Nooit denk ik aan niets
Hans Hagen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2008 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : HAGE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2008 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : HAGE |
31/12/2008
De reis van Yarim van Hans Hagen is een herwerkte uitgave in één boek van zijn Het gouden oog (1991), De weg van de wind (1992), Kwaad bloed - Enuma Elisj (1996) en Het water kust (1997). De gebeurtenissen spelen zich af zo'n 4400 jaar geleden in en om de stadsstaat Kish, in de buurt van Babylon, bij de Eufraatstroom in Mesopotamië, het huidige Irak. Hoofdpersoon is de jonge Yarim, zoon van een arme boer die, omdat hij na een mislukte oogst zijn pacht niet kan betalen, zijn zoon voor twee jaar als slaaf aan koningin Ku Bau moet afstaan. Yarim heeft een misvormde linkerarm, het gevolg van zijn heldendaad: hij heeft met zijn speer een leeuw doodgestoken. Het boek vertelt over Yarims avonturen in de woestijn, bij de stroom, in de stad, aan het hof van de koningin, tijdens een lange handelsexpeditie. Hij vindt bondgenoten in zijn jeugdkameraad Zakir en in de medicijnman-dokter Damu, maar vooral in de reizende verteller met de harp, Nanshe, in de blinde Sab Gal en de kleine albino Azi, een meester-dobbelaar, die met zijn handigheid in het dobbelspel koningin Ku Baus grondbezit vergroot. En dan is er nog het slavinnetje Inaja, Yarims vriendinnetje, die door Azi vrijgekocht wordt. In dienst van de koningin komen Yarim en zijn vrienden via de Perzische Golf tot in Meloecha, nu Pakistan, aan de Benedenzee, nu de Indische Oceaan. Hij trotseert daarbij allerlei gevaren en ontdekt stilaan dat er vaak veel kwaad schuilt in de machtigen in de maatschappij. Als Nanshe melaats wordt en zijn harp niet meer kan bespelen, leert Yarim dat instrument bespelen en stilaan ook de mensen met verhalen boeien. Zo volgt hij de verteller op, al maakt zijn handicap hem dat niet steeds even makkelijk. Dan raakt hij met zijn gezellen stilaan betrokken bij een complot van de rijken en de priesters om de Ku Bau ten val te brengen. Na haar dood wordt Azi koning, omdat zij hem daartoe uitgekozen heeft. Het verzet van wie geld en grond heeft en van de priesters, die beweren de stem van de goden te vertolken, wordt nog sterker. Uiteindelijk moeten Yarim en zijn vrienden daardoor de stad ontvluchten, naar het dorp van de vogeljagers. Dat zijn Inaja niet mee kan, doet hem veel pijn, maar daarnaast is hij blij dat zijn moeder, die een slavin was, hem kan vergezellen. Overigens ... Yamirs avonturen zijn vast nog niet ten einde en Inaja heeft hem beloofd: 'Tot snel, ik kom je achterna. Doe voorzichtig. Ik hoop tot snel..."
Yarim en zijn gezellen beleven heel wat avonturen in dit boek. Hij vecht met een leeuw, moet vluchten voor wie hem naar het leven staat, dwaalt door de onmetelijke woestijn, wordt gevangengenomen door muitende soldaten en weet te ontvluchten, vindt het rolzegel van de koningin en bezorgt dat terug, vaart op een rieten boot van Kish over de Eufraat en door de Perzische Golf tot in Pakistan aan de Benedenzee (de Indische Oceaan), waarbij hij te maken krijgt met zeerovers en zware stormen... Het meest nog loopt hij gevaar bij al de complotten die door de rijken in het land en de priesters gesmeed worden tegen het koningshuis, dat niet altijd volgzaam hun wil en wensen involgt.
