Ex libris van de filosofie in de 20ste eeuw
Koen Boey
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Garant, 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 157.2 RICO |
31/12/2008
Paul Ricoeur (1913-2005) is een van de belangrijkste filosofen uit de 20e eeuw. Meer specifiek zou je zijn werk kunnen omschrijven als een fundamentele wijsgerige antropologie die hij als fenomenoloog hermeneutisch heeft ontwikkeld. Zijn oeuvre is geen loutere beschrijving van de menselijke kwaliteiten, maar vooral een zoektocht naar het verstaan ervan. Koen Boey, emeritus-hoogleraar filosofie aan de Universiteit Antwerpen, haalt de gezichten ofwel de wezenlijkste kentrekken van de mens in de wereld van Ricoeur naar voren.
Allereerst is er de mens als een willend, maar feilbaar wezen. De eindigheid van de mens is de basis voor een disproportie van het menselijke zelf met zichzelf, de onophoudelijke spanning tussen oneindigheid en eindigheid, mogelijkheid en werkelijkheid, willen en falen. Hier verschijnen de contouren van een ander gezicht van de mens, nl. de onvermijdelijk plaats van het kwaad. Ook hier speelt een onophefbare spanning. Het kwaad is de uitdrukking van de radicale onbekwaamheid van de mens om zijn bestemming voor het goede te realiseren, maar tegelijk bewaart de mens de mogelijkheid om steeds weer werk te maken van zijn 'dispositie tot het goede'.
Een ander gezicht is dat van de sprekende mens. Spreken is voor de mens een vermogen dat hem toelaat een specifieke handeling te voltrekken. Uiteindelijk is spreken, althans in het redelijke betoog, een alternatief voor het gewelddadige handelen. Binnen dit spreken ontstaan verhalen, zowel mythisch als historisch en literair, die elk op specifieke wijze de waarheid op het spoor trachten te komen zonder ze als zodanig te willen bezitten of beheersen. Een ander gezicht van de mens is dat van de herinnering. Allereerst is de mens gefocust op de 'goede herinnering'. Toch raakt ons geheugen wel eens geblokkeerd door allerlei vormen van macht en manipulatie. Daarom is het belangrijk het geheugen uit te zuiveren (psychoanalyse) en kan het zelfs een plicht zijn de juiste herinnering levendig te houden, zowel op persoonlijk als op historisch vlak. Aan ieder van deze gezichten (wil, kwaad, spreken, verhalen, herinnering) heeft Ricoeur een specifiek boek gewijd, steeds geïnspireerd door de leemten die in de vorige studies voelbaar werden. Twee andere gezichten (politiek en ethiek) zijn terug te vinden in zijn hele oeuvre. De mens die politiek handelt is op zoek naar rechtvaardigheid. Hier gaat Ricoeur voortdurend in discussie met de procedurele rechtstheorieën van Kant, Hannah Arendt en John Rawls. Hij ziet in hun werk onvoldoende waarborg tegen het gevaar van een formalisme dat altijd dreigt om te slaan in een rechtspositivisme. De reële discussie moet volgens hem plaatsvinden op het niveau van de specifieke sociale praktijk die zich inlaat met de wetgeving. Het laatste gezicht is dat van de ethische mens. Daarin spelen vooral drie elementen op elkaar in om menselijke verantwoordelijkheid te omschrijven: gerichtheid op het goede leven en de zelfwaardering (ik-pool), gerichtheid op en waardering voor de andere (jij-pool) en fundamentele rechtvaardigheid als universele zorg (hij-pool).
Gezichten van de mens bij Paul Ricoeur is geen makkelijke klus om te lezen. Koen Boey volgt de analyses van Ricoeur tot in detail en dat geeft soms een sterk documentaire indruk, wat de ontwikkeling van de 'gezichten' wel eens echt bemoeilijkt. Het boek geeft echter wel een verhelderende kijk op de belangrijkste items in Ricoeurs filosofie. Voor de fervente liefhebbers van deze soms erg cryptische filosoof en voor studenten filosofie zal het werk dan ook erg welkom zijn. [Willy Deckers]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek beschrijft emeritus-hoogleraar filosofie Koen Boey (Universiteit Antwerpen) de wezenlijke kenmerken ('gezichten') van de mens bij de bekende filosoof Paul Ricoeur (1913-2005). Allereerst gaat Boey in op het gezicht van de mens als willend maar feilbaar wezen, om van daaruit het gezicht van het kwaad te beschrijven. Verder gaat Boey in op het spreken, dat volgens Ricoeur een alternatief vormt voor het gewelddadige handelen, en op de herinnering. Aan ieder van deze gezichten heeft Ricoeur een specifiek boek gewijd. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de mens als politiek wezen. Hier gaat Ricoeur o.m. in dialoog met de rechtstheorieën van Kant, Hannah Arendt en John Rawls. Bij Ricoeurs visie op de ethische mens neemt de verantwoordelijkheid ten slotte een centrale plaats in. Koen Boey volgt de analyses van Ricoeur tot in detail, waardoor zijn betoog soms een sterk documentaire indruk geeft. Hoewel dit boek niet geschikt is als inleiding, biedt het een verhelderende kijk op Ricoeurs vaak cryptische filosofie. Met voetnoten en bibliografieën per hoofdstuk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.