Een vader als geen ander kind ooit had : gedichten over vaders
Victor Schiferli
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2008 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : INGH |
00/00/0000
Op het eerste gezicht schrijft Victor Schiferli een poëzie die men niet anders dan 'sec' kan noemen. Ook in Toespraak in een struik registreert de dichter, formuleert hij zijn waarnemingen en zijn gedachten in korte mededelende zinnen, zonder franjes of overbodige uitweidingen. Bij nader inzien is echter geen sprake van een afstandelijke, op objectiviteit gerichte zegging. Integendeel, zowel door de keuze van elementen als door de (nochtans ingehouden) formulering klinkt een sterke emotionele betrokkenheid, die kan variëren van woede tot vertedering.
Het sterkst is Schiferli in de verzen waar hij genadeloos ontmaskert en blootlegt. In dit opzicht is de associatie met humor, zoals die nogal eens in de kritiek gemaakt wordt, misleidend. Het best zou men de poëzie van Schiferli als 'dramatisch' kunnen karakteriseren. Vooral de manier waarop illusies en courante denkbeelden als 'de burger', 'de mens', 'controle' en 'bewustzijn' in hun hemd worden gezet, dwingt grote bewondering af. Vaak vertrekt de dichter van een schijnbaar idyllisch en geordend tafereel, om dan gaandeweg de verontrusting en de vervreemding de bovenhand te laten halen. Die atmosfeer wordt nog versterkt door de wijze waarop de lezer in het gedicht wordt gehaald door hem als 'wij' aan te spreken of door te vertrekken van algemeen herkenbare vaststellingen. Daarbij komt nog de grote formele beheersing die de dichter in een aantal verzen demonstreert. Soms is de zegging gebald en vrij associatief, maar in het centrum van de bundel komen dan weer een aantal sonnetten voor die veel verhalender zijn. Ook hier gaat het echter om personages in een vreemde wereld, die zelf ook weer (willen) verdwijnen.
De analyse die Schiferli geeft van onze wereld (of is het enkel zijn wereld?) is dus niet bepaald bemoedigend, maar beslist indringend. Hoe dan ook heeft de dichter met zijn derde bundel een stevige stap voorwaarts gezet in de verkenning van zijn eigen dichterlijke universum. [Dirk De Geest]
T. van Deel
Schiferli, gedebuteerd in 2000, heeft zich in de loop van drie bundels ontwikkeld tot een dichter met een geheel eigen toon èn vorm. Allerlei elementen die nu, in ‘Toespraak in een struik’, zo’n mooi en evenwichtig resultaat boeken, zijn al eerder voorbereid, maar hier tot volle wasdom gekomen. Schiferli is de meester van de terzine. Veel van zijn gedichten bestaan uit vijf van zulke drieregelige strofen waarin staccato per strofe de zaak wordt afgehandeld. ‘Rechtvaardigheid’: “Rechtvaardigheid draagt kousen / en een pruik. Zie haar dansen / bezienswaardigheid in de kamer. // Gefluisterd wordt er niets meer. / Haar gebaren zijn een leugen, / zij voor haarzelf heet oprecht.” Zo zijn er schitterende, kortaffe typeringen van vergaderpraktijken, het opdienen van een bestelling, het hotelkamerleven, iemand die zijn leven in zakken verzamelt, niemand kan het huis meer inkomen, “de brandweer // is niet gekomen, je ouders / staan in de file, je vrienden / zijn nog jaren met vakantie.” Alle tonen zijn hier vertegenwoordigd: van cynisch tot melancholisch, van ernst tot humor, van laconiek en kortaf tot droefgeestig en onderzoekend. Schiferli heeft zijn stof volledig in de hand en kent de effecten, vooral de vervreemdende en humoristische, op zijn duimpje. Een weergaloze bundel!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.