Wat hij meemaakt, wordt aanschouwelijk en meeslepend verteld tegen de achtergrond van het dagelijkse leven in de woestijn, de dorpen, de stad, aan het hof, op het melaatseneiland... De auteur laat zien hoe slaven en slavinnen vaak meedogenloos behandeld worden, hoe mensen hun voedsel vergaren, hoe mannen vrouwen vaak gebruiken als instrumenten voor hun plezier en hoe veel vrouwen tot meegaandheid gedwongen worden om te kunnen overleven, maar vaak ook op hun beurt de mannen verleiden om ze uit te buiten. Afgezien van de koningin, een rijkgeworden waardin die door de rijken op de troon gebracht is omdat ze dachten haar makkelijk te kunnen manipuleren, zijn het de mannen die het voor het zeggen hebben in Yarims land. Vrouwen worden gebruikt en misbruikt. Vaak is de bijslaap voor hen het enige middel om bij hongersnood aan voedsel te komen voor zichzelf en hun kinderen. Het boek toont ook duidelijk de liefdevolle relatie tussen de moeders en hun kinderen, o.m. in de tekening van Yarims moeder, een slavin en de tweede vrouw van zijn vader, of in de beschrijving van de droefheid van de slavin Tarisa, die haar dode baby buiten de stadsmuren moet begraven.
De lezer maakt in dit boek mee hoe valken gevangen en getemd worden, hoe het offerlam geslacht wordt, hoe het bijgeloof het dagelijkse leven beheerst, hoe kinderen geboren worden en sterven... Hij krijgt ook zicht op de politiek in de stadsstaat, waar de rijken slechts rijker en machtiger willen worden en de slaven een uitzichtloos leven leiden. Je merkt het het hele boek door: hier wordt de pen gehanteerd door een schrijver die het zelf allemaal met al zijn zintuigen ervaren heeft. Hagen is voor het verhaal van Yarim in Jordanië, Syrië en Pakistan geweest. Hij heeft de weg gelopen en gevaren die Yarim afgelegd heeft. Hij heeft informatie en inspiratie verworven bij opgravingen en in musea. Hij heeft ook veel gelezen over Mesopotamië, over wat de overblijfselen van duizenden jaren geleden ons meedelen en over de mythen die daar verteld werden en die blijven voortleven in de verhalen van de rondtrekkende vertellers en in geschreven documenten, in spijkerschrift en later in Arabisch en Romeins schrift. Het boek toont ook hoe die mythen een belangrijke rol spelen in het leven van de mensen, omdat ze daarin vernemen hoe de wereld geschapen is en hoe ze in elkaar zit. Priesters maken van de angst voor de goden gebruik maken om de mensen allerlei regels en verboden op te leggen en zelf goed voorzien te worden van offeranden en geld. Toch zijn er in dit verhaal mensen die tegen dat drukkende regime in verzet komen: de medicijnman-dokter die veel geleerd heeft uit ervaring en onderzoek, en die nuchter en redelijk denkt; de verteller Nanshe, die Yarim wijsheden voorhoudt als "Elke schaduw wordt vergezeld door de zon." of ""De kracht van wat je zegt, zit niet altijd in de woorden die je kiest, wel in wat je eigenlijk bedoelt." Ook voor vandaag nog steeds zinrijke boodschappen in een wereld waarin net zoals toen bange voorgevoelens gehanteerd worden door op macht beluste heersers om hun invloedssfeer uit te breiden en waarin zo vaak kleine eerlijke mensen steun zoeken bij elkaar en solidair zijn.
Naast de mythen, vooral over Isjtar, de godin van de liefde en de vruchtbaarheid, brengen de vertellers hier ook oude volksverhalen, met de daarbij horende lessen en volkswijsheden, ten gehore. En dan zijn er ook nog de dromen waarin o.m. Yamir en de koningin voorspellingen over de toekomst lezen. Dat past ook bij het bijgeloof dat het leven in die dagen vaak beheerst: wie in het water van de stroom spuwt, vraagt om onheil; rode verf op de deurposten schrikt de kwade goden af; dromen vertellen veroorzaakt rampen ...
De rol van de vertellers in de hier getekende maatschappij is groot: zij verklaren de grote vragen over de wereld en de mensen, zij geven wijsheid door, zij laten mensen zien welke houdingen in het leven het verstandigst of het nuttigst zijn. En tegelijk brengen ze ontspanning en bevorderen ze de samenhorigheid van de samengestroomde toehoorders. Voor de lezers van vandaag mutatis mutandis weer een parallel met hun eigen wereld.
