo gewenste maar onmogelijk te realiseren relatie te kenschetsen een treffende metafoor uit de wiskunde. "Tijdens een college in het eerste jaar had Mattia geleerd dat er onder de priemgetallen nog specialere gevallen waren. Die noemden de wiskundigen tweelingpriemgetallen: dat zijn paren van priemgetallen die vlak bij elkaar staan, zo goed als naast elkaar zelfs, want ertussenin staat altijd een even getal dat ze belet elkaar echt te raken.Getallen zoals 11 en 13, 17 en 19, 41 en 43." Maar als je geduld hebt om door te tellen, ontdekte Mattia, kom je erachter "dat die paren steeds zeldzamer worden", en krijg je "het angstige voorgevoel dat de paren die je tot dan toe hebt gevonden op toeval berusten, dat elk getal in wezen voorbestemd is alleen te blijven".
Het is dan ook geen verrassing als Alice tot het besef komt dat haar huwelijk met Fabio, een arts die ze op het ziekbed van haar moeder had leren kennen, alleen maar een vlucht voor haarzelf zal blijken te zijn en dat ze in haar beroep als fotografe geen afstand kan nemen van haar diepe wrok tegenover het leven. Mattia, die een wiskundig genie is, zal door zijn eenzelvigheid al evenmin tot iets komen, zoals zijn promotor al had gezien de dag dat hij zijn thesis kwam voorstellen: "eentje die succesvol is in zijn studie, omdat hij er in het leven niets van bakt".
Giordano heeft met De eenzaamheid van de priemgetallen een boek geschreven dat er inhakt. Een prestatie voor een jonge man van 26, die blijk geeft van inzicht en inlevingsvermogen in de denkwereld van kinderen en adolescenten die zich in een machteloze positie weten en in wanhoop hun greep op de wereld trachten te herstellen door daden te stellen die hen nog meer en soms definitief van die wereld zullen verwijderen. Dat hij daarbij de juiste toon weet te treffen, zowel in de beschrijving van de pijnlijke gebeurtenissen die elkaar als door het noodlot gedreven opvolgen, als in de weergave van de gedachten van de personages die dat noodlot zonder morren ondergaan, is een blijk van onmiskenbaar talent. Zijn roman overtuigt bovendien door de kracht en de precisie van de taal zoals die o.m. ook in de dialogen tot uiting komt.
Na de verbluffend sterke eerste hoofdstukken bestond het gevaar dat de roman langzaam zou verwateren, omdat alle stukken meteen zo geplaatst worden dat een tragisch verloop al even voorspelbaar als onvermijdelijk lijkt. Maar Giordano trapt niet in de val van het effectbejag en slaagt erin de spanningsboog zodanig te beheersen dat het verhaal tot het einde toe blijft boeien en naar een uitkomst leidt die niet als louter kommer en kwel kan worden gebrandmerkt, boven de banaliteit van 'het leven zoals het is'. [Jan Baes]
Bernard Huyvaert
Alice is een jong meisje dat door haar ouders verplicht wordt om te gaan skiën. Zij haat het, breekt een been en komt naast de piste terecht. Zij draagt er haar hele leven de gevolgen van. Mattia is een hoogbegaafde jongen, die een zwakzinnige zus heeft. Om niet af te gaan op een feestje van vrienden laat hij haar alleen achter in het park. Zij verdwijnt en zal nooit teruggevonden worden. Dit is het voorspel van deze Bildungsroman van Alice en Mattia. We volgen hen als kind, als puber, als volwassene. Ze zijn tot elkaar aangetrokken, zoals tweelingpriemgetallen (11 en 13, 17 en 19 enz.), maar ze slagen zij er niet in om echt in contact met elkaar te komen. De twee jongeren zijn elk met hun eigen problemen bezig. Voor hun angsten is er geen oplossing, omdat ze niet in staat zijn de realiteit te aanvaarden zoals ze is. Het einde van het boek is weinig idyllisch, ja zelfs beangstigend. Deze debuutroman van de Italiaanse fysicus (1982) was een schot in de roos; hij won er in 2008 de belangrijkste Italiaanse literaire prijs mee, de Premio Strega. Een klein meesterwerk. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.