De donkere kamer van Damokles
Willem Frederik Hermans
Willem Frederik Hermans (Auteur), Willem Otterspeer (Inleider)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4058 |
31/12/2009
De geur van een pasgestoomde deken bevat 'de beste poezenstukken' die Willem Frederik Hermans in de loop van zijn schrijverscarrière bijeenschreef. Inleider en samensteller is Hermans' biograaf Willem Otterspeer en dat is te merken. Niet alleen omdat zijn inleiding bijna de helft van het toch al dunne boekje beslaat, maar vooral omdat de opzet biografisch van aard is. Otterspeer wil aan de hand van deze literaire en filosofisch doordachte kattebelletjes aantonen dat leven en werk, feit en fictie bij Hermans één zijn en wel in die mate dat hijzelf, Hermans eigen 'feitelijkheid', er het slachtoffer van wordt. Om Hermans te leren kennen, moeten we dan ook niet alleen naar de feiten kijken, maar vooral ook naar zijn literatuur.
Otterspeer begint in zijn inleiding met de harde poezenfeiten. Welke katten hebben Hermans' leven en dus ook schrijven kleur gegeven? Ze passeren allemaal de revue, van Wollejan tot Toetie en Koekje. Een eerste blik op hoe die katten ook zijn verbeelding en schrijven kleurden, krijgen we dan te zien in 'De kat in de correspondentie'. Ten slotte bespreekt de biograaf de poezenstukjes die hij selecteerde en komt hij tot de interpretatie dat Hermans vooral zichzelf terugzag in zijn katten en in zijn poezenstukken. De kat staat symbool voor het schrijverschap en de verbeelding. De feiten leggen het tegen de fictie af of zijn toch op z'n minst met elkaar vermengd. Zo is het ook met de kat gesteld, die we nooit kunnen kennen ? laat staan dat we met haar zouden kunnen communiceren. Beelden en ideeën over katten zijn er echter genoeg.
Komen we dan bij de eigenlijke poezenstukken. Het begint met het surrealistische verhaaltje over de kat Kilo die zulke gigantische proporties aanneemt dat Hermans een kamer voor haar als mandje inricht. In een volgend stukje worden de straatkatten van Rome in hun haveloosheid vergeleken met de ruïnes van de stad. De katten worden een metafoor voor de psychologie van de moderne welvaartmens die zichzelf niet meer bij elkaar kan houden. Eenzelfde schizofrenie wordt de katten ook aangemeten in het laatste poezenstuk van het boekje, waarin verhaald wordt over de liefde tussen mens en kat. Die liefde is uiteraard onmogelijk, maar de raadselachtigheid van de kat en zijn onvermogen om de liefde te beantwoorden, maakt de kat voor de liefhebber nog aantrekkelijker. Verder vinden we nog een interview terug waarin Hermans getuigt van de kattentaal die hij uitvond en vertelt hoe een kat in wezen niks is, maar dat wij mensen haar, in onze verbeelding, naar hogere regionen katapulteren.
Ten slotte vind je, als in een biografie, foto's van Hermans. Foto's met katten, uiteraard. En het feitenmateriaal wordt nog aangevuld met ansichtkaarten en kleine verhaaltjes die ooit in de 'Poezenkrant' verschenen. De Poezenkrant was en is tot op vandaag een absurd blad vol met nieuwtjes over katten. Ook dit 'poezenboek' kent de nodige absurditeit en droge humor. Hermans gebruikt een vorm van ironie waarmee hij elke waarheid op de helling zet, tenzij dan de waarheid van de verbeelding.
In dit boekje, dat zowel literatuur als literatuurbeschouwing is, wordt een aanzet gegeven om tot dé waarheid over Hermans te komen: hij is een onkenbare kat, gevangen tussen feit en fictie. De geur van een pasgestoomde deken is geschikt voor liefhebbers en kenners van Hermans of als eerste kennismaking met een complex, maar uiterst accuraat en helder schrijvend auteur. [Suzanne Vrints]
Gonny Biezeveld
Meeliftend op het thema van de boekenweek 2009 verscheen dit boekje met de beste poezenstukken van W.F. Hermans. Ze zijn door Willem Otterspeer, de biograaf van Hermans, bijeengebracht en van een uitgebreide inleiding voorzien. Hermans had bijna altijd katten in huis en schreef er vaak over en ook als hij elders was, beschreef hij katten die hij daar zag. Hij correspondeerde soms met de redactie van de befaamde Poezenkrant en stuurde er ansichtkaarten naar toe. En hij schreef het essay 'De liefde tussen mens en kat'. Dit essay, veel fragmenten uit ander werk en een aantal (deels niet eerder gepubliceerde) foto's zijn opgenomen in dit leuke bundeltje. Voor Hermans- en/of poezenliefhebbers. Gebonden uitgave op pocketformaat.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.