In dit hij-verhaal in de verleden tijd wisselt de auteur vaak van optiek. Hij volgt wel vooral Yarim, maar laat ook zien wat zijn vrienden, het meisje dat hij lief vindt, zijn moeder, de koningin en anderen meemaken. Het komt vaak voor dat hij in tekststukken na elkaar toont hoe verschillende mensen dezelfde gebeurtenis meemaakten. Die optiekwisseling rond één gebeuren heeft in dit boek een boeiend effect: je merkt hoe verschillende mensen een gebeurtenis anders kunnen beleven, waarnemen, beoordelen. Je wordt trouwens door het hele verhaal ook uitgenodigd de verschillen én de gelijkenissen te zien tussen de oude wereld van het verhaal en je eigen situatie vandaag.
Hagen vertelt zijn verhalen in heldere zinnen vol afwisseling, en in korte alinea's, behalve in de mythen van Nanshe en Yarim. Daar koppelt hij het ritme en de klank van de zinnen muzikaal aan het geluid van de begeleidende harp. Die muziek hoor je al in de rituele beginregels, bijna verzen, van die godenverhalen: "Eens, lang geleden, was er geen slang. Eens, lang geleden, was er geen schorpioen en er was niets om bang voor te zijn. De angst bestond nog niet. De hemel had nog geen naam. De aarde was nog niet geboren. Blijdschap werd niet overschaduwd door verdriet. Er waren geen moerassen, geen eilanden, geen goden, geen mensen er was geen vorm, er was niets dan rimpelloos water, zoet en zout ..."
Het boek bestaat uit vier grote delen, die overeenkomen met de bewerkte boeken. Die 'boeken' zijn weer onderverdeeld in grote hoofdstukken met daarin dan kleinere tekstgedeelten van een drietal pagina's. Alle onderverdelingen worden genummerd in spijkerschrift. Daarover krijg je in het begin van het boek en helemaal achteraan nog zoveel uitleg dat hij zelf dat schrift een beetje kan hanteren. Achterin het boek vind je ook een samenhangend en overzichtelijk beeld van de wereld van Yarim, waarin dus een aantal gegevens uit het boek bij elkaar gebracht zijn, en een handig overzicht van al de namen, met toelichting, die in het boek voorkomen. Daar hoort ook een kaartje bij van de streek waarin Yarims leven zich in het verhaal afspeelde.
De reis van Yarim is een dik boek doordat het vol zit met avonturen, evocaties van oude culturen, portretten van boeiende mensen, oude verhalen, wijsheden die ook vandaag nog gelden... De snelle opeenvolging van gebeurtenissen en het wisselen van optiek maakt de lectuur aantrekkelijk en gevarieerd. Wellicht leest het laatste deel wat moeilijker doordat de oude mythen daar meer aandacht krijgen. Alles bij elkaar toch een kanjer van een boek voor wie meer over verre landen, boeiende mensen en vervlogen werelden wil lezen. [Herman De Graef]
Martijn Nicolaas
Het verhaal van de 12-jarige slaaf Yarim, die ongeveer tweeduizend jaar voor Christus als verhalenverteller een reis maakt van Mesopotamië - het huidige Irak - naar Pakistan. Het verhaal biedt inzicht in de toenmalige cultuur en manier van leven, waarin goden, geesten, priesters en koningen je lot bepaalden. Deze uitgave is een bundeling van de vier delen over Yarim die in de jaren negentig zijn verschenen: 'Het gouden oog' (1991, Zilveren Griffel), 'De weg van de wind' (1992, Vlag en Wimpel), 'Kwaad Bloed-Enuma Elisji' (1996) en 'Het water kust' (1997). Het is een goede zaak dat deze boeken nu opnieuw verschijnen want het meeslepende en poëtisch vertelde verhaal verdient zeker nieuwe lezers. Achter in het boek staan een lijst waarop geografische en persoonsnamen worden verklaard, een kort overzicht van enkele woorden en zinnen in spijkerschrift, een kaart van het Midden-Oosten en daarnaast ook een (historische) verantwoording van de schrijver over het tot stand komen van het boek, dat gebaseerd is op restanten van teksten die gevonden zijn op kleitabletten. Vